Haarlem,
17
oktober
2018
|
10:53
Europe/Amsterdam

Op weg naar betere kansen in het onderwijs: wat kunnen wij doen?

Jaarlijkse conferentie OPeRA bij Inholland Haarlem

Conferentie OPeRA Inholland Haarlem (fotografie: Peter Valckx)

Nog betere voorlichting op middelbare scholen, zomercursussen, buddyprogramma’s en kwalitatief hoog én betrokken onderwijs: het hoger onderwijs kan veel doen om ook leerlingen uit de zogenaamde eerste generatie de onderwijskansen te geven die ze verdienen. Dit zei Geert ten Dam, de collegevoorzitter van de Universiteit van Amsterdam, donderdag bij Inholland Haarlem tijdens de jaarlijkse conferentie van OPeRA. Dit onderwijsnetwerk van onderwijsinstellingen in Amsterdam en de Omgeving Noord-Holland en Flevoland is opgezet om studiesucces van leerlingen en studenten te vergroten. (Fotograaf: Peter Valckx)

Aan het begin benadrukte Inholland-collegevoorzitter Jet de Ranitz hoe belangrijk het is om goed contact met toeleverende scholen te hebben om te weten waar studiekiezers vandaan komen. Dat studenten die zich inschrijven voor een hbo-opleiding zo snel mogelijk op de juiste plek komen. “We weten uit alle cijfers dat dit niet vanzelf gaat.” Vandaar ook de conferentie, om kennis te delen en inzicht te krijgen in wat er misgaat en wat leerlingen en studenten drijft.

In haar betoog ‘Keuzen en kansen: de toegang tot het onderwijs’ focuste Geert ten Dam op de zogeheten eerste-generatie-studenten. Hierbij gaat het om jongeren die de eerste in hun familie zijn die gaan studeren.

Tweedeling dreigt in onderwijs
Onderzoek van de onderwijsinspectie wijst volgens Ten Dam uit dat het onderwijsklimaat allesbehalve gunstig is voor jongeren uit deze doelgroep. Doordat kwaliteitsverschillen tussen scholen steeds meer toenemen dreigt het gevaar van ongelijke kansen. De tweedeling op basis van opleiding en inkomen van de ouders neemt toe. Vooral minder bevoorrechte kinderen worden hier de dupe van. Kinderen van hoogopgeleide ouders vinden hun weg wel naar het hoger onderwijs, maar voor jongeren van laagopgeleide ouders is dit veel minder vanzelfsprekend.

De overheid kan hier helpen door de verschillende schooltypes stevig te borgen met gestandaardiseerde testen voor iedereen. Met deze ‘objectieve ijkpunten’ kan voorkomen worden dat kinderen op lagere niveaus terechtkomen door een bevooroordeeld oordeel van een leerkracht.

Betere zichtbaarheid hoger onderwijs
“En ook wij kunnen en moeten het een en ander doen”, zegt Ten Dam. Ze wijst op een betere zichtbaarheid van het hoger onderwijs op middelbare scholen en voornamelijk op die scholen waar kinderen zitten voor wie studeren geen vanzelfsprekendheid is. Voorlichting, meeloopdagen en andere lob-activiteiten zijn belangrijk. En geef waar mogelijk eerste-generatie-studenten een rol als buddy. “Juist zij kunnen een goed beeld geven van wat een hogeschool of universiteit is.”

Ook adviseert Ten Dam instellingen kritisch te zijn op aanmeldprocedures en dan met name op eventuele selectie aan de poort. Eindexamencijfers hebben geen voorspellende waarde voor studiesucces. Doorzettingsvermogen, zorgvuldigheid, motivatie, zelfdiscipline en studievaardigheden zijn veel belangrijker, maar daar kun je niet op selecteren. Daarnaast kunnen zomercursussen helpen om aankomende studenten vertrouwd te maken met de wereld van het hoger onderwijs. “Universiteiten en hogescholen hebben hier al jarenlange ervaring mee. Laten we ervan leren.”

Belangrijke voorspellers van studiesucces
“En eenmaal binnen de poorten moeten we natuurlijk werk maken van een kwalitatief hoog onderwijsprogramma dat eerste-generatie-studenten insluit en niet uitsluit. Mentoring en goede begeleiding kunnen daarbij enorm helpen. Tenslotte zijn tevredenheid over de eigen opleiding en je thuis voelen hele belangrijke voorspellers van studiesucces.”

Aan docenten geeft ze de boodschap mee om veel aandacht te besteden aan de inhoud van het onderwijs. “Laat verschillende werelden toe in je vakgebied en geef het een plek in je onderwijs. Doe dit ook in de dagelijkse omgang met je studenten.”

Op deze manier kunnen we er steeds beter voor zorgen dat talent en ambitie de belangrijkste voorwaarden zijn om te gaan studeren en daar succesvol in te zijn, ongeacht de culturele achtergrond. Ten Dam: “En talent en ambitie zijn gelukkig ontwikkelbaar gedurende de hele schoolloopbaan. Als we dit in ons achterhoofd houden voorkomen we dat deelname aan het hoger onderwijs afhankelijk is van de keuze die je ouders voor je gemaakt hebben.”

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.