Palliatieve zorg in de GGZ module

Programma Palliatieve zorg in de GGZ

Het doel van de toolkit Proactieve palliatieve zorg in de GGZ is om hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) te ondersteunen bij palliatieve zorg aan cliënten met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA), die tevens lijden aan een levensbedreigende lichamelijke ziekte of kwetsbaarheid. In de module Palliatieve zorg in de GGZ ga je aan de slag met onderstaande vijf stappen uit de toolkit.

Opbouw van de module Palliatieve zorg in de GGZ

Stap 1. Signaleren van een behoefte aan palliatieve zorg

Stap 1. Signaleren van een behoefte aan palliatieve zorg

  • Doelstelling: Tijdige signalering van een behoefte aan palliatieve zorg bij een cliënt met EPA.
  • Methodiek: Surprise Question

Bij palliatieve zorg staat kwaliteit van leven en sterven voorop. Optimale palliatieve zorg begint met tijdige herkenning van een palliatieve zorgbehoefte. Het ‘markeren’ van de palliatieve fase door het stellen van de Surprise Question kan daarbij helpen.

Stap 2. In kaart brengen van symptomen, problemen en behoeften

Stap 2. In kaart brengen van symptomen, problemen en behoeften

  • Doelstelling: Inzicht krijgen in symptomen, problemen en behoeften van de cliënt ten behoeve van proactieve zorgplanning en uitvoering.
  • Tools: Utrecht Symptoom Dagboek (USD) (patiëntenversie) en Wensenboekje

Het in kaart brengen van lichamelijke, psychische, sociale en spirituele symptomen, problemen en behoeften vraagt om een multidisciplinaire aanpak. Zo nodig kan de hulp van in palliatieve zorg gespecialiseerde professionals worden ingeroepen. In een Open Gesprek brengt de centrale hulpverlener samen met de cliënt en naasten symptomen, problemen en behoeften in kaart.

De hulpverlener maakt aanvullend gebruik van erkende tools die geschikt zijn voor de doelgroep. De in kaart gebrachte symptomen, problemen en behoeften vormen het uitgangspunt voor ‘Stap 3. Proactieve zorgplanning en uitvoering’.

Stap 3. Proactieve zorgplanning en uitvoering

Stap 3. Proactieve zorgplanning en uitvoering

  • Doelstelling: De cliënt en naasten op een proactieve wijze palliatieve zorg bieden die aansluit bij symptomen, problemen en behoeften.
  • Methodiek: Palliatief Redeneren

Proactieve zorgplanning is een continu en dynamisch proces, waarbinnen gesprekken worden gevoerd over levensdoelen en keuzes, en welke zorg daar nu en in de toekomst het beste bij past. De hulpverlener kan hier al vroeg in het ziektetraject mee starten. Goede proactieve zorgplanning heeft een positief effect op het welbevinden van de cliënt en diens naasten. Het doel is bij te dragen aan optimale kwaliteit van zorg. Gezamenlijke besluitvorming is het uitgangspunt, waarbij de hulpverlener de cliënt (en diens naasten) zoveel mogelijk betrekt bij de beslissingen die genomen worden, voor zover dit passend is bij de mogelijkheden en wensen van de cliënt.

Stap 4. Zorg in de stervensfase

Stap 4. Zorg in de stervensfase

  • Doelstelling: Optimaal verloop van de zorg in de laatste levensdagen van de cliënt.
  • Tool: Zorgpad Stervensfase (thuiszorgversie)

Het Zorgpad Stervensfase is een leidraad voor de zorg in de laatste dagen van het leven van de cliënt tot kort na diens overlijden. Toepassing van het Zorgpad Stervensfase leidt tot betere symptoomcontrole in de stervensfase. Toepassing kan ook bijdragen aan goede verliesverwerking bij de nabestaanden. Voor goede zorg in de stervensfase is het van belang om de signalen die de stervensfase aankondigen tijdig te herkennen. Deze signalen staan uitgewerkt in het Zorgpad Stervensfase.

Het Zorgpad Stervensfase richt zich zowel op lichamelijke, psychische, sociale als ook spirituele dimensies van de zorg voor de cliënt en de naasten. Het Zorgpad Stervensfase omvat drie delen:

  • De beoordeling bij het ingaan van de stervensfase
  • De beoordeling van problemen tijdens de stervensfase
  • De zorg na overlijden (zie ook Stap 5. Nazorg voor naasten)

Stap 5. Nazorg voor naasten

Stap 5. Nazorg voor naasten

  • Doelstelling: Naasten kunnen uitdrukking geven aan gevoelens van rouw, wat bijdraagt aan verliesverwerking.
  • Methodiek: Nazorggesprek

Met het overlijden van de cliënt is de naaste een ‘nabestaande’ geworden. Een nieuwe fase breekt aan, namelijk het omgaan met rouw en verlies. Ook al kent de hulpverlener de familie goed, het blijft desondanks moeilijk om te voorspellen hoe mensen om zullen gaan met rouw. Verdriet kan onmiddellijk, maar ook pas later optreden. Deze kan mild of ernstig zijn, kort of langdurig. In het contact met nabestaanden is het van belang om signalen van of risicofactoren voor gecompliceerde rouw opgemerkt worden. Zo kan het zijn dat het moeilijk lukt om contact te krijgen met de nabestaande of dat de geuite gevoelens niet passend lijken te zijn bij de situatie.

Bovengenoemde stappen kunnen – afhankelijk van waar de specifieke situatie om vraagt - in verschillende volgordes worden ingezet.

Structuur van de module

Structuur van de module

De module beslaat acht uren, verdeeld over drie bijeenkomsten. Tussen de bijeenkomsten door wordt aan jou gevraagd om het geleerde op de eigen werkplek toe te passen. Ervaringen kunnen worden gedeeld op de eigen werkplek en ook tijdens volgende scholingsbijeenkomsten. De bijeenkomsten zijn daarom met een tussentijd van ongeveer vier weken gepland.

Naast de instrumenten, zullen een aantal thema’s naar voren komen, die een belangrijke rol spelen in de palliatieve zorg:

  • kwaliteit van leven
  • symptoommanagement
  • advance care planning, anticiperen (pro-actieve benadering van klachten en problemen die in de nabije toekomst verwacht (kunnen) worden)
  • autonomie van de patiënt
  • integrale en multidisciplinaire attitude
  • zorg voor de naasten 

Interesse in deze module? Vraag een gratis brochure aan.

Bekijk de module-informatie en maak kennis met o.a. de organisatie, methode en locaties.

Download brochure

Is dit de module voor jou? Schrijf je nu in!

Inschrijven