Amsterdam,
23
november
2018
|
15:20
Europe/Amsterdam

Hoe de overheid nabijkomt

De verhuizing van de verzorgingsstaat

Verhuizing-van-de-verzorgingsstaat_staand

Decentralisaties leiden tot te kort aan democratie, professionaliteit en solidariteit. Dat betogen de auteurs van het boek De verhuizing van de verzorgingsstaat op basis van vierjarig onderzoek naar de overheveling van zorgtaken van het rijk naar gemeenten. Het boek, waaraan ook Thomas Kampen, lector Stimulering Gezonde Samenleving meeschreef, verscheen vijf jaar nadat koning Willem-Alexander in de troonrede stelde dat de "klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving".

Sinds 2015 is een deel van de verzorgingsstaat ‘verhuisd’ naar de gemeenten, omdat zij dichter bij mensen staan. Een gemeente zou daarom beter weten wat haar hulpbehoevende inwoners nodig hebben, of hoe ze willen ‘participeren’. Burgers zouden met steun van de gemeente ook met meer succes een beroep op elkaar kunnen doen.

Drie tekorten
Drieënhalf jaar na dato constateren onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit voor Humanistiek dat burgers het wel prettig vinden dat de gemeente bij hen thuis komt voor het zogenoemde keukentafelgesprek, maar ook dat de decentralisaties leiden tot drie tekorten.

  1. Ten eerste is er een professioneel tekort: wijkteams en andere professionals die bij mensen over de vloer komen, voelen zich weinig geëquipeerd en gesteund. Zij staan er vaak alleen voor en moeten zelf manieren zien te vinden om om te gaan met de onduidelijke en intern tegenstrijdige taken, zoals bevordering van zelfredzaamheid.
  2. Ten tweede is er een democratisch tekort: er is weinig ruimte voor kritiek op het beleid dat gericht is op nabijheid en zelfredzaamheid. Dit wordt neergezet als een onvermijdelijke en onomkeerbare ontwikkeling in plaats van als een politieke keuze waarover je van mening kunt verschillen.
  3. Tot slot dreigt er een solidariteitstekort: in de meeste gevallen komt er weinig terecht van het streven om mensen die hulp nodig hebben een groter beroep te laten doen op hun sociale contacten, maar het wordt ze wel veelvuldig en soms indringend gevraagd. Dat roept schaamte- en schuldgevoelens op, kan relaties beschadigen en vernedering met zich meebrengen.

Tegengeluid
De auteurs bepleiten meer aandacht voor professionalisering, meer ruimte voor tegengeluid in het democratisch debat en meer solidariteit tussen vreemden op basis van collectieve voorzieningen. Ook bepleiten ze om naast nabijheid ook afstand te waarderen en beide beter tegen elkaar af te wegen. En in plaats van grote nadruk op zelfredzaamheid, zou het beleid aandacht moeten hebben voor de angst en het onvermogen van mensen om afhankelijk van anderen te zijn.

Thomas Kampen leverde drie bijdragen aan het boek. “In mijn hoofdstuk over de hooggespannen beleidsverwachtingen van nabijheid, laat ik - samen met collega’s - zien hoe beleid de huiselijke logica afzet tegen professionalisme, bureaucratie en marktwerking. Daarmee zet de huiselijk logica tegelijkertijd deskundigheid, betrouwbaarheid en keuzevrijheid - oftewel de waarden van professionalisme, bureaucratie en marktwerking - op het spel.”

Ruimte voor professionals
De tweede bijdrage van Kampen gaat over de wijze waarop professionals aan de keukentafel zorgbehoevenden en hun naasten wijzen op de verantwoordelijkheid om zelf zorg te organiseren. “Dat gebeurt vaak door naasten die al hulp bieden of daartoe bereidheid tonen te prijzen. Prijzen en complimenten uitdelen voor zorgzaamheid van het netwerk zien we vooral professionals met een meer bureaucratische achtergrond doen, professionals met een zorgachtergrond zijn zich juist meer bewust van de risico’s van naastenzorg, zoals overbelasting. Het maakt dus uit of een voormalig ergotherapeut of iemand die voorheen bij het CIZ werkte het keukentafelgesprek voert.”

In zijn laatste bijdrage, over de ruimte die professionals wel of door tijdsgebrek juist niet nemen, legt hij een link naar de gezonde samenleving. “Een gezamenlijke missie waarin we ruimte creëren voor professionalisering in plaats van ruimte voor professionals. Een subtiel verschil, maar ruimte voor professionalisering wil zeggen dat de welzijns- en gezondheidsprofessionals als collectief meer zeggenschap krijgen over welke doelen zij belangrijk vinden om na te streven. Dit in tegenstelling tot de huidige situatie waarin een doel als zelfredzaamheid en bijbehorende verantwoordelijkheden onder het mom van 'ruimte voor professionals' over de schutting gemikt wordt.”

De verhuizing van de verzorgingsstaat
Het boek is het eerste grote en meerjarige kwalitatieve onderzoek naar de decentralisaties die in 2015 van kracht werden: van de jeugdzorg, de participatiewet en de langdurige zorg. Het boek, dat als jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken verscheen, bevat onder meer bijdragen van Femmianne Bredewold, Jan Willem Duyvendak, Thomas Kampen, Evelien Tonkens en Loes Verplanke.

Reacties 1 - 1 (1)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.
Gerard Vernooy
26
November
2018
De spijker op zijn kop (wat ik niemand letterlijk wens), maar wel de hier bekritiseerde zorg-, welzijn- en overheidstransitie.
Lang naar uitgekeken: een gedegen evaluatie of onderzoek naar wat vaak als de onvermijdelijke en noodzakelijke vooruitgang is gebracht, met zijn vooruit- en weg-participeren naar een sterkere samenleving, waar ieder er toedoet, en nog goedkoper ook, tenminste voor de overheidspartijen.
Met maar al te vaak een paradoxale opdracht voor de echt zwakkere medemens zoals de lvb-er, die inmiddels duidelijk nog slechter -zoals te voorzien was bij de ontmanteling van de ooit (m.i. juist) "onbetaalbare" sociale werkvoorziening- aan werk en meedoen toekomt, en nu massaal komt thuis te zitten in een modern bestaansminimum, slecht af met wmo's en participatiewetten in economische voorspoedjaren, reikhalzend uitkijkend naar de buren en buurt die spoedig al empowerend komt redden.
Toch zijn er zeker ook aardige initiatieven met goede intenties en locale resultaten, hoe zwaar kunnen die wegen? Er zullen altijd zwakkeren zijn met een afhankelijke kant, en mensen die slim, aardig en goedwillend, integer en succesvol zijn aan de ander kant die zich dat aantrekken en hen van dienst willen zijn. Veel mensen die we opgeleid zien worden aan deze Hogeschool kunnen we daar onder scharen, dat is wat ik ook weet, en een heel goede zaak. Het schuurt en wrikt allemaal wel....
Ben benieuwd naar het rapport. Waar is het te raadplegen? En waar zal het de volgende 5 jaar naar toe gaan?