Den Haag,
16
februari
2021
|
17:39
Europe/Amsterdam

Reactie op AD-artikel over Ad Crossmediale Communicatie

Inholland Den Haag

In  Algemeen Dagblad Den Haag verscheen maandagochtend een artikel waarin drie studenten van onze Associate degree Crossmediale Communicatie kritiek geven op hun opleiding. We kunnen ons goed voorstellen dat ook collega’s en medestudenten verrast en geschrokken zijn van het artikel. We zijn met de studenten in gesprek. Hieronder vind je een toelichting op de publicatie.

Nieuw onderwijsconcept
De Ad Crossmediale Communicatie werkt met het nieuwe onderwijsconcept dat we next level learning noemen. Studenten leren aan de hand van praktijkopdrachten en behalen studiepunten door regelmatige feedback op gemaakte producten en evaluaties. Aan het einde van het studiejaar (of op het moment dat de student klaar denkt te zijn) laat een student via een portfolio zien wat hij heeft gedaan en welke evaluaties hij heeft ontvangen. Ook reflecteert hij op basis van vragen op het behalen van de leeruitkomsten. We organiseren tot slot een assessment met de student.

Wij hebben voor het nieuwe concept gekozen omdat het studenten goed voorbereidt op de beroepspraktijk. Het leerproces is een voortdurende simulatie van die beroepspraktijk. Studenten werken met reële praktijkopdrachten voor externe opdrachtgevers. Hierdoor blijft de opleiding -in een snel veranderende omgeving- altijd actueel.

Acties ondernomen naar aanleiding feedback
In het artikel geven de studenten, die aanvankelijk enthousiast aan de opleiding zijn begonnen, onder andere aan zich stuurloos te voelen, ook hebben zij problemen gehad met het portfoliosysteem Mahara. Docenten en management waren hiervan op de hoogte. Eerder hebben studenten hun onvrede geuit in een brief aan het management. Studenten en management zijn toen met elkaar in gesprek gegaan en dat heeft geleid tot een reeks van aanpassingen. Studenten hebben toen aangegeven tevreden te zijn met het adequaat reageren van de opleiding op de klachten.

De aanbevelingen van de studenten zijn tijdens het verloop van de opleiding gebruikt om bij te sturen als bleek dat studenten extra behoefte hadden aan structuur. Het team van docenten is flexibel ingericht zodat de docenten goed mogelijk kunnen inspelen op de leerbehoefte van de studenten. Denk hierbij aan verlengde mentorgroepsbijeenkomsten, wekelijkse opdrachtgroepsbijeenkomsten, en de mogelijkheid om wekelijkse voortgangsgesprekken te voeren met coaches. Ook voor de technische opstartproblemen met Mahara is een oplossing gevonden.

Huidige situatie
Op het moment van schrijven hebben van de 47 tweedejaarsstudenten die de opleiding volgen in Den Haag en Diemen, 22 studenten de juniorfase afgerond of gaan in de komende 8 weken op voor het assessmentgesprek om de juniorfase af te ronden. Van de overige groep zijn er 12 studenten goed op weg om ook binnenkort de juniorfase af te ronden. Ook hier gaat het om tweedejaarsstudenten.

Het onderwijsconcept waar de opleiding mee werkt, heeft geen leerjaren, maar een junior- en een mediorfase. Die zijn niet per definitie even lang als een leerjaar. Studenten die de juniorfase hebben afgerond, zouden kunnen versnellen in de mediorfase en vertraging kunnen inlopen. Er wordt intensief maatwerk geleverd voor de studenten, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende tempo’s.

Management en het docententeam zijn in gesprek met alle eerste- en tweedejaarsstudenten over het artikel dat in de krant is verschenen. Onze ervaringen en lessen en de feedback van de studenten nemen we uiteraard mee om te kijken hoe we ons onderwijs verder kunnen verbeteren. Ook delen we graag onze ervaringen met opleidingen die ook met dit of een soortgelijk onderwijsconcept werken.

Meer informatie vind je in de vragen en antwoorden (PDF) over dit onderwerp.

Mocht je vragen hebben dan kun je mailen naar herbert.mosmuller@inholland.nl