
In digitale buurtpreventiegroepen bundelen bewoners van een huizenblok, straat of buurt hun krachten om de wijk veiliger te maken. Dit doen ze door te letten op verdachte situaties en daarop te reageren. Bijvoorbeeld door elkaar te waarschuwen, de politie te bellen, informatie te delen in de app of door zelf in te grijpen. Vaak wordt hiervoor WhatsApp gebruikt, maar ook andere tools kunnen gebruikt worden.
Met ons onderzoek bieden wij meer inzicht in de werking van appgroepen. Digitale buurtpreventie beoogt bij te dragen aan de veiligheid en de veiligheidsbeleving, maar hoe werkt dat precies en hoe stimuleer je dat? Met ons werk helpen wij beheerders van appgroepen en gemeenten om die doelen te realiseren.
In 2019 onderzochten wij hoe digitale buurtpreventie zou moeten werken volgens beleidsmakers, professionals en beheerders. Vervolgens deden we 10 gevalsstudies in Rotterdam om te zien of die verwachtingen in de praktijk worden waargemaakt. De resultaten hiervan publiceerden wij in het rapport ‘Alerte burgers, meer veiligheid?’.
De conclusie? De verwachtingen worden lang niet altijd waargemaakt, maar er zijn ook succesfactoren die de werkzaamheid kunnen vergroten. En deelnemers hebben soms hele andere doelen.
De gemeente Rotterdam heeft zelf ook een aantal WhatsApp-buurtpreventie groepen opgericht. Om die beter te benutten, riepen ze onze hulp in. Samen startten wij een experiment in vier WhatsApp-buurtpreventiegroepen, waarin gedurende een jaar gewerkt is aan het versterken van succesfactoren.
Met de hulp van studenten Integrale Veiligheidskunde (IVK) voerden we vooraf en achteraf metingen uit in de appgroepen en de buurten. Hierdoor konden we zien of het versterken van de succesfactoren leidde tot verbeteringen op het gebied van de door burgers ervaren veiligheid, de meldingsbereidheid en de ervaren nabijheid van de overheid.
Met de data uit de metingen van het experiment konden we deelnemers van WhatsApp-buurtpreventie vergelijken met niet-deelnemers uit dezelfde buurt. Deelnemers bleken (op verschillende indicatoren) een negatievere beleving te hebben van de veiligheid in hun buurt dan niet-deelnemers. Maar we weten niet waardoor dit komt. Zijn mensen die deelnemen aan deze appgroepen bij voorbaat al negatiever over de veiligheid? Worden ze beïnvloed door de berichtgeving in de appgroepen? Twee vierdejaars studenten zijn hier voor hun afstudeeronderzoek ingedoken en bouwen hiermee voort op de resultaten uit het experiment.
Benieuwd naar de resultaten? Lees hier ons rapport
Ons onderzoek doen we samen met beheerders van appgroepen, veiligheidsprofessionals en beleidsmakers. Over de resultaten schrijven we in vakbladen en wetenschappelijke tijdschriften (zie ‘Publicaties’). Daarnaast organiseren we workshops voor beheerders van appgroepen waarbij we inzichten uit onderzoek delen en hen gelegenheid geven ervaringen met elkaar uit te wisselen.
Al met al hebben zo’n 85 studenten geholpen bij het experiment, zowel tweede-, derde-, als vierdejaars studenten IVK. Voor de metingen zijn we om tafel gegaan met studieloopbaanbegeleiders. Dankzij hen konden we tweemaal een groep van 30 tot 40 tweedejaars IVK-studenten uitnodigen, die de metingen voor een studiepunt meehielpen in het experiment. Na een training zijn we met hen de wijk in getrokken om metingen te doen. Ze namen vragenlijsten af en raakten zo in gesprek met bewoners daar, ze ‘proefden’ wat veiligheid in die wijken voor bewoners betekent.
Ook derdejaars IVK-studenten konden meedoen in het experiment in het kader van hun stage. Ze hebben wervingsacties op touw gezet, rondes gedaan door de wijk, buurtbijeenkomsten georganiseerd en meegedacht over de appgroep. Hiermee hielpen zij de beheerders met interventies (zie ‘Nieuws’ onderaan de pagina). Het mooie is dat zij op hun beurt ook weer veel van de beheerder hebben geleerd. De stagairs kwamen met goede eindproducten, zoals een handleiding voor professionals.
De inzichten van onze onderzoeken naar digitale buurtpreventie worden gebruikt in de module ‘Burgerparticipatie en Veiligheid’ voor vierdejaars studenten IVK.