24
januari
2024
|
10:06
Europe/Amsterdam

Interprofessionele samenwerking leidt tot een betere behandeling van cliënten

Lector Wilma Swildens schreef mee aan het handboek ‘Van solo naar synergie’

evv-inh-lector-wilmaswildens-landscape

Om te komen tot een effectieve aanpak van cliënten met een ernstige psychische aandoening is een interprofessionele samenwerking van cruciaal belang. Maar andere financieringsvormen, verschillen tussen opleidingen en bijvoorbeeld het vasthouden aan gescheiden taken, zorgen geregeld voor obstakels in de samenwerking. Die obstakels wegnemen en de wensen en behoeften van de cliënt als uitgangspunt nemen in hun behandeling is precies waar lector Wilma Swildens, lector Interprofessionele zorg in de GGZ, zich al jaren voor inzet. Ze schreef mee aan het onlangs verschenen boek ‘Van solo naar synergie’ van Jan-Jaap Reinders en Peter Pype; een handboek voor de ontwikkeling van interprofessionele praktijk, onderwijs en onderzoek.

“Het is best moeilijk om te achterhalen wat een client wil en vaak zijn hun problemen heel complex”, vertelt Wilma. “Wat is de psychische aandoening, zijn er lichamelijke klachten, hoe is de thuissituatie, is er sprake van verslaving en hebben mensen een dagactiviteit? Juist omdat het zo complex is, is het belangrijk dat instellingen goed samenwerken.” Dat gebeurt gelukkig ook steeds meer. Instellingen in Utrecht werken al langer met het samenwerkingsmodel FACT, flexible assertive community treatment. Dat is een multidisciplinair ambulant team dat gezamenlijk zorg biedt voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen, die vaak problemen hebben op meerdere levensgebieden. Uitgangspunt is dat mensen meer grip krijgen op hun dagelijks leven. De uitkomsten van deze methode zijn positief.

Voorheen had ik het gevoel dat er meer afstand was tussen mij en de casemanager. Dat ik een van de velen was. Nu merk ik dat ze toegewijd en betrokken zijn.

Cliënt over Gebiedsgericht Werken

Persoonlijker en meer betrokken
Dat het nóg beter kan bewijst Gebiedsgericht Werken. Onder andere in Utrecht zijn in 2016 vanuit Altrecht, specialistische geestelijke gezondheidszorg, pilots gestart met GGZ in de Wijk. Die werken ook op basis van FACT, maar de zorg komt vanuit één wijk en er is een gezamenlijk pand met begeleid en beschermd wonen. Het doel is om bredere zorg te bieden, passend bij de diverse behoeften van cliënten in hun eigen leefomgeving. De bedoeling is om daarmee het aantal opnamedagen terug te dringen. En met succes. Gemiddeld genomen worden cliënten zo’n acht dagen per jaar opgenomen, maar in de wijken met Gebiedsgericht Werken is dat gemiddeld 4,4 dagen per jaar. Dat scheelt zo’n 1200 euro per cliënt. Maar minstens zo belangrijk zijn de positieve ervaringen en reacties van cliënten op deze vorm van hulpverlening: “Voorheen had ik het gevoel dat er meer afstand was tussen mij en de casemanager. Dat ik een van de velen was. Nu merk ik dat ze toegewijd en betrokken zijn.” “Ik spring op mijn fiets en ben er in vijf minuten.” “Het is persoonlijker en mijn leven is hier. Deze omgeving voelt vertrouwd.”

Elkaar kennen voorwaarde voor samenwerken
Doordat hulpverleners van verschillende instellingen in hetzelfde gebied werken, kennen ze elkaar en dat is een belangrijke voorwaarde om goed te kunnen samenwerken. Interprofessionele samenwerking is niet voor niets de kern van het boek ‘Van Solo naar synergie’. “Het is belangrijk dat we onze studenten interprofessioneel leren samenwerken”, legt Wilma uit. “Dan stromen er nieuwe professionals uit die al bij de start weten wat ze moeten doen. Je kunt namelijk niet overal een expert in zijn. Je moet over je eigen grenzen heen kunnen kijken en waar nodig hulp vragen van andere professionals. Dat noemen we T-shaped professionals, waar bij de staande balk van de T staat voor de eigen expertise en de liggende streep voor het kunnen zien van het grotere geheel.”

De situatie van cliënten in wijken met Gebiedsgericht Werken is verbeterd. Ook ervaren cliënten dat de zorg toegankelijker is en kunnen ze gemakkelijker worden doorverwezen.

Wilma Swildens

Goede stappen
Wensen heeft Wilma nog zeker. “Ik hoop dat meer studenten zich voor interprofessionele zorg voor mensen met een psychische aandoening gaan interesseren. Ook is het belangrijk dat de GGZ de methodieken die zijn gericht op participatie en herstel nog meer toepast om samenwerking met het netwerk in de wijk. Dus bijvoorbeeld cliënten samen met wijkorganisaties beter begeleiden bij wonen, sociale contacten en werk. Nog niet alle cliënten krijgen deze zorg in voldoende mate.” Maar ze is vooral blij met de vooruitgang die al is geboekt. “Instellingen hebben goede stappen gezet. Er is meer contact. Casuïstiek wordt samen doorgesproken en hulpverleners leren van elkaar. De situatie van cliënten in wijken met Gebiedsgericht Werken is verbeterd. Ook ervaren cliënten dat de zorg toegankelijker is en kunnen ze gemakkelijker worden doorverwezen. De tijd voor een onderling consult of verwijzing tussen instellingen is volgens zorgmedewerkers korter en er zijn al minder opnamedagen. Dat is allemaal positief.”

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.