
De opleiding Praktijkverpleegkundige in het verpleeghuis en de verstandelijk gehandicaptenzorg bestaat uit zeven modules, verdeeld over 32 lesdagen.
De meeste modules volgen elkaar op in de tijd. Alleen module V-7 loopt als een aparte lijn langs de andere modulen. Tijdens de bijeenkomsten breng je leervragen en eigen casuïstiek in.
Elke module wordt afgerond met een afsluitende opdracht waarin je laat zien dat je nieuwe kennis kunt toepassen in de praktijk. Voor Module V-7 schrijf je een voorstel voor het verbeteren van de zorgkwaliteit. Het onderwerp bepaal je samen met de stagebegeleider.
Lesdag met eigen werkveld
In de opleiding zijn er generieke en specifieke competenties te behalen. Daarom worden de contacturen voor generieke competenties gezamenlijk gegeven. Het is heel leerzaam om vanuit de verschillende werkvelden daarnaar te kijken. Natuurlijk zijn er ook verschillen per werkterrein die zo specifieke zijn dat het een meerwaarde heeft om sommige lessen op te splitsen naar werkveld. De lessen worden dan verzorgd door een expert uit het betreffende werkveld.
Docenten
De opleiding wordt verzorgd door docenten uit het werkveld, zoals specialisten ouderengeneeskunde (SO) en artsen verstandelijk gehandicapten (AVG). Ook ervaren praktijkverpleegkundigen en verpleegkundig specialisten leveren een bijdrage aan de opleiding.
In deze module leer je wat de rol is van de praktijkverpleegkundige. Er is aandacht voor methodisch werken, diagnostiek, triage, gespreksvaardigheden en gezondheidszorg voor ouderen, chronisch zieken en mensen met een verstandelijke handicap. Op het gebied van praktijkvoering wordt aandacht besteed aan landelijke ontwikkelingen, taakdelegatie, kwaliteitszorg en de juridische kaders. Je gaat aan de slag met (vak)literatuur en resultaten van wetenschappelijk onderzoek en leert dit op de juiste wijze te lezen, beoordelen en gebruiken in de praktijk.
Cliënten die onvoldoende eten of drinken lopen het risico op ernstige aandoeningen, zoals decubitus, eiwittekort en stollingsstoornissen. Vroegtijdige signalering is belangrijk in de preventie. In deze module leer je over de achtergronden en verschijnselen van vocht- en voedingsproblemen, huiddefecten en mobiliteit. De module gaat in op behandelingsmogelijkheden, het gebruik van materialen en hulpmiddelen en het opstellen van vocht- en voedingsbeleid, anti-decubitusbeleid en wondbehandelingsbeleid. Tevens is er aandacht voor de methodiek van instructiegeven omdat de praktijkverpleegkundige niet alleen cliënten begeleidt maar ook de deskundigheid van het zorgteam bevorderd.
Bij cliënten met diabetes mellitus is het belangrijk complicaties als een diabetische voet, visusstoornissen of nefropathie te voorkomen. Voor deze cliënten zet je een controlesysteem op. Je leert zowel cliënten als de verpleging of verzorging alert te zijn op bijzondere symptomen en signalen. Je stelt cliënten in op medicatie en controleert bij zowel orale medicatie als insulinegebruik. Ook verdiep je je in voorlichting en educatie richting deze cliëntengroep
Hart- en vaatziekten komen vaak voor bij cliënten in het verpleeghuis of bij mensen met een verstandelijke beperking. In deze module leer je risicofactoren opsporen van aandoeningen als CVA, hartfalen en perifeer arterieel vaatlijden. Ook verdiep je je in de behandeling, (bij)werkingen en interactie van medicijngebruik en het voorkomen van complicaties. Daarbij is er aandacht voor de invloed van depressie, angst of gedragsproblemen op de behandeling van cliënten met hart- en vaatziekten. Je oefent met triagevaardigheden en gespreksvaardigheden.
Werken in de zorg vraagt om een kritische en innovatieve houding. Ook als praktijkondersteuner is het belangrijk dat je wilt blijven leren en verbeteren. Intervisie helpt daarbij. Bij intervisie bespreek je met jouw medestudenten werksituaties en reflecteer je op jouw handelen. Samen denk je na over onderliggende denk- en werkpatronen, vaker voorkomende valkuilen, eigen gedrag en gewenst gedrag.
In deze module ga je diep in op psychogeriatrische, psychosociale en psychopathologische problematiek. Deze problemen hebben grote invloed op het dagelijks leven van de oudere, maar ook op zijn of haar omgeving. Mantelzorgondersteuning en het sociale netwerk komen daarom ook aan de orde. Als praktijkverpleegkundige heb je een belangrijke rol bij het stellen van de juiste diagnoses. Je leert hoe je een behandel- en zorgleefplan opstelt en uitvoert en hiervoor multidisciplinair samenwerkt. Om dit goed vorm te kunnen geven heb je niet alleen kennis nodig over richtlijnen en het beleid bij dementie, depressie, delier, angst en gebruik van psychofarmaca, maar ook het spanningsveld tussen behandelen, kwaliteit van leven en ethiek. Hoe om te gaan met onbegrepen gedrag bij cliënten heeft ook een plaats.
Intervisie
Werken in de zorg vraagt om een kritische en innovatieve houding, gericht op betere kwaliteit van zorg. Ook als praktijkverpleegkundige is het belangrijk dat je wilt blijven leren en verbeteren. Intervisie helpt daarbij. Bij intervisie breng je evenals jouw medestudenten een werksituatie in. Samen denk je na over onderliggende denk- en werkpatronen, veelvoorkomende valkuilen, eigen gedrag en gewenst gedrag.
Stage
Tijdens de hele opleiding loop je ongeveer 8 uur per week stage. Hiervoor stel je een individueel stagewerkplan op in overleg met jouw werk- of stageplaats. Meestal loop je stage in het verpleeghuis of de zorginstelling voor verstandelijk gehandicapten waar je al werkt. Tijdens de stage word je begeleid door een deskundige uit de praktijk en een docent van de opleiding.
Interesse in deze opleiding? Vraag een gratis brochure aan.
Bekijk de opleidingsinformatie en maak kennis met o.a. de organisatie, methode en locaties.
Download brochure
Is dit de opleiding voor jou? Schrijf je nu in!