De scriptie: noodzakelijk of afschaffen?
Willem Peddemors (één van onze docenten) vroeg me wat ik vond van het afschaffen van de scriptie bij het afstuderen, naar aanleiding van een opinieartikel hierover in de Volkskrant. Nico Keuning betoogt in het artikel ‘Universiteiten, verlos studenten van die onmogelijke scriptie’ dat de scriptie te moeilijk zou zijn voor studenten én teveel werk voor de docenten. Hij verwees daarbij ook nog naar de wederwaardigheden van Inholland rond 2010 en het boek van Eelco Runia over ‘genadezesjes’.
Ik vind niet dat de scriptie zaligmakend is. Dit is lang niet de enige manier om een student te kunnen laten afstuderen. Tegelijk ben ik ook niet voor het afschaffen ervan. En al helemaal niet omdat het schrijven van een scriptie te moeilijk zou zijn of voor docenten teveel werk zou opleveren. Dat zijn precies de verkeerde argumenten. Als wij iets geleerd hebben van wat ons bij Inholland in 2010 is overkomen, is het dat een scriptie goed te doen is voor studenten als het onderwijsprogramma (dus de héle bachelor- of masteropleiding) hen voorbereidt op wat de scriptie van hen vraagt. Bij Inholland hebben we alle opleidingen stevig herzien, met veel aandacht voor onderzoekvaardigheden en reflectie op het beroep. Studenten die dit hele programma doorlopen hebben, doen het beter: het studierendement is bij Inholland flink toegenomen. De grote hoeveelheid langstudeerders is sterk afgenomen. Natuurlijk is de afstudeerperiode voor docenten een drukke tijd, maar ik hoor hen vooral trots zijn op de resultaten.
De echte vraag draait om hoe we beoordelen of een student het niveau heeft behaald dat bij een bachelor- of masterdiploma hoort. Daarvoor zijn vele manieren.
Beroepspraktijk richtinggevend voor het onderwijs
Eigenlijk gaat het daar helemaal niet om. De echte vraag draait om hoe we beoordelen of een student het niveau heeft behaald dat bij een bachelor- of masterdiploma hoort. Wat zijn de kwalificaties die behoren bij een startbekwame professional en hoe kunnen we die toetsen? Daarvoor zijn vele manieren denkbaar.
De toetsing hoort wat mij betreft thuis in een afstudeerprogramma waar een scriptie een onderdeel van uit kan maken, maar waarbij vele andere vormen eveneens denkbaar zijn. Zeker in het hbo willen we immers ook een indruk krijgen van het beroepsmatig handelen – dat is vaak niet op te schrijven, maar wel te zien in de praktijk.
Wat toont dat je klaar bent voor de arbeidsmarkt?
Bij studenten die afstuderen als bijvoorbeeld docent, verpleger, werktuigbouwkundige, architect, of social media-expert kun je je voorstellen dat ook andere zaken kunnen aantonen dat iemand klaar is voor de arbeidsmarkt. Daarbij is het denkbaar dat de student een eindwerk aflevert, waaruit niet alleen de beroepsvaardigheid en het professioneel handelen blijken, maar ook de reflectie hierop én hoe dit relateert aan de bestaande kennisbasis. Dan is de scriptie bijzaak en het beroepsproduct – het advies, de behandeling, het ontwerp, de chatbotfunctie, et cetera – de tastbare verwezenlijking. In de kunsten en bètastudies is dit reeds lang de praktijk – in andere vakgebieden vindt dit steeds meer ingang. Ik vind dat een goede zaak.
In zijn algemeenheid zien we dat het loont om veel meer vanuit de beroepspraktijk na te denken over hoe we het onderwijs inrichten. Dat raakt lang niet alleen aan de scriptie, maar aan alles wat we doen. Niet alleen omdat het werkveld daarom vraagt – met alle transformaties die zich voltrekken op de arbeidsmarkt, ligt het voor de hand voorbij de theorie te denken. Maar ook omdat het voor studenten vaak veel motiverender is.
Bij ons hebben we dit samengevat onder de noemer ‘Inholland professional’: een beeld van de afgestudeerde in de context van zijn beroep. Hoe zien we onze toekomstige professionals en wat betekent dit voor hoe wij ons onderwijs vormgeven? En wat vraagt dit van ons als docenten en de hogeschool? Dit betekent niet alleen iets voor het onderwijs en het afstudeerprogramma, maar voor alles wat we doen: laatst hadden we met de afdeling Finance, Control en Centrale Studentenadministratie ook een hele dag over wat de Inholland professional voor de ondersteuning betekent.
Het afstudeerprogramma als meesterproef
Dat gezegd hebbende, is deze tijd van het jaar altijd spannend. We kunnen wel zeggen dat de reis meer betekenis heeft dan de bestemming, maar het diploma blijft belangrijk. Het is hét tastbare bewijs van iets bereikt hebben. Voor veel studenten is het nog steeds het eerste wat zij noemen, als je ze vraagt naar waarom ze studeren. Het diploma is een startbewijs, de entree naar de arbeidsmarkt; of naar een betere of andere baan als je al werkt; een erkenning van het talent dat je in huis hebt. Voor jezelf, voor je familie en voor je toekomstige werkkring.
De rol van het afstudeerprogramma valt niet te onderschatten in de opmaat naar het diploma: het is een uiterste inspanning – een meesterproef. In dit laatste onderdeel van de studie kun je als student laten zien wat je waard bent en kun je niet zelden ook je eigenheid kwijt: datgene wat jij als professional kunt en wilt toevoegen. Ik vind het goed dat dit een serieuze inspanning vraagt – of dat nu door middel van de scriptie is of een ander soort programma. Die inspanning vraagt om wederkerigheid: ook de begeleider investeert erin. Als de prestatie is geleverd en voldoende is bevonden, is het gevoel van trots groot – aan beide zijden.
Kortom, wil je de voldoening voelen van een verdiend diploma, dan vraagt het afstuderen om een serieuze insteek en inspanning van alle betrokkenen. Daar gaan we voor. Ik wens al onze studenten en docenten daarom veel succes met de laatste loodjes van dit collegejaar. No guts, no glory: #lerenisdurven.
ik vind de praktijk interessant en vond het leuk om bij een bedrijf te zoeken naar problemen en knelpunten. Wat ik als erg vervelend en stressvol heb ervaren zijn de onderzoeksregels en methoden die aan de de huidige eisen vast kleven, waarvan ik vind dat die het traject alleen maar vertragen en het afstuderen minder leuk maakt.
Wat mij betreft: Afschaffen en zoeken naar een andere manier om de startbekwaamheid te toetsen.