07
juni
2023
|
11:54
Europe/Amsterdam

De vormende kwaliteit van de kernvakken: rekenen-wiskunde

evv-inh-pabo-4

 Het rekenonderwijs staat op veel basisscholen centraal. De onderzoekers van het Lectoraat De Pedagogische Opdracht (DPO) zien een kans om didactiek en pedagogiek met elkaar te verweven en zo het perspectief van leerkrachten te verbreden. Sanne en Theo delen de ervaringen die ze tot nu toe opdeden tijdens het onderzoek Vormende kwaliteit van de kernvakken: rekenen-wiskunde.

De eerste stap van dit onderzoek was zoeken naar basisscholen die mee willen werken aan ervaringsreconstructies, een methode om je perspectief te verbreden. Met deze scholen zijn de eerste gesprekken al gevoerd. “Ons onderzoek is gericht op de praktijk en gaat om situaties uit de rekenles. We willen teams helpen om een bepaalde ervaringen die een leerkracht met een leerling heeft vanuit verschillende standpunten te bekijken. We doen dit met een groep leerkrachten zodat er zoveel mogelijk verschillende perspectieven naar voren komen,” legt Theo uit. “Vanwege de perspectiefverbreding helpt zo’n ervaringsreconstructie leerkrachten om verder te kijken dan wat de methode biedt. Ze maken samen een analyse en verbreden hun blik. Het gaat niet alleen om hoe het lesboek kan helpen, maar wat de specifieke behoeften van een kind zijn. Denk hierbij aan leefomstandigheden, de thuissituatie etc. En daar speel je dan tijdens de rekenles op in.”

Waardevol
Door het toepassen van ervaringsreconstructies worden didactiek en pedagogiek met elkaar verweven terwijl zowel leraren als onderzoekers deze onderwerpen vaak in aparte hokjes plaatsen. “Wij vinden het spannend om te zien hoe deze onderwerpen elkaar raken en doen zo nieuwe inzichten op,” legt Theo uit. De keuze voor het kernvak rekenen-wiskunde was daarbij snel gemaakt. Sanne en Theo hebben allebei namelijk affiniteit met deze vakken. Rekenonderwijs staat bij veel scholen centraal en dat maakt het makkelijker om scholen enthousiast te maken,” geeft Sanne aan. Er werken nu zeven scholen aan het onderzoek mee en de eerste reacties zijn heel positief. “Leerkrachten geven aan dat het heel waardevol is om met elkaar het gesprek over rekenen aan te gaan. Wij helpen scholen met een duurzame oplossing die ze zelf op lange termijn kunnen inzetten. We zouden deze methode bijvoorbeeld ook uit kunnen breiden naar het taalonderwijs.” 

In de praktijk
Voor de komende periode staan er reconstructies ingepland. Het gaat erom dat leraren situaties inbrengen die uitdagend zijn op het gebied van rekenen en wiskunde: momenten waarop ze zelf niet wisten hoe ze moesten handelen of waarbij ze achteraf over hun aanpak twijfelden. “Deze situaties worden in een team van vier tot zes personen besproken. Als de situatie is verhelderd, start de tweede ronde waarin de deelnemers hun analyses delen om zo het perspectief te verbreden. Tijdens de laatste ronde worden allerlei interventies aangedragen. De persoon die de situatie heeft ingebracht, kiest uiteindelijk welke en hoe een interventie in praktijk wordt toegepast,” vertelt Theo. 

Veerkracht
In het onderzoek worden veerkracht en kansengelijkheid zeker niet vergeten. “Deze onderwerpen staan centraal binnen ons lectoraat en we zien ze tijdens de eerste ervaringsreconstructies eigenlijk al vanzelf voorbijkomen. Op een school was er in de onderbouw bijvoorbeeld een leerling die maar niet verder kwam met het getalbegrip. De leerkracht was wanhopig, maar het lukte gewoon niet om elementaire optellen van getallen goed bij te brengen. De discussie ging toen in de richting van kansengelijkheid, wat doe je met zo’n leerling? Zeg je 'dan maar niet', met de grote gevolgen van dien?” licht Theo toe.  

Kruisbestuiving
Door de aanwezigheid van de onderzoekers van DPO vindt er ook kruisbestuiving plaats tussen scholen. “Wij schuiven niet aan als betweter, maar doen gelijkwaardig mee en brengen zo inzichten van buitenaf in. Tegelijkertijd verzamelt ons lectoraat thema’s die op verschillende scholen aan bod komen om deze vervolgens te analyseren. Het kan zijn dat hier raakvlakken uit naar voren komen. Dat kan per school verschillen en moet verder onderzoek uitwijzen,” aldus Sanne. DPO bekijkt ondertussen ook hoe dit onderzoek een rol kan spelen binnen de Pabo.  “Uiteindelijk willen we onderwerpen die we in de praktijk tegen gaan komen binnen de opleiding gebruiken. Ook willen we studenten betrekken, maar hoe dit vorm gaat krijgen, moeten we nog verder uitwerken,” sluit Sanne af.

Even voorstellen
Theo van den Bogaart is opleidingsdocent wiskunde en werkt daarnaast als onderzoeker bij het lectoraat De Pedagogische Opdracht.

Sanne Deckwitz is opleidingsdocent rekenen en wiskunde bij Hogeschool Inholland, Pabo Alkmaar en is onderzoeker bij het Lectoraat De Pedagogische Opdracht.