Den Haag,
18
april
2018
|
16:43
Europe/Amsterdam

Instellingsplan: op naar de tweede helft

Leren van elkaar

Jet de Ranitz, collegevoorzitter Hogeschool Inholland

Vorige week publiceerde de Inspectie van het Onderwijs haar jaarlijkse ‘Staat van het onderwijs’. Een belangrijke conclusie daaruit is dat de sociaaleconomische segregatie toeneemt die ongelijke kansen in het onderwijs en inkomensverschillen dreigt te vergroten.

Deze harde boodschap geeft urgentie aan de ‘Gelijke Kansenagenda’ van minister Ingrid van Engelshoven. Ik ben blij dat zij dit thema, net als haar voorganger Jet Bussemaker, in haar sectorakkoord met het hbo prioriteit heeft gegeven. Het hbo is van oudsher de emancipatiemotor van Nederland, maar de inhoud van onze uitdaging is veranderd en krijgt extra scherpte met wat de Inspectie ons terecht als uitdaging voorschotelt.

Bij Inholland is deze opdracht niet aan dovemansoren gericht. Integendeel. Wij tellen in onze gemeenschap veel studenten met een niet-westerse komaf van verschillende generaties. Niet zelden komen zij bij ons via de mbo-route of na een mislukte studie elders. De aantallen zijn consistent met de bevolkingssamenstelling van de Randstad. Goed nieuws vinden wij: deze ambitieuze jonge mensen weten de weg naar het hoger onderwijs te vinden. En onze rendementen lijden er niet onder: ons opleidingsrendement (vanaf het begin van de opleiding) ligt hoger dan het hogeschool gemiddelde. Een nieuwe start maakt dus niet minder kansrijk. En toch vertelt de Inspectie ons dat het stapelen voorkomen had kunnen worden en dat velen hun potentieel onvoldoende kunnen benutten. Uit onze cijfers blijkt ook dat de ‘reguliere’ studenten met een havodiploma allerlei barrières ondervinden op hun pad; nominaal studeren is voor hen evenmin vanzelfsprekend.

 

Jet de Ranitz, collegevoorzitter Hogeschool Inholland
In vrijwel alle kengetallen is een stijgende lijn zichtbaar. Dit stelt ons in staat welverdiende complimenten uit te delen voor de enorme prestatie die door onze collega’s is geleverd, samen met studenten en werkveld.
Jet de Ranitz, collegevoorzitter Hogeschool Inholland

Midterm review: de feiten op een rij
Het is niet voor niets dat ik deze (en nog veel meer) cijfers in mijn hoofd heb. We zitten namelijk midden in een midterm review van ons Instellingsplan ‘Durf te Leren’ en daarvoor hebben we de feiten op een rij gezet. We voeren gesprekken met onze Raad van Toezicht, externe stakeholders (bijvoorbeeld de leden van onze raden van advies van de vestigingen), onze collega’s, onze studenten en natuurlijk ook de Hogeschool Medezeggenschapsraad. Hoe oordelen zij over onze resultaten tot nu toe en welke uitdagingen zien zij voor de tweede helft van het Instellingsplan?

Met de Raad van Toezicht hebben we lang gesproken over wat realistische én motiverende doelstellingen zijn, in het licht van wat we al bereikt hebben. En wat daarvoor nodig is. Begrijpen we goed genoeg wat de drijvers zijn van onze kwaliteit en wat het meest bijdraagt aan studiesucces, juist gezien onze gemeenschap? Welke best practices willen we komende jaren breder gaan toepassen? Werkveldpartners wijzen ons op de arbeidsmarkt tekorten, op de invloed van ICT op zo ongeveer alles. Mbo- en vo-partners willen graag werken aan een goede doorstroom. Allemaal adviseren ze ons vooral geen tijd te verliezen.

‘We zijn wel klaar met het verleden’
Collega’s krijgen oog voor de enorme prestatie die de afgelopen jaren door hen is geleverd, samen met studenten en werkveld. Even stil staan bij de cijfers stelt ons in staat welverdiende complimenten uit te delen voor de gestaag stijgende lijn die in vrijwel alle kengetallen zichtbaar is. Voor alle accreditaties, zonder herstel. Voor de onderdelen die het oordeel ‘goed’ kregen van de visitatiecommissies. Voor succesvolle ingrepen: de visie ‘de gezonde samenleving’ die onderwijs en onderzoek focus geeft; minder vaak en effectiever toetsen; afstuderen op een beroepsproduct in plaats van theorie; geslaagde nieuwe opleidingen voor werkenden; om er maar een paar te noemen. Ze zeggen: “We zijn wel klaar met het verleden. Vanuit hernieuwde trots gaan we ervoor. Als we meer leren van elkaar, kunnen we het nog beter doen. Als je talent hebt, krijgen wij het eruit – rugzak of niet.”

Studenten willen goede communicatie en feedback
Deze week sprak ik met studenten – leden van studieverenigingen, opleidingscommissies en medezeggenschapsraden. Ze gaven mooie voorbeelden van begeleiding door docenten, maar het is duidelijk dat hierin nog te verbeteren valt. Waar de één heel tevredenis, is de ander er niet over te spreken. De verschillen tussen docenten en opleidingen zijn groot. De studenten gaven aan goede communicatie en wederzijds respect belangrijk te vinden. Het onderwijs wordt regelmatig geëvalueerd, maar niet altijd komt er feedback over wat we ermee gedaan hebben. Ik vond het fijn dat de studenten kritisch waren. Daar kunnen we verder mee. Ze konden ook veel goeds benoemen en waren blij dat we op deze manier het gesprek aangaan. “Ik vind het leuk om te horen hoe het bij andere opleidingen gaat,” aldus een student. Aan het eind van ons gesprek kregen we een compliment: “Aan Inholland ben je geen nummer. Dat moet echt zo blijven.”

Komende vrijdag is ons eerste overleg met de Hogeschool Medezeggenschapsraad over de midterm review. Vanaf het delen van de eerste beelden tot een uitgewerkt plan, compleet met begroting: samen nemen we verantwoordelijkheid. Samen bouwen we aan de hogeschool. Dat is aan Inholland nooit anders geweest, maar nu het straks moet uitmonden in een aangescherpt Instellingsplan is het weer even spannend. Dat vormt straks de basis voor ons voorstel voor een kwaliteitsafspraak. Eén ding verwacht ik in dat voorstel wel te zullen opschrijven: namelijk onze bijdrage aan de Gelijke Kansen-agenda. De vraag is niet ‘of’, maar ‘hoe’ we die het beste kunnen leveren.

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.