Amsterdam,
23
juni
2021
|
10:02
Europe/Amsterdam

Monitoring: de mond, spiegel van de samenleving

Oratie ACTA-hoogleraar en Mondzorgkunde-docent Monique van der Veen

“De eerste dingen waar ik op let als ik iemand ontmoet zijn iemands ogen en iemands lach”, vertelt Monique van der Veen, docent Mondzorgkunde van Inholland, onlangs benoemd tot hoogleraar Monitoring in Mondgezondheid en Preventie aan de Vrije Universiteit Amsterdam bij de faculteit tandheelkunde (ACTA). Maar waar de meeste mensen slechts registreren of iemand een aangenaam gezicht heeft om naar te kijken, daar reikt de interesse van Monique veel verder. “Zoals het gezegde gaat: ‘zeg me wie uw vrienden zijn, dan zeg ik wie u bent’, zo geldt dat ook voor ‘toon me je gebit en ik vertel wie je bent’”, zegt ze. Vandaag op 23 juni 2021 spreekt ze om 15:45 haar inaugurele rede uit.

De oratie is openbaar en te volgen via YouTube-kanaal VU Beadles office:

Naar de tandartsbus
“Mijn fascinatie voor mondgezondheid en mondhygiëne begon vrij jong, op achtjarige leeftijd. In het dorp waar ik ben opgegroeid was er namelijk geen tandarts. Mijn eerste ervaring met een tandarts was dan ook vrij laat. Ik zat al op de lagere school en er kwam een keer per half jaar een ‘tandartsbus’ bij ons in het dorp langs. Het resultaat van die late eerste controle was dat er gaatjes in mijn blijvende kiezen waren ontstaan, niet iets waar je blij mee bent natuurlijk. Maar die ervaring heeft er via enkele omwegen wel voor gezorgd dat ik, juist vanuit eigen ervaring, weet hoe belangrijk een goede mondhygiëne, van jong tot oud is. Hoe mooi zou het zijn, als iedereen tot op hoge leeftijd zijn eigen gezonde gebit kan behouden?

Gebit legt ongelijkheid in de samenleving bloot
“Ik heb me altijd afgevraagd hoe het toch kwam dat sommige mensen veel sneller tandvleesproblemen ontwikkelden en veel sneller ziek werden en anderen niet. Er zijn natuurlijk verschillen in wat we eten: sommige mensen eten veel meer zoet beleg en anderen hartig. Het aantal eet- en drinkmomenten is vergeleken met de jaren ’70 toegenomen: waar we voorheen drie keer per dag iets aten, is dat nu opgelopen tot vijf à zes keer per dag met alle tussendoortjes en snacks. Ook zie je dat door cultuur ingegeven voedingsgewoontes soms nadelig kunnen zijn voor een gezond gebit. En natuurlijk kunnen we mensen voorlichten, maar we zien dat preventieve maatregelen vooral worden opgepikt door mensen met een hoge sociaal economische positie (SEP). De gezondheidskloof met de lage SEP-groep wordt steeds groter. En waar er wél steeds meer aandacht komt voor de toename van bijvoorbeeld obesitas, zie je dat mondhygiëne nog vaak over het hoofd wordt gezien. Terwijl je juist met een geïntegreerde aanpak met de hele keten van zorg en sociaal welzijn meerdere vliegen in een klap kunt slaan.”

Geïntegreerde aanpak meest succesvol
Een van de onderzoeken die voor mij echt laten zien hoe samenwerking kan leiden tot directe praktische resultaten is te zien in het onderzoek dat we hebben verricht in het kader van het ‘Programma Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht’. In de wijken Nieuw-West en Oost gingen we in gesprek met ouders die in buurtcentra taalles volgden. We vroegen hen naar hun eetgewoontes, hun beweging, maar we gaven hen óók heel praktisch een poetsworkshop. Ook voor onze studenten heel leerzaam om deel te nemen in dit onderzoek en uit te vinden wat de balans is tussen iemand willen helpen en tegelijkertijd iemand in zijn waarde laten.

Van dadels naar appels
Ze leren echt goed luisteren en doorvragen. Er zijn in Amsterdam bijvoorbeeld diverse scholen waar kinderen alleen water mee mogen nemen als drinken en fruit als tussendoortje. Natuurlijk een prachtig initiatief! Uit gesprekken kwam echter naar voren dat veel ouders dit ‘zielig’ vinden en vervolgens hun kinderen thuis dan een pakje drinken aanbieden. Onze studenten probeerden in het onderzoek dan ook een groep moeders voorlichting te geven hoe belangrijk het is dat hun kinderen ook thuis water dronken. Toen een van de dames vervolgens trots vertelde dat haar kinderen thuis wel alleen maar fruit aten, was dit natuurlijk erg positief om te horen… tot ze vol trots de ‘fruitschaal’ op tafel zette vol met gedroogde dadels … Het is dan de kunst om te luisteren en open te staan voor de goede bedoeling en tegelijkertijd een gezonder alternatief te bieden.

Met preventie en onderzoek de gezondheidskloof verkleinen
Hoewel mondaandoeningen op de derde plaats van meest kostbare ziekten in Nederland staan en cariës -gaatjes in het gebit- en tandvleesproblemen goed te voorkomen zijn, lukt dat lang niet iedereen. Ik hoop met mijn aanstelling met participatief actieonderzoek maatregelen ontwikkelen die aansluiten bij de belevingswereld van de lage SEP-groep, waar de nood het hoogst is. Dit vergt een integrale aanpak met de hele keten van zorg en sociaal welzijn, omdat mondaandoeningen gerelateerd zijn aan andere leefstijlaandoeningen, zoals obesitas, diabetes en hart en vaatziekten. Op dit moment wordt de mondgezondheid nog te weinig als deel van de algemene gezondheid gezien. Er wordt nog te weinig aan preventie gedaan. Gelukkig is preventie een thema waarvan steeds meer het belang wordt ingezien. Niet alleen extern, maar ook bij Inholland zelf zie je aandacht voor preventie met de oprichting van het Centre of Expertise Preventie in Zorg en Welzijn.

'Je mond is je visitekaartje'
Door te kiezen voor een gezamenlijke aanpak van risicofactoren hopen we veel mond- en daarmee gezondheidsleed te voorkomen. En niet alleen gezondheidsleed… met een slecht gebit hebben mensen vaak minder zelfvertrouwen, hebben ze minder kans op een goede baan, minder kans op een relatie, vriendschappen… je mond is écht je visitekaartje”.

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.