Rotterdam,
05
januari
2021
|
08:22
Europe/Amsterdam

Studenten helpen AZ en ADO Den Haag via nieuwe leermethode: de Inholland-proeftuin

Ook voor een doorgewinterde en zeer professionele accountant als die van voetbalclub AZ was het totaal nieuwe materie: hoe verwerk je de compensatie - die is betaald aan seizoenkaarthouders van AZ vanwege het wegvallen van wedstrijden door corona - in de jaarrekening? Gelukkig waren Accountancy-studenten van Inholland op dat moment net bezig met het analyseren van allerlei vraagstukken rond de jaarrekening van AZ. Deze vraag was een kolfje naar hun hand: een écht en heel actueel probleem! Samen met de accountant stortten zij zich erop. Hun uitzoekwerk, vertelde de accountant later aan docent Stephanie over de Linden, heeft hem heldere inzichten gegeven. Ruby Geijssen was één van de betrokken studenten: “Zo gaaf als je zo’n man kan vertellen hoe het volgens jou zou moeten!”

Van vakgericht naar geïntegreerd onderwijs
Ruby nam samen met andere derdejaarsstudenten Accountancy van Inholland Alkmaar van september tot november 2020 deel aan de negenweekse proeftuin AZ. Dergelijke proeftuinen draaien ook binnen de Accountancy-opleidingen van Inholland Rotterdam en Diemen. Zo onderzochten Rotterdamse studenten in diezelfde periode bijvoorbeeld financiële risico’s en ethische dilemma’s bij voetbalclub ADO Den Haag. Dan gaat het bijvoorbeeld over transferbedragen. Wat ze anders op school zouden leren tijdens de lessen ‘administratieve organisatie’, ‘controleleer’ en ‘externe verslaglegging’ leren studenten in zo’n proeftuin door in de praktijk aan de slag te gaan met verschillende vragen en opdrachten rondom bijvoorbeeld de winst- en verliesrekening van een voetbalclub.

Deze projecten worden niet voor niets proeftuinen genoemd. Volgens het woordenboek is een proeftuin een gebied waar iets nieuws wordt uitgeprobeerd. “En dat is precies wat we hier aan het doen zijn,” aldus Erwin Tuin, docent en coördinator Accountancy Alkmaar en één van de geestelijk vaders van de proeftuin. “De ervaringen uit de proeftuin vormen de basis voor een grondige curriculumvernieuwing. Van vakgericht willen wij naar meer geïntegreerd onderwijs.”

Geen platte tentamens
Geïntegreerd onderwijs geven betekent dat collega’s van verschillende vakken geregeld samen voor de klas staan. De leerstof wordt aan de hand van concrete opdrachten uit het werkveld gezamenlijk behandeld. Zo worden studenten beter voorbereid op de beroepspraktijk. In hun latere baan hebben ze immers ook al hun kennis tegelijkertijd nodig: ze zullen zich niet van 9 tot 10 uur alleen met controleleer bezighouden en dan van 10 tot 11 uur overgaan op uitsluitend administratieve organisatie.

De grootste vernieuwing zit ‘m in de toetsing. Erwin: "Wij toetsen tussentijds in plaats van pas na afloop van het hele blok. Geen platte tentamens meer maar tussendoor opdrachten en deeltoetsen. Voordeel is dat studenten zo voortdurend met de leerstof bezig zijn in plaats van dat ze die er vlak voor een tentamen even instampen. Uit onderzoek blijkt dat kennis dan langer blijft hangen." Studenten worden op deze manier letterlijk bij de les gehouden. Een enorm pluspunt, vindt Erwin: “Niets leukers dan les geven, maar in de oorspronkelijke vorm leveren docenten 70 procent van de inspanning en de studenten 30 procent. Ik ren en vlieg tijdens colleges, zij zitten passief te luisteren. Die verhouding wordt nu omgedraaid.”

Minder consumeren, meer produceren
Niet dat docent controleleer Conja Stouten van Inholland Rotterdam tijdens die eerste negen schoolweken in haar ADO-klas nou op haar lauweren kon rusten, maar de lessen waren wel anders ingevuld en de studenten waren inderdaad veel actiever dan tijdens haar ‘ouderwetse’ colleges. “Vroeger behandelden we de vraagstukken uit het boek klassikaal. Nu moesten ze die zelf maken. Alleen dan konden ze verder met de vervolgopdrachten.” Dat studenten op deze manier verplicht worden meer te produceren en minder te consumeren, is volgens Conja een meerwaarde van deze ‘nieuwerwetse’ onderwijsvorm.

“Je bent eigenlijk nooit helemaal klaar met de stof zoals na een tentamen”, zegt studente Ruby Geijssen die deelnam aan de AZ-proeftuin. “Je kunt je kennis steeds verder verbreden of verdiepen door oplossingen te zoeken voor vragen of problemen die je tegenkomt. Je moet daar zelf je weg in vinden.” “Dat was voor jullie wel even wennen”, reageert docente Accountancy Stephanie over de Linden bij Inholland Alkmaar. “In het begin wisten we niet direct hoe we het moesten aanpakken, maar gaandeweg kwamen we er wel in”, beaamt Ruby. Ze vindt het "best goed om in het diepe gegooid te worden en dan op school te sparren met de docenten of je wel de goede kant op gaat.” Deze manier van werken vraagt volgens haar niet alleen meer zelfstandigheid maar ook een stukje professionaliteit. “Het is makkelijker een vraag te stellen aan je docent dan aan de accountant van AZ; die heb je hoog zitten. Daar denk je van te voren wel even goed over na.”

Een fijne mix van alles
Net als straks op de werkvloer werken de studenten in de proeftuinen in teams. Ze moeten er samen uitkomen. Dat betekent dat ze veel met elkaar moeten overleggen, gezamenlijk knelpunten moeten tackelen en elkaar feedback moeten geven. Is er doorgaans vooral sprake van eenzijdige communicatie en feedback van docent naar student, in deze proeftuinen is onderlinge feedback en een goede communicatie tussen álle partners, denk aan studenten, docenten en de voetbalclub, essentieel. “Als ik zie dat mijn studenten lekker met de stof bezig zijn, met elkaar overleggen, elkaar bevragen en discussiëren, maakt mijn hart een sprongetje,” zegt Erwin. Ook de verschillende gehanteerde methodes, van weblectures tot werkgroepjes, worden gewaardeerd. Stephanie: “Blended learning is een fijne mix van alles.”

Zijn er dan helemaal geen knelpunten? “Mmmmmm”, reageert Ruby, zij kan er zo snel niet opkomen. Stephanie weet er wel één: “Werken in groepen is altijd een uitdaging in het onderwijs. Daarom lieten wij als extra controle studenten anoniem een aantal vragen over met name de samenwerking beantwoorden. Wat vind je van die samenwerking? Zijn er zaken die je graag nog zou willen bespreken? Ben je tevreden over de producten? Zo konden wij als docenten zien of het team op één lijn zat en eventuele meningsverschillen bespreken.” Conja Stouten maakte zich aanvankelijk een beetje zorgen of studenten de stof wel écht helemaal beheersten: door het gebrek aan klassikale feedback had ze daar onvoldoende zicht op. Daarom bouwden zij en haar onderwijspartner, een docent administratieve organisatie, een tussenstapje in: zij legden de studenten in de les aan de hand van een aantal eenvoudige casussen inhoudelijke vragen voor die zij online konden beantwoorden. Als een groot deel het antwoord fout had, wisten zij en haar collega dat extra uitleg nodig was.

Corona als spelbreker
De grootste tegenslag kwam van buiten. “Corona gooide roet in de proeftuin,” zegt Erwin. Hij had grootse plannen om klaslokalen in te richten als kantoorruimtes met boekenkasten, naslagwerken en dockstations waarin studenten, mét een bak kantoorkoffie, aan het werk zouden gaan en de docenten rond zouden lopen als consultant en vraagbaak. Helaas, vanwege het virusgevaar mochten studenten maar drie klokuren per week op school komen in plaats van de geplande drie (bijna) volle kantoordagen van 09.00 tot 16.00 uur. Bovendien moesten ze over drie lokalen worden verdeeld.

Maar, verzekert Erwin, dit uitstel wordt zeker geen afstel. Want hij en zijn Inholland-collega’s zijn ervan overtuigd dat deze nieuwe manier van lesgeven, studeren, werken en samenwerken met het beroepenveld dé onderwijsvorm van de toekomst is. “Ik kan 1000 uur vertellen over mijn vak, maar het komt pas echt binnen als studenten er zelf mee bezig zijn.” En dat ze daarmee een echte accountant van een heuse voetbalclub konden helpen, is mooi meegenomen.

Inmiddels zijn de proeftuinen hun tweede periode ingegaan. Tijdens dit blok staan de vakken fiscaal recht, controleleer, consolideren en externe verslaglegging centraal.