03
juli
2023
|
08:15
Europe/Amsterdam

‘Als Hagenees, Marokkaanse Nederlander, moslim, onderzoeker én papa ben ik meerdere personen’

#2. Mieke van den Berg en Samir Achbab over identiteit(en)

Samir_Achbab

Inholland-collegelid Mieke van den Berg gaat deze keer in gesprek met Samir Achbab. Samir is senior onderzoeker bij het lectoraat Diversiteitvraagstukken en houdt zich in zijn werk bezig met vraagstukken rondom het stimuleren van kansengelijkheid. Of je gelijke kansen hebt, blijkt ook af te hangen van iemands identiteit(en). Vanuit een interne gedrevenheid pleit Samir voor meer kennis en inzicht in denkbeelden en leefwerelden van mensen die, in eerste instantie, niet op je lijken. 

Mieke: Kun je vertellen wie je ‘bent’ en wat in het leven belangrijke momenten voor je zijn geweest?
Samir: “Ik ben Samir Achbab, ik ben geboren in 1985 en een geboren en getogen Hagenees. Daar ben ik echt trots op. Daarnaast heb ik een Marokkaanse achtergrond. Mijn ouders komen uit Marokko. Eigenlijk ben ik zoveel: ik ben moslim, een Marokkaanse Nederlander, een Riffijnse Nederlander, Hagenees, onderzoeker, echtgenoot, papa van twee zoontjes, een zoon, een broer. Ik beschik, net als andere mensen, over heel veel verschillende deelidentiteiten. Ik kom uit een gezin van vier kinderen, waarin ik lang de middelste ben geweest, maar er kwam nog een nakomertje. Ik woon inmiddels sinds kort zelf met mijn gezin in Delft, maar mijn familie woont nog altijd in Den Haag, waar ik heel frequent kom.”

Mieke: “Ik ben net 57 jaar geworden, ik ben moeder van twee kinderen van 20 en 18 jaar. Ik woon ruim 25 jaar in Amsterdam en voel me Amsterdams. Mijn man is een échte Amsterdammer en onze kinderen zijn er ook geboren. Ik kom eigenlijk uit Noord Brabant, woonde tijdens mijn middelbare school in Friesland en ging studeren in Groningen. De klik met mijn man had ik met mijn vorige liefdes niet, vooral omdat de achtergrond teveel verschilde.”

“Wat waren voor jou belangrijke momenten in je leven?”
Samir: “Dat is een heel ingewikkelde vraag, er zijn zoveel belangrijke momenten in mijn leven geweest. Een belangrijk moment was in ieder geval dat ik pas heel laat wist wat ik leuk vond aan school. Ik ben een eerste generatie student in de familie en ik wist tijdens mijn middelbare schooltijd niet welke richting ik eigenlijk uit wilde gaan. Ik wist wel dat mijn interesses bij geschiedenis en politiek lagen, ik was echt een politieke nieuwsjunkie. Maar om die interesses om te zetten in een juiste studie, dat is echt heel lastig als je daarin niet ondersteund wordt. Terugkijkend vond ik dat ik op de middelbare school daar ook niet in werd begeleid. 

Ons gesprek over de inclusieve wereld van morgen

Diversiteit, de verscheidenheid die bestaat tussen mensen, is een uitgangspunt van het beleid van Hogeschool Inholland. Inclusie, het erkennen, waarderen en bevestigen van mensen, vereist ook het daadwerkelijk kennen van elkaar. Dit leren kennen van elkaar vindt onder meer plaats door het delen van verhalen. Mieke van den Berg  gaat maandelijks in gesprek met een Inholland-collega of Inholland-student om betekenisvolle verhalen op te halen en daarmee nog meer ruimte geven aan de verschillende perspectieven en levensverhalen van collega’s en studenten binnen Inholland. Facilitator van de gesprekken is Machteld de Jong, lector Diversiteitsvraagstukken.

“Ik had het liefst politicologie, sociologie of geschiedenis willen gaan studeren, maar al mijn vrienden  lachten me uit en triggerden met vragen als: wat word je dan, wat verdien je dan? Op die leeftijd ben je gevoelig voor peer pressure, daarom werd het bestuurskunde. Dat is een multidisciplinaire opleiding en je kreeg een beetje politicologie, sociologie, rechten en economie.” 

“Daarnaast speelde ook mee dat je de stem van je ouders in je gedachten hoort: we zijn naar Nederland gekomen zodat jij het goed hebt en kunt klimmen op de maatschappelijke ladder. Een goede baan is dan ook heel belangrijk. Ik haalde prima cijfers en had een focus op presteren, maar echt weten waar ik gelukkig van werd, wist ik niet. Dit duurde tot mijn afstudeeropdracht, toen ik  onderzoek deed naar organisatiecultuur bij een school in Amsterdam Nieuw-West. Ineens ervoer ik: dit is wat ik wil, wat ik leuk vind en wat ik goed kan, onderzoek doen.”

“Dat is toch heel jammer, dat je je pas zo laat, in de staart van je opleiding, realiseert wat je goed kunt en wat je wilt. Daar laat het onderwijs wel iets liggen, zeker bij jongeren die als eerste gaan studeren uit hun familie. Wat me daardoor extra drijft, als mens, is dus die talentherkenning en talentontwikkeling bij jongeren die in sociaaleconomisch kwetsbare posities zitten. Juist zij zijn gebaat bij de kracht van het onderwijs, als emancipatiemotor. Dat wat betreft dit nog heel veel te winnen is in het onderwijs en dat we nog altijd talent verspillen, dat zit heel diep in mij en dat drijft me in mijn werk.”

“Dus een heel belangrijk moment in mijn leven was dat ik me realiseerde wat ik goed kan, wat ik leuk vind en wat ik wilde doen voor werk. En dat was onderzoek doen naar sociale vraagstukken.”

Mieke: “Hoe ben je bij het lectoraat Diversiteitvraagstukken van Inholland gekomen?”
“Ik ken Machteld (Machteld de Jong, lector Diversiteitsvraagstukken, red.)  al heel lang en nadat ik een aantal jaar bij de Vrije Universiteit (VU) had gewerkt aan mijn proefschrift, kwam er een vacature vrij als onderzoeker en daar heb ik op gereageerd. In het lectoraat kan ik al mijn interesses kwijt omdat we op een heel breed vlak onderzoek doen naar kansenongelijkheid in relatie tot de samenleving. Dat spreekt me enorm aan’.

Mieke: “In deze gesprekken staan de thema’s diversiteit en inclusie centraal. Wat betekenen deze thema’s voor jou en hoe geef je daar zelf invulling aan?”
Samir: “De thema’s diversiteit en inclusie betekenen heel veel voor mij. Diversiteit is voor mij de realiteit, mijn leven is divers, ik ben opgegroeid in een multiculturele context, in multicultureel Den Haag, dat is echt geen vraagstuk voor mij. Wat wel van belang is, hoe ik daar professioneel invulling aan geef.”

“Ik vind het dan ook heel mooi dat ik bij het lectoraat aan de slag kan met een thema als stagediscriminatie. En dan gaat het in essentie om arbeidsmarktdiscriminatie. Uitsluiting van arbeid is zeer schadelijk want arbeid is een cruciale maatschappelijke verdelingsmechanisme en een bron van creativiteit en welvaart. Vooral in mijn tiener- en adolescente jaren, waarin ik op zoek was naar bijbaantjes, heb ik dat ook wel meegemaakt, keiharde uitsluiting, racisme. Dat heeft een grote impact op mensen. Ik ben dan ook heel blij dat ik via mijn werk invulling kan geven aan iets dat voor mij heel belangrijk is: een superdiverse, inclusieve samenleving waar iedereen een plek kan krijgen, ook op de arbeidsmarkt.”

Mieke van den Berg

Mieke: “Heb je een eyeopener gehad door jouw onderzoek?
“Wat ik heb ontdekt bij de analyse van de gegevens rondom stagediscriminatie binnen het onderzoek dat we nu uitvoeren, is dat stagediscriminatie heel erg onder iemands huid kruipt. Het is meer dan een afwijzing krijgen, maar je gaat er op andere momenten ook naar gedragen. Je minder voelen. Waar ik ook van schrok was het verhaal van een studente die vertelde dat ze tijdens de stagemarkt op de hogeschool was verteld dat ze wel mocht komen stagelopen, maar dan moest ze wel haar hijab, haar hoofddoek, afdoen. Zijzelf had haar schouders erover opgehaald, maar haar medestudent vond die opmerking niet kunnen en heeft toen  een melding gedaan bij de opleiding. Dit was dus een werkgever die op bezoek was op een stagemarkt van de hogeschool. Dit laat weer zien dat er zelfs op bezoek bij een hogeschool er geen enkele schroom was om een student te discrimineren. Eigenlijk  voel ik niet eens verbazing, maar het irriteert me wel.”

Mieke: “Ja, ik heb hetzelfde gevoel. Ik ga dit zeker agenderen want we willen natuurlijk graag stageadressen die inclusie en diversiteit omarmen.”
Samir: “Wat ik ook mooi vind om te zien, is dat er binnen het lectoraat ruimte is voor studenten die zelf met een afstudeervoorstel komen. In mijn studieperiode en tijdens mijn opleiding was het toch meer zakelijk. Er was weinig bewustzijn of ruimte voor vraagstukken die jongeren persoonlijk bezighielden. Het lectoraat biedt die ruimte wel en we gaan ook met de studenten in gesprek, gedurende het onderzoek en aan het einde van hun afstudeerperiode geven ze altijd een presentatie voor het team. Dat is heel interessant. Inholland biedt jongeren via onderzoek en via onderwijs echt de ruimte met de vragen om te gaan die spelen in hun leven.”

Mieke: “Inholland’s missie is een bijdrage te leveren aan de inclusieve wereld van morgen. Welke rol zie je daarin voor jezelf?”
Samir: “Ik vind het heel goed dat Inholland diversiteit en inclusie zo nadrukkelijk agendeert. Door mijn proefschrift op te leveren en mijn kennis wereldkundig te maken, hoop ik hieraan bij te dragen. Mijn proefschrift richt zich op het analyseren van de veranderende verzorgingsstaat vanuit een narratief perspectief. Hoe geven professionals in het lokaal sociaal domein betekenis aan de decentralisaties en het streven naar een inclusieve arbeidsmarkt?”

“Ten tweede weet ik dat aandacht alleen voor diversiteit niet genoeg is, maar je ook moet inzoomen op de schaduwkanten van het diversiteitswerk, dus op racisme, discriminatie en uitsluitingsmechanismen in de samenleving. Ik wil via de onderzoeken van het lectoraat een bijdrage leveren aan deze bewustwording, en pijnstukken agenderen die ook bij diversiteit horen en waar we niet voor moeten wegduiken. Dat is voor mij persoonlijk ook heel belangrijk.”

Mieke: “In het begin van het interview benadrukte je dat je meerdere identiteiten hebt, net als ieder mens uiteraard. Kun je iets vertellen over de combinatie van vader zijn en onderzoeker zijn in relatie tot het thema diversiteit en inclusie? Wat geef je jouw kinderen mee uit jouw werk, zowel inhoudelijk als vanuit de wijze waarop je jouw werk doet?”
Samir: “Ik probeer mij in mijn werk hard te maken voor het tegengaan van stagediscriminatie. Ik werk vanuit idealen en wil de weg minder hobbelig maken voor de volgende generatie(s) inclusief mijn eigen kinderen. Juist omdat ikzelf heel wat arbeidsmarktdiscriminatie heb meegemaakt op jonge leeftijd. Ik wil niet dat zij diezelfde uitsluiting zullen meemaken. Ik hoop bij te kunnen dragen aan een wereld waarin discriminatie en racisme het liefst helemaal verdwijnen. Via mijn werk als onderzoeker kan ik zowel vanuit onze onderzoeksresultaten als vanuit ervaringskennis bijdragen aan de bewustwording van deze kwalijke uitsluiting van mensen. Mijn kinderen zijn nog heel jong, maar ik geef ze in kindertaal mee dat alle mensen gelijk zijn en dezelfde rechten hebben, ongeacht de specifieke omstandigheden waarin ze leven.”  

Mieke: “Welke vraag wil je mij nog stellen, een vraag die je misschien niet durft te stellen?”
Samir: “Ik weet wel een vraag. We hebben gezien bij diversiteit dat de aandacht in golven gaat. Soms is er veel aandacht (en geld) voor, maar het kan ook zomaar weer uit beeld zijn. Hoe zorg jij er als lid van het College van Bestuur voor dat de aandacht voor diversiteit en inclusie structureel blijft?”

Mieke: “Dat is een heel goede vraag. Afgelopen week zei iemand tegen mij dat ik echt het boegbeeld ben van diversiteit en inclusie. Ik vind dat mooi om te horen. Het mag echter niet afhankelijk van mijn inzet zijn natuurlijk en dat is bij Inholland ook niet het geval. We vinden het ook een erg belangrijk thema waar we veel ruimte voor maken. Dit doen we via het landelijk overleg diversiteit en inclusie en de taskforce diversiteit en inclusie. Ook ben ik voorzitter van de Community of Practice Diversiteit waarmee ik laat zien dat ik echt betrokken ben en ik hier ook over bevraagd kan worden. Door iedereen, ook door studenten. Ik ervaar ook dat er continu impulsen zijn binnen de organisatie om dit thema verder op te pakken en structureel in de organisatie te verankeren. Ik ervaar ook dat we bij Inholland echt goed met diversiteit en inclusie bezig zijn en ik bewaak ook echt dat dit zo blijft.”

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.