11
mei
2023
|
15:14
Europe/Amsterdam

De Pedagogische Opdracht helpt bij vernieuwen onderwijsprogramma Pabo

POST hbo 2

De Pabo krijgt in 2024 een vernieuwd onderwijsprogramma dat zorgt voor toekomstbestendige onderwijsprofessionals. Bij dit grote innovatietraject werkt Inholland samen met basisscholen, studenten, docenten en lectoraten zoals De Pedagogische Opdracht. Lector Mascha Enthoven en Pabo-docent Pieter Snel vertellen over hun betrokkenheid bij dit proces.    

De mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan het nieuwe curriculum van de Pabo sluit goed aan op de ambitie van het lectoraat De Pedagogische Opdracht (DPO). Dit lectoraat zet zich namelijk in voor het versterken van de professionaliteit van de leraar en van de kwaliteit van het lerarenberoep. "In het werk van het lectoraat DPO nemen het als leraren- of docententeam collectief onderzoeken van het eigen handelen en het daarbij benutten en creëren van kennis een belangrijke plaats in. Dit gedachtegoed is ook verwerkt in het vernieuwde onderwijsprogramma," legt Mascha uit.  

Verantwoordingskracht
Bij het ontwerpen van een nieuw curriculum voor Pabo-studenten is het belangrijk om naar professionele ontwikkelingstaken en de huidige positie van leraren te kijken, zodat de opleiding hierop in kan spelen. Mascha merkt al jaren dat leraren zich een speelbal voelen en analyseerde waar dit gevoel vandaan komt. Er blijkt een kloof te zitten tussen wat de buitenwereld van het onderwijs vraagt ten opzichte van wat leraren en professionals die met die kinderen werken voor ogen hebben. “Het onderwijs krijgt allerlei prikkels vanuit de maatschappij en wordt haast gedwongen bepaalde taken op te pakken terwijl leraren ook te maken hebben met de maatschappij waarin hun school staat. Hoe komen kinderen de school binnen, wat is hun achtergrond en hoe kun je daar als team op inspelen? Neem hiervoor de professionaliteit van (aanstaande) leraren als uitgangspunt. Laat leraren mede-onderzoekers worden van de grotere maatschappelijke situatie waarin zij werken om effectief handelen voor hun leerlingen te ontwikkelen en om een sterkere positie in te nemen in het grote onderwijssysteem,” zegt Mascha.

Het is mooi om te zien dat veel leerkrachten vanuit zichzelf al op deze manier werken, maar vaak ontbreekt hen de taal om dit handelen te expliciteren. “We werken als lectoraat met leraren, ib'ers, schoolleiders en bestuurders die heel bewust kiezen voor hun beroep en juist ook voor maatschappelijke, sociaal- economische context waarin de school staat. We willen van hen leren en hen equiperen anderen te helpen begrijpen wat zij doen en waarom en anderen inspireren dit ook te doen.” De professionalisering die ik als lectoraat beoog, is leraren hierbij ondersteunen zodat zij zelf in staat zijn te onderbouwen wat ze doen en waarom, maar het gaat er ook om dat ze hun handelen kunnen herzien als iets niet werkt. Ik noem het verantwoordingskracht in plaats van verantwoordingsplicht,” gaat Mascha verder.  

Onderzoekend vermogen
Wat de professionele ontwikkelingstaken betreft, neemt ook het onderzoekend vermogen een belangrijke plaats in binnen het nieuwe curriculum. “Veel van wat leraren doen, is vooraf niet te plannen. Ze handelen in het primaire proces en tegelijkertijd ook met hun team. In dat handelen moet de kracht zitten, daar begint het,” legt Mascha uit. Het is belangrijk dat je als leerkracht in staat bent om wat je ziet en opmerkt met je team te delen. “Pabo-studenten kunnen hier tijdens hun stage al mee beginnen door te analyseren wat er om hen heen gebeurt, vanuit welke perspectieven ze daarnaar kunnen kijken en welke literatuur daarop aansluit. Vervolgens kunnen ze de verdieping in gaan om een situatie te verbeteren.” 

Bij de Pabo wordt traditioneel het onderzoekend vermogen getoetst bij het schrijven van een onderzoeksverslag, waarmee studenten hun opleiding afsluiten. “Het idee was dat studenten op deze manier vanzelf een onderzoekende houding in de klas krijgen, maar die relatie blijkt niet zo sterk, er zijn zelfs studenten die hierna niets meer van onderzoek willen weten,” zegt Mascha. Ze hoopt daarom de onderzoekende houding straks door de hele opleiding heen terug te zien. 

klas

Praktijkvoorbeeld 
Op dit moment zijn er al plekken waar de onderzoekende houding van studenten gestimuleerd wordt. Pieter heeft hier een mooi voorbeeld van. “Studenten van de verkorte deeltijd liepen tijdens hun studie tegen een hiaat aan. Zij doen geen afstudeeronderzoek, doordat ze al een hbo of master hebben, maar stelden wel vaak vragen over onderzoek doen. Daarom heeft dit thema een prominente rol gekregen binnen de nieuwe profilering Open aanbod." Het werkt als volgt: studenten kiezen een thema, gaan onderzoeken, doen nieuwe inzichten op en delen de resultaten met hun team.

“Dit stimuleert een onderzoekende houding in de klas, maar er is nog een ander voordeel. We merken namelijk dat deze studenten zich, ondanks hun eerdere werkervaringen, vaak nog wat terughoudend opstellen tegenover ervaren leerkrachten. Nu moeten ze samen met hun team aan de slag, experts binnen de Pabo opzoeken en vervolgens kennis binnen hun werkcontext delen, waar ze ook weer vragen stellen en het collectief van de school benutten. In het begin is het zwemmen, maar al snel ontstaat er een wisselwerking. Studenten voelen zich serieus genomen en leren met en van elkaar,” legt Pieter enthousiast uit. Deze vorm van onderzoek doen past bij het nieuwe curriculum waar studenten vanuit vraagstukken gaan werken. “We gaan opleidingsdidactiek gebruiken die niet alleen gesprekken met studenten stimuleren, maar ook zorgt dat de student kennis vanuit de opleiding met de praktijk deelt en andersom. Bij het Open aanbod wordt de verantwoordingskracht waar Mascha eerder over sprak uitdrukkelijk gezocht en ontwikkeld,” vult Pieter aan.   

evv-inh-pabo-4

Samenwerking 
Het lectoraat stimuleert het onderzoekend vermogen onder andere met het project Feedbackgeletterdheid bij rekenen-wiskunde. Daarin wordt bekeken hoe een leerkracht onderzoekend les kan geven in het vak rekenen en wiskunde. Verder heeft Mascha in samenwerking met de curriculumcommissie een visie op onderzoek geschreven waarbij rekening is gehouden met de verschillen tussen Pabo-opleidingsvarianten en -studenten. Voltijdstudenten zijn vaak nog wat onzeker en hebben meestal een ander startpunt dan deeltijdstudenten. “Dit lossen we op door bij professionele ontwikkelingstaken een soort meetlat naast een student of een groep te leggen. Het gaat er bijvoorbeeld om dat studenten in een team durven spreken over hun ervaringen, maar ook om in het team de ervaring van een collega te helpen duiden. Welke kennis zij benutten en hoe ze naar de maatschappelijke positie van hun school kijken.”

Het team en praktijkbegeleiders vanuit de school zijn tegelijkertijd ook lerend. Het is nog even zoeken hoe de verschillende rollen zich tot elkaar verhouden. Je wordt als student beoordeeld terwijl je tegelijkertijd gelijkwaardig in een team zit. Daar is veiligheid voor nodig. 
“We willen de Pabo op zo’n manier inrichten dat we al heel snel kunnen bepalen wat de leerroute van een student wordt. Flex studenten zijn pedagogisch bijvoorbeeld vaak al heel sterk. Als je de opleiding zo inricht dat je die pedagogische aspecten heel snel kunt valideren, dan geef je studenten ruimte voor de dingen die ze lastig vinden, zoals rekenen,” aldus Pieter.

Toekomst 
In 2024 start de vernieuwende Pabo. “Op dit moment werken we in werkgroepen belangrijke thema’s uit die we vervolgens in proeftuinen testen,” legt Pieter uit. Deze werkgroepen en proeftuinen wisselen informatie uit en maken waar nodig aanpassingen. In september start de ontwerpfase en wordt er een jaar proefgedraaid. Het lectoraat DPO blijft betrokken. “Er zijn de afgelopen jaren, in samenwerking met DPO, meerdere vormen van onderwijs ontworpen zoals het project Onderzoekend vermogen in samen opleiden binnen de Noord-Hollandse Samenscholing en de ‘minor Meesterlijk met Mensen’ waarin persoonsvorming centraal staat. We houden met de betrokken docent-onderzoekers hierover presentaties tijdens de startdagen van het vernieuwde onderwijsprogramma ter inspiratie voor manieren waarop je onderzoekend vermogen kunt stimuleren. Docenten en leraren in de praktijk zijn enthousiast en zien het hierdoor echt voor zich," zegt Mascha enthousiast. 

Binnen het lectoraat is ruimte om te experimenteren en uit te zoeken, juist om die verbinding tussen de Pabo en het lectoraat nog sterker te maken. “Deze verbinding is belangrijk. Vaak wordt de Pabo in media kritisch onder de loep genomen wanneer de kwaliteit van het basisonderwijs ter discussie staat. Je kunt je hiertegen afzetten, maar ik denk echt dat we ruimte hebben om te groeien, ook in academische zin. Lectoraten kunnen daar een sterke rol in vervullen door enerzijds goed onderzoek te kunnen en mogen doen en door wetenschappelijke onderbouwing en kennisontwikkeling te delen. Tegelijkertijd zijn er al docenten die daarin participeren en deze kennis meenemen naar de Pabo’s. Onderzoek en onderbouw wat je doet en waarom je dat doet. Zo werk je aan je eigen verantwoordingskracht en krijg je een nog sterkere professionelere cultuur die onze studenten en de leerlingen in het werkveld zeker ten goede komt,” sluit Mascha af.    

 

Even voorstellen
Mascha Enthoven is lector van De Pedagogische Opdracht. Haar lectoraat richt zich op het versterken van de professionaliteit en verantwoordingskracht van leraren en schoolteams.

Pieter Snel is naast docent levensbeschouwing bij het domein O&I ook voorzitter van de vakgroep en veel betrokken bij projecten over onderzoek en onderwijskunde zoals het vernieuwd onderwijsprogramma voor de Pabo.