Delft,
01
september
2023
|
10:05
Europe/Amsterdam

Elektrische Dragonfly trekt bekijks op Duurzame Luchtvaart Evenement

Studenten en docenten Inholland presenteren technologische innovaties

Inholland studenten met Lodewijk Asscher

De luchtvaartindustrie staat aan de vooravond van grote veranderingen. Dat is nodig ook: de luchtvaart moet duurzamer en minder vervuilend worden. Op het Duurzame Luchtvaart Evenement kwam de Nederlandse luchtvaartindustrie bij elkaar voor inspiratie, het uitwisselen van kennis en om elkaar te ontmoeten. Ook studenten, onderzoekers en docenten Luchtvaarttechnologie van Hogeschool Inholland Delft waren aanwezig. Met name de Dragonfly, het elektrische vliegtuig, gebouwd door studenten, trok veel bekijks en prikkelde de nieuwsgierigheid.

Human capital
Volgens Inholland-programmamanager Arnold Koetje speelt Hogeschool Inholland absoluut een rol rondom duurzame innovatie: “Wij zijn één van de weinige partijen die engineers specifiek opleidt om hieraan te werken. Daarmee bedoel ik met name de transitie naar elektrisch vliegen en het maken of aanpassen van ontwerpen om dit mogelijk te maken. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de ontwikkeling van de elektrische Dragonfly, het eerste vliegtuig in Nederland dat wordt omgebouwd naar een emissievrij lichtgewicht vliegtuig. We zijn volop bezig met de certificering en de laatste modificaties, in de hoop dat de Dragonfly eind dit jaar haar eerste vlucht kan maken. Onze studenten draaien en dragen dit project en krijgen dus al een hele sterke basis rondom elektrisch en/of duurzaam vliegen. Dat zien wij ook als onze rol: zorgen dat het toekomstige ‘Human Capital’ is toegerust om die benodigde transitie te maken.”

Antoine Gerritse en Lodewijk Asscher

‘Het kan alleen samen’
Dat elektrisch vliegen alleen niet dé oplossing is, bleek ook tijdens het event, georganiseerd vanuit de Duurzame Luchtvaarttafel, een samenwerkingsverband van waaruit verduurzaming en innovatie in de luchtvaartindustrie worden aangejaagd. Voorzitter van deze ‘tafel’ is voormalig minister Lodewijk Asscher, ook één van de sprekers. Lodewijk Asscher benadrukte het belang om een balans te vinden tussen de reisbehoefte van mensen en het ‘klein’ houden van de wereld versus het pakken van verantwoordelijkheid om te verduurzamen. Dat vraagt enerzijds om kleine veranderingen en besparingen en anderzijds om grote technologische innovaties. Asscher: “Er gebeurt al heel veel moois maar het zal een tandje steviger moeten. Ik ben wat dat betreft tevreden als we aan het einde van deze dag naar huis gaan met de hoop dat we dit met elkaar kunnen veranderen. Dat iedereen zijn tanden erin zet. Want het kan alleen samen.”

Project Dragonfly is echt een parel van Inholland. Onze studenten zijn daar dagelijks mee bezig. Ik vind het bemoedigend om te zien dat zoveel jongeren enthousiast worden van het werken aan technologische innovatie. Ook vanuit Inholland zullen we blijven meewerken aan de lobby om meer middelen te krijgen, zodat we die ontwikkeling kunnen versterken en versnellen.

Roelof Eleveld, afdeling bestuurszaken Hogeschool Inholland
Mark Harbers

Duurzame wederopbouw luchtvaart
Ook spreker Mark Harbers, demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat, deed “een stevige oproep tot samenwerking”. Hij refereerde aan de historische betekenis van gastlocatie International Airport Teuge. “Op 2 augustus 1945 zetten prinses Juliana en haar dochters hier voor het eerst na de Tweede Wereldoorlog voet op Nederlandse bodem. Een symbolisch moment dat hoop gaf en een startpunt was om aan de slag te gaan met wederopbouw. Misschien dat dit event het startpunt is van de ‘wederopbouw’ van de Nederlandse luchtvaart.” Harbers noemde voorbeelden vanuit de inspiratiemarkt op het evenement, zoals de ontwikkeling van (waterstof-)elektrisch vliegen, inzet van drones en het toepassen van lichtere materialen zoals titanium, composiet en magnesium. “Nederland heeft een traditie op het gebied van pionieren en verleggen, zoals vroeger Fokker en Plesman deden. Laten we dat nu doen om gezamenlijk de luchtvaart duurzaam te maken.”

Gerrit Hiemstra

De derde spreker was Gerrit Hiemstra, meteoroloog, ondernemer en vooral bekend als weerpresentator bij het NOS Journaal. Hij schetste aan de hand van een aantal heldere (weer)grafieken hoe sterk het klimaat al is veranderd als gevolg van de menselijk handelen. Dit om de noodzaak te benadrukken om in actie te komen, waarvoor hij een aantal concrete handvatten aanreikte. Zowel in het algemeen als specifiek voor de luchtvaartsector. Daarbij schuwde hij ook de ‘olifanten in de kamer’ niet: “Minder vliegen! Elke kilo fossiele brandstof draagt bij. Het probleem is: fossiele brandstoffen. Dus de oplossing is: daarmee stoppen.” De keuze die hij ‘de sector’ voorlegde was: “Wil je de tabaksindustrie zijn die zolang mogelijk op dezelfde voet doorgaat, of Tesla dat voorop loopt in duurzame innovatie?”

Laat jongeren (mee)beslissen
Hiemstra sloot zijn verhaal af met de oproep om altijd de komende generatie voor ogen te houden. “Die zitten over 10, 20 jaar op jullie stoel. De beslissingen die wij nu nemen, nemen we voor de nieuwe generatie”. Ook in de afsluitende paneldiscussie (met naast Asscher Hedwig Sietsma, directeur klimaatbeleid bij KLM en Marjolein Demmers, directeur Natuur & Milieu) werd nadrukkelijk gekeken naar de nieuwe generatie, in het bijzonder de aanwezige studenten van de TU Delft en Hogeschool Inholland Delft. Hiemstra deed er in gesprek met de Inholland-studenten zelfs nog een schepje bovenop: “Het onderwijs is onze toekomst. Betrek jonge mensen, studenten, dan ook nu al bij beslissingen. In veel gevallen zijn het de 40- en 50-plussers die beslissen. Terwijl duurzaamheid voor een groot aantal studenten een vanzelfsprekend uitgangspunt is. Dus vraag jongeren niet alleen om hun mening maar laat ze ook écht meebeslissen!”.

Op stekkerniveau
Voor de studenten in kwestie werd het een leuke, leerzame en interessante dag. Laatstejaarsstudenten Tobias Kroes en Bob Bornkamp: “Leuk om eens kennis te maken met de politieke kant die aan ons werk vastzit, en te horen welke keuzes er gemaakt moeten worden en welke stappen nodig zijn om ons werk überhaupt mogelijk te maken. Ook kregen we veel vragen over de Dragonfly en vooral veel enthousiaste reacties. Vanuit partijen in het werkveld krijgen we ook vaak de vraag hoe ze ons verder kunnen helpen, dat gaat echt tot op ‘stekkerniveau’ aan toe. Zo kom je eigenlijk met alles in aanraking, van planmakerij tot certificering tot details als de plek van de batterij. Heel gaaf om zo aan het begin van de innovatie te staan.”