Haarlem,
24
april
2019
|
06:59
Europe/Amsterdam

Grote belangstelling voor actualiteitencollege Geweld hoort nergens thuis

huiselijk geweld

Welke stappen kun je nemen als professional indien je te maken hebt met kindermishandeling of huiselijk geweld, of vermoedens daarvan? Het antwoord op deze vraag kregen (aankomende) professionals uit het sociale werkveld tijdens het actualiteitencollege ‘Geweld hoort nergens thuis’ bij Hogeschool Inholland Haarlem.

Dat er veel belangstelling is voor dit thema bleek in de weken voorafgaand aan het college. De aanmeldingen stroomden binnen. Uiteindelijk bezochten zo’n 150 belangstellende studenten, bestuurders, ambtenaren en professionals het college. De organisatie lag in handen van het Kennisplatform Sociaal Domein Noord-Holland, mede op initiatief van het Inholland-lectoraat Empowerment en Professionalisering Sociaal Domein.

Om kinderen en gezinnen in onveilige situaties extra te ondersteunen heeft het Rijk in het voorjaar van 2018 een Nationaal programma ‘Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling’ in gang gezet. In het actualiteitencollege hoorden studenten en professionals aan de hand van diverse cases welke stappen zij kunnen nemen in de aanpak.

Nationaal programma Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling
Geweld hoort nergens thuis. Toch is de kans dat je te maken krijgt met kindermishandeling of huiselijk geweld groter dan de kans op andere vormen van geweld. We zijn er tot nu toe onvoldoende in geslaagd om huiselijk geweld en kindermishandeling terug te dringen. Gerrianne Rozema, senior adviseur van het Nationaal programma Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling, vertoonde een stuk van de film Removed (zie video hieronder) om de impact van kindermishandeling en huiselijk geweld te laten zien. Ook de cijfers illustreren dit; in Nederland heeft de politie elke zes minuten te maken met huiselijk geweld. Het aantal dodelijke slachtoffers van huiselijk geweld vormt een derde van het totale aantal dodelijke slachtoffers per jaar.

Vanuit het Nationaal programma wordt er gewerkt volgens drie actielijnen: eerder in beeld; stoppen en duurzaam oplossen; specifieke groepen. Uitgangspunt is de visie van de gefaseerde ketenzorg (risicogestuurde zorg, Vögtlander & Van Arum, 2016), waar eerst aan de directe veiligheid wordt gewerkt, vervolgens aan een stabiele veiligheid op langere termijn (risicogestuurde zorg) en dan aan herstelgerichte zorg.

Vernieuwde meldcode
Dagvoorzitter Yvonne van Pouderoijen, coördinator van het LOCK (Landelijk Opleidingscentrum Kindermishandeling), vertelde meer over de vernieuwde meldcode: “De nieuwe professionele norm is nu dat je bij vermoedens van alle vormen van acuut en/ of structurele onveiligheid een melding doet bij Veilig Thuis. Je neemt twee beslissingen: (1) melden bij Veilig Thuis en (2) is hulpverlening ook mogelijk?” De Rijksoverheid heeft een toolkit ontwikkeld om hulpverleners te ondersteunen bij het werken met de verplichte afwegingskaders binnen de nieuwe meldcode.

Aanpak in regio’s Kennemerland en Alkmaar
Binnen het Nationaal programma vormt de regioaanpak de basis. Saskia Daru, beleidsadviseur huiselijk geweld van de gemeente Haarlem, gaf uitleg over de aanpak in de regio Kennemerland. Ook daar wordt gewerkt volgens de visie van de risicogestuurde zorg. De regio richt zich met name op tijdige signalering, het vinden van passende, laagdrempelige hulp voor de cliënt, en een gecombineerd specialisme bij ernstige, complexe en structurele vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Ook in de regio Alkmaar is deze visie het uitgangspunt voor de hulpverlening, legde Helma Ruder (voorzitter MDA++ regio Alkmaar) uit. Belangrijk is dat allereerst de veiligheid goed is opgepakt. Beide regio’s werken met de MDA++ aanpak. Dat is een multidisciplinaire aanpak van kindermishandeling, huiselijk geweld en seksueel geweld. Voor structurele en ernstige kindermishandeling is er in Hoofddorp een Multi Disciplinair Centrum Kindermishandeling Kennemerland (MDCK), waarbinnen verschillende hulpverleningsdisciplines samenwerken en het perspectief van het kind centraal staat.

Saskia Daru gaf aan positief te zijn over de ontwikkelingen in de regio: “Er wordt door de betrokken partijen intensief samengewerkt. Op casusniveau weten we elkaar over het algemeen goed te vinden; we zoeken alleen nog naar een logische structuur waarbinnen deze samenwerking geregeld is.”

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.