Den Haag,
10
december
2018
|
09:11
Europe/Amsterdam

Hoe brengen we het recht dichterbij?

Vandaag is het zeventig jaar geleden dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Elk jaar vieren we sinds 1950 de Internationale Dag van de Rechten van de Mens, maar is dit voor studenten nu nog wel actueel? Heeft dit betekenis voor hen? Als we het studenten vragen, beantwoorden zij die vraag met ja.

En dat is niet zo gek. Nederland is weliswaar een rijk en welvarend land, maar ook hier voeren we discussie over de staat van de democratie. Ook in Nederland is er sprake van armoede. Hier spelen studenten en de hogeschool op in met de Associate degree Sociaal Financiële Dienstverlening in Den Haag. Studenten van deze opleiding werken nauw samen met de sociale dienst van Den Haag in de schuldhulpverlening. Zij staan samen met andere Haagse partners aan de basis van het Schuldenlab. Onlangs is in aanwezigheid van Koningin Máxima de intentie ondertekend om op basis van onze ervaringen landelijk schuldenlabs in te gaan richten.

Recht op onderwijs: jezelf ontwikkelen
Tijdens een interview met studenten op onze vestiging in Rotterdam, geven studenten hun visie op het recht op onderwijs. Zij vinden de toegankelijkheid van het onderwijs heel erg belangrijk. Zij onderstrepen het belang voor hen persoonlijk: zij willen met onderwijs zichzelf ontwikkelen, ze willen hulp ontvangen als het niet vanzelf gaat en zij willen voor zichzelf en hun medestudenten een gelijk speelveld waarin ieders talent tot ontplooiing kan komen. En ze zien dat dit niet vanzelfsprekend is. Gelukkig onderschrijft onze minister van Onderwijs dit in haar recent verschenen brief aan de Tweede Kamer over gelijke kansen.

Voor Inholland is dit een opdracht waar we ons al langer geleden aan verbonden hebben. Met de toegankelijkheid zit het bij ons wel goed: studenten van alle soorten en maten weten ons te vinden. Van mbo’ers tot vwo’ers, eerste generatie in het hoger onderwijs tot kind van hoogopgeleide ouders, met of zonder migratie-achtergrond, voor het eerst aan de studie of bezig met een tweede of derde poging, van 16 jaar tot lang en breed volwassen, van langstudeerders tot honoursstudenten. Wij zijn blij met hen allemaal en zijn op elke student even trots wanneer we het diploma mogen uitreiken.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het allemaal vanzelf gaat. Elke student heeft in potentie iets anders van ons nodig. Immers, studenten hebben wel allemaal gelijke rechten, maar ze zijn geen van allen hetzelfde. Om hen allemaal in staat te stellen datzelfde einddoel – het diploma – te bereiken, moeten wij hen dus juist verschillend behandelen. Daarover sprak onze lector Machteld de Jong overtuigend in haar recente lectorale rede. Wat passend is, blijft evenwel een zoektocht. Daarbij gaat het niet alleen om onderwijskundige ingrepen in hoe we de studie vormgeven, maar ook over begeleiding. En het gaat over rechten en plichten, over de grenzen aan de ruimte. Daarom zijn we de afgelopen jaren, en ook volgend jaar nog, bezig met het herzien van de Onderwijs- en Examenregeling (OER): die regeling geeft immers onze eigen omgeving vorm en zorgt dat verschil maken niet kan leiden tot willekeur.

Hoe zegeviert het recht?
In toenemende mate wordt bij dit soort vraagstukken ook gekeken naar de toegankelijkheid van het recht, bijvoorbeeld door onze lector Ineke van den Berg. We kunnen wel mooie regels maken, maar als degenen voor wie ze bedoeld zijn er hun weg niet in kunnen vinden, dan zegeviert het recht uiteindelijk niet. Dit is binnen Inholland één van de aanleidingen geweest om met het OER aan de slag te gaan: vereenvoudiging. We vonden de regelingen te ingewikkeld geworden en voor studenten te complex om snel antwoord te kunnen vinden op hun vragen.

Als we kijken naar het recht in Nederland, dan zien we hier een grote taak voor hbo-studenten. Steeds vaker constateren we dat burgers hun weg niet meer kunnen vinden. Bijvoorbeeld als het gaat om het verkrijgen van toeslagen, als je een laag inkomen hebt. Of het organiseren van zorg voor een naaste. De regels zijn zo complex door steeds nieuwe wetgeving, dat zelfs hoogopgeleide professionals erin verdwalen. Terwijl de regelingen vaak bedoeld zijn voor mensen met minder opleiding, minder geld en niet zelden mensen die ook kampen met laag geletterdheid (of digitale ongeletterdheid). En je wordt er soms op onverwachte manieren mee geconfronteerd: er zijn werkgevers die ons vertellen dat zzp’ers in de bouw hun contracten niet meer lezen, omdat ze die te ingewikkeld vinden. Daardoor kennen ze hun rechten onvoldoende, met soms vervelende gevolgen voor alle betrokkenen.

Opleiding HBO-Rechten brengt het recht dichterbij
Studenten van onze opleiding HBO-Rechten richten zich juist op het dichterbij brengen van het recht voor wie dat nodig heeft. In toenemende mate gebruiken zij daarbij ook nieuwe technieken. Want digitalisering werpt niet alleen drempels op, maar biedt ook kansen. In een filmpje kun je bijvoorbeeld makkelijker uitleggen wat er precies in contracten staat. Een simpele infographic kan ook helpen. Dat noemen onze juristen ‘legal design thinking’: het recht op creatieve wijze presenteren, zodanig dat het weer dichterbij komt. Alle opleidingen HBO-Rechten in Nederland werken samen om dit in de opleidingen te brengen en met hun studenten zo het recht invulling te geven. Ik vind dat een schoolvoorbeeld van mooi hoger beroepsonderwijs. (tekst gaat door onder foto's)

Dus is het nog nuttig, zo’n Dag van de Rechten van de Mens? Ik ben het eens met onze studenten dat het niets aan relevantie heeft ingeboet. Straks ga ik dat kracht bij zetten door mee te schrijven bij de actie van Amnesty International waar onze hogeschool vandaag met studenten ruimte voor maakt op diverse vestigingen. Zo draag ook ik mijn steentje bij aan rechten voor iedereen.

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.