Ondernemende studenten Social Work laten sociaal hart spreken

Sociaal ondernemerschap is steeds vaker een succesvol middel om maatschappelijke uitdagingen te lijf te gaan. Bij de opleiding Social Work van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen is daar dan ook vanaf het begin van de opleiding aandacht voor. Onder meer door studenten te laten werken aan hun eigen ‘social enterprise’.

Eerstejaarsstudenten Social Work werden gedurende twintig weken meegenomen in de wereld van het sociaal ondernemerschap. Daarbij werkten ze volgens vakdocent Hendrik Hofstra, “met veel creativiteit en enthousiasme” aan een ondernemersplan met een oplossing voor een actueel probleem in de regio Amsterdam. Het eindresultaat werd gepitcht voor enkele juryleden, die beoordeelden of de plannen wat hen betreft investeringswaardig waren. Deze jury bestond uit Mieke van den Berg, lid College van Bestuur van Hogeschool Inholland, docent Social Work Janiek Bartelds en ondernemer Natascha Linssen, mede-eigenaar van Jonge Honden, adviesbureau op het gebied van maatschappelijke uitdagingen.

Het gesprek aangaan met jonge vluchtelingen
Laila, Ahlam, Shaima en Soufiane gaan het gesprek aan met jonge vluchtelingen om beter contact met ze te maken. “Ons idee is ontstaan vanuit het besef dat veel kinderen en jeugdigen onder een depressie lijden. Daarnaast zijn er steeds meer vluchtelingen in Nederland, waaronder veel jongeren en kinderen. Zij komen vaak vanuit een traumatische situatie of achtergrond. Daarom willen wij ons richten op die groep jonge vluchtelingen 'met bagage', door ze sport en spel aan te bieden. Dat kan voetbal zijn, maar ook tekenen of schrijven. Dit werkt verbindend en kan op mentaal vlak vooruitgang bieden. Al doende raak je vanzelf in gesprek. Direct één-op-één gaan praten kan heel overweldigend zijn voor een kind, maar via een andere ‘ingang’ het gesprek starten pakt wél goed uit.” 

Platform voor jonge ontwerpers
Studenten leren in hun opleiding veelzijdig te zijn. Dit blijkt ook uit het idee van studenten Philip, Jenay en Ghizlan. Zij pitchen een platform voor jonge ontwerpers en makers om hun creativiteit verder te ontwikkelen én zich zakelijk beter te profileren. “Er zijn veel jongeren die creativiteit hebben maar niet uit het ‘goede’ milieu komen of het netwerk hebben om verder te komen. Wij helpen ze met bijvoorbeeld managementondersteuning, social media en presentatie en verkoop, door een grote expositie voor ondernemers en anderen uit het werkgebied te organiseren.”

Sociaal hart
De jury gaf beide groepen complimenten voor de heldere presentatie en de goede, maatschappelijk relevante ideeën. Daarnaast werden er verdiepende vragen gesteld, onder meer rondom het verdienmodel en de haalbaarheid van de initiatieven. Opvallend was dat alle studenten vooral hun sociale hart lieten spreken. Beide groepen wilden namelijk in de opstartfase hun werk om-niet doen en de inkoopkosten laag houden. 

Persoonlijke groei
Juryvoorzitter Mieke van den Berg was onder de indruk van de presentaties: “Ik zie een enorme intrinsieke motivatie bij de studenten. Daar mag je overigens best ook geld mee verdienen, maar het begint met die motivatie. Als dat goed zit, dus je weet waar je het voor doet, dan heb je de meeste kans op succes. Verder moest ik denken aan het credo van Inholland ‘leren = durven’. Ook dat zag ik hier zeker terug. We proberen studenten uit te dagen om iets met hun dromen te doen door individueel, maar zeker ook binnen een groep aan de slag te gaan. Dus persoonlijke groei, ontwikkeling én samenwerking. Als je dan ziet wat deze eerstejaars hier laten zien, zowel qua plan als presentatie, ben ik daar enorm trots op.”

Voorbereiding op carrière
Natascha Linssen van Jonge Honden vond de pitches ‘heel verrassend’. “Op deze leeftijd al zo’n podiumpresentatie neerzetten, ga er maar aanstaan. Verder vind ik het goed dat ‘ondernemen’ al vanaf het eerste jaar in het onderwijs terugkomt. Ik zie veel succesvolle social enterprises en dat zijn bijna altijd jonge ondernemers. Door daar al vroeg aandacht aan te besteden, bereid je studenten goed voor op hun professionele carrière na de opleiding.”