09
juni
2023
|
14:04
Europe/Amsterdam

Student onderzoekt: vanille van de boon of uit het lab?

We kennen ze allemaal: de zakjes vanillesuiker en flesjes vanille extract in de schappen van de supermarkt. Maar in hoeverre zit er nu écht vanille in deze voedingsmiddelen? Tom, derdejaars student Chemie, ging voor het vak Monstername en –voorbereiding op onderzoek uit. En dit zonder aanwijzingen voor de chemische metingen die daarvoor nodig zijn. Tom: “We kregen de drie producten om mee te werken, de vanilleboon, -suiker en extract, en het apparaat om mee te analyseren. De rest mochten we zelf uitzoeken.” 

Authentieke en synthetische vanille 
Het project dat Tom samen met studiegenoot Sabrina uitvoerde ging om de vraag of ze drie verschillende stoffen konden aantonen in vanillesuiker en vanille extract. “In authentieke vanille, die van de vanilleboon komt, komen twee van deze stoffen voor in een bepaalde verhouding, dat noemen we ratio. Daarnaast is er een synthetische stof die niet voorkomt in authentieke vanille”, legt Tom uit. Door de vanilleboon te analyseren en literatuur te raadplegen stelden Tom en Sabrina de ratio vast in authentieke vanille. Daarna analyseerden ze de vanillesuiker en –extract. “Als daar een andere ratio uitkomt, dan kun je zeggen dat er een grote kans is dat het geen authentieke vanille is. Maar ook als je de synthetische stof aantreft in de suiker of het extract is de kans groot dat de vanille niet van de boon komt.” 

Meten met een gaschromatograaf  
Maar hoe meet je de ratio van stoffen of de aanwezigheid van een synthetische stof? Daarvoor hadden de studenten een gaschromatograaf tot hun beschikking. Tom: “Dat is een apparaat om vluchtige stoffen te meten, stoffen met lage kookpunten die dus snel verdampen. Die stoffen gaan door een kolom heen, een soort spiraalvormige buis. De ene stof gaat sneller door die kolom dan de ander omdat ze bij verschillende temperaturen verdampen. Op die manier kunnen we de stoffen van elkaar scheiden.” 

Maar de gaschromatograaf stond niet klaar voor gebruik. Tom en Sabrina onderzochten zelf welke instellingen geschikt zijn voor de metingen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de temperatuur waarop het apparaat ingesteld staat. “In de literatuur konden we terugvinden wat ongeveer het kookpunt van de stoffen is. Op basis daarvan kun je dan een beginprogramma instellen. Daarna check je of de meting werkt en als het niet werkt probeer je andere instellingen.” Waar dit soort voorbereidend onderzoek in eerdere studiejaren nog voor hen werd gedaan, moesten Tom en Sabrina dit nu voor het eerst zelf doen.  

Monstervoorbereiding  
Het lukt natuurlijk niet om en volledige vanilleboon door zo’n kolom te krijgen. Het geschikt maken van het monster van de vanilleboon voor de metingen, bleek nog de grootste uitdaging van het hele project. “Het nadeel aan een vanilleboon is dat het een vrij ‘vies’ monster is: er zitten veel verschillende stoffen in, ook stoffen die niet verdampbaar zijn met de gaschromatograaf. Met het zo schoon mogelijk krijgen van het monster zijn we tot het einde van ons project bezig geweest”, vertelt Tom. 

Boon beter voor de boeren 
Het uiteindelijke antwoord op de vraag hoe ‘echt’ de vanille in onze vanillesuiker en –extract is, hebben Tom en Sabrina gevonden. "In de vanillesuiker bleek maar één stof aanwezig te zijn, dus dan is er ook geen ratio want daar heb je twee stoffen voor nodig. Conclusie: de vanille in de suiker was duidelijk niet ‘echt’. In het extract zat wel een ratio, maar die kwam niet overeen met onze ratio van de boon en wat er in de literatuur stond. Daarnaast vonden we in het extract ook de synthetische stof die niet te vinden is in authentieke vanille. We denken dus dat er wel iets van authentieke vanille in zit, maar zeker niet volledig” aldus Tom. 

Maar waarom is het eigenlijk belangrijk of de vanille in deze voedingsmiddelen ‘echt’ is of niet? Dat heeft volgens Tom te maken met de omstandigheden van de boeren die de authentieke vanille verbouwen: "Dat is namelijk een best moeilijke en arbeidsintensieve klus. Daardoor is de prijs van echte vanille veel hoger. Het gebruik van synthetische vanille, wat gewoon in een lab gemaakt kan worden, wordt dan aantrekkelijker.” Wanneer het gebruik van authentieke vanille gestimuleerd wordt zou dit bij kunnen dragen aan een betere situatie voor de boeren. Daarnaast verwacht je als consument kwaliteit en dus een product met ‘echte’ vanille. 

De wereld van chemie en voedingg
Voor het vak Monstername en –voorbereiding kon Tom uit verschillende projecten kiezen. Hij koos voor het onderzoek naar vanille omdat de combinatie van chemie en voeding hem erg interesseert. “Ik vind het leuk om bezig te zijn met dingen die je ook gewoon in het dagelijks leven gebruikt. In eerste instantie lijkt voeding gewoon voeding. Maar als je gaat inzoomen dan zie je allemaal verschillende moleculen zoals vetten, eiwitten, vitamines en mineralen. En dat onder de loep nemen en meer over te weten komen, vind ik heel erg mooi.”

“Ik vind het leuk om bezig te zijn met de chemie achter dingen die je in het dagelijks leven gebruikt"

 

Gezamenlijk eerste jaar Life Sciences & Chemistry
Voordat Tom begon aan zijn opleiding bij Hogeschool Inholland deed hij een mbo-opleiding Chemie en werkte hij daarna in een laboratorium waar hij kwaliteitsonderzoek deed naar brandblusmiddelen. “Maar als snel merkte ik dat ik een hoger niveau aan kon en dus verder wilde studeren. Ook leek het mij leuk om een ‘uitstapje’ te maken naar een andere sector, dus koos ik voor de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek  (BML)” vertelt Tom.  Maar al snel bleek dat zijn interesse toch echt bij de chemie lag. Na het gezamenlijke eerste studiejaar van de drie opleidingen in Life Sciences & Chemistry, besloot Tom verder te gaan met Chemie. “Bij BML gaat het veel meer over cellen en eiwitten, bij chemie kijk je wat breder naar de wetenschap. Dat vind ik interessanter.” Door de opzet van de opleidingen kon hij zonder vertraging switchen van opleiding.