12
juli
2023
|
09:35
Europe/Amsterdam

Studenten Social Work komen samen tijdens virtuele en internationale themaweek ‘sexually transgressive behaviour’

VIS2

Wat is seksueel grensoverschrijdend gedrag? En: in hoeverre zijn er verschillen qua opvattingen hierover tussen Nederland, België en Noorwegen? Vanuit de opleiding Social Work Noord bij Hogeschool Inholland ontwikkelden Stella Wielaart, docent, en coördinator, en Carolien Wierda, blended learning adviseur en leercoach, een virtuele, internationale themaweek omtrent het thema ‘sexually transgressive behaviour’ waar deze vragen centraal stonden. Zij dienden een VIS subsidieaanvraag in bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en kregen hier goedkeuring voor. 

Op maandag 24 januari begin dit jaar ging de projectweek van start. Zo’n achttien studenten vanuit Nederland, België en Noorwegen werkten een week lang in gemixte projectgroepjes virtueel samen. Naast internationale gastdocenten, waaronder een professor Antropologie van de Universidad Complutense uit Madrid, werden er ook interactieve werkvormen ingezet. De focus lag hierbij met name op het signaleren en het reageren op (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Ook waren er discussievragen aan de hand waarvan de studenten met elkaar in gesprek gingen. De vragen die hierbij gesteld werden waren: Wat wordt er binnen het werkveld van social work verstaan onder seksueel grensoverschrijdend gedrag? Wat wordt er van de hulpverlener verwacht ten aanzien van preventie en signalering met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag? En hoe gaat de hulpverlener om met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en wat zijn daarbij helpende en/of belemmerende factoren? Nadat de studenten binnen hun projectgroepje de bevindingen onderling hadden vergeleken, besproken en in een verslag hadden verwerkt, volgde op de laatste dag van het project een presentatie.

 

Aan het begin van de week leek het veel werk, maar toen we de taken verdeelden en contact legden in de groep voelde het meteen als een veilige omgeving en had ik het gevoel dat ik meteen open, eerlijk en vragend kon zijn. Dat hielp ook toen we ons onderzoek deden. We stelden vragen, discussieerde over verschillende antwoorden en vergeleken de resultaten van de verschillende landen met elkaar.

Student Social Education, Western Norway University, Noorwegen
VIS1

Is seksueel overschrijdend gedrag overal hetzelfde?
In Nederland wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag gedefinieerd als ‘bij gedrag of toenaderingen die seksueel van aard zijn en de grenzen van het slachtoffer overschrijden, dit kan al dan niet fysiek zijn’. In België komt dit min of meer op hetzelfde neer, maar Noorwegen verdeelt seksueel grensoverschrijdend gedrag in drie categorieën: onfatsoenlijke blootstelling, gebaren en gebruik van woorden en met of zonder fysiek contact. 

De verschillen zitten vooral in de manier waarop seksueel grensoverschrijdend gedrag gemeld kan worden. Zo kent Nederland bijvoorbeeld op landelijk niveau een protocol in de vorm van een stappenplan van de landelijke meldcode in geval van seksueel grensoverschrijdend gedrag, en in Noorwegen is de sociaal werker beschermt via de wet en zijn er veel veiligheidsprotocollen die je geacht bent te volgen. In België zijn de richtlijnen voor het melden van grensoverschrijdend gedrag meer diffuus en bovendien is men daar strikt gebonden aan het beroepsgeheim die je alleen mag breken in geval de persoon echt in gevaar is. Daar ga je als sociaal werker eerst in gesprek met je collega of leidinggevende en zijn er gedragsprotocollen, afhankelijk van de organisatie waar je werkt Noorwegen is de sociaal werk beschermd via de wet en erg gestructureerd voor wat betreft wat te doen in geval van grensoverschrijdend gedrag. 

Waar de studenten het tijdens deze week over eens waren, is dat het machtsverschil tussen cliënt en social work met zich meebrengt dat social workers zich daar blijvend bewust van moeten zijn en daarop moeten letten in hun taakuitvoering. Het gesprek over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag is een belangrijk punt, dat wat de studenten betreft nog verder gevoerd moet worden met zowel social workers als cliënten, omdat het ook aanzet tot het nadenken over wat je eigen grenzen zijn. 

Als toegevoegde waarde zou ik zeggen dat ik iets beter heb leren communiceren. De taalbarrière dwingt je om een beetje creatief te worden met de manier waarop je een boodschap overbrengt. Ik denk dat het aanscherpen van zo'n vaardigheid in een studierichting als deze, heel handig is. Maar naast het communicatieve aspect van dit alles, denk ik dat ik veel heb geleerd van de verschillende perspectieven. Het hebben van meer dan één referentiekader om van te leren en informatie uit te halen, is heel nuttig voor de toekomst." student Social Work Inholland, Nederland

Aan de slag met VR
De projectgroepjes oefende ook met Engelstalige gedragssimulaties van Dialogue Trainer en kregen een VR ervaring via Engelstalige 360 graden video’s op het gebied van grensoverschrijdend gedrag. Deze 360 graden video’s waren het resultaat van een interdisciplinaire samenwerking tussen MBRT en Social Work, waarbij adviseur onderwijsinnovatie Job Slagter en consultant teaching, learning en technology Jelle Scheurleer zorgdroegen voor de technische kant van de productie. 

Na overleg met collega’s en werkveldexperts voor wat betreft de randvoorwaarden en de inhoud werd er een script opgesteld. Daarna werd een professioneel acteur ingeschakeld die de Engelse taal goed beheerst. Een voorbeeld van een VR simulatie was een situatie waarin een cliënt in de wachtkamer zat en werd opgehaald door de begeleider. De begeleider bleef staan en torende boven de cliënt uit, boog ver naar voren en maakte persoonlijke opmerkingen over de kleding (een zwart leren jasje) van de cliënt en of ze dat speciaal voor hem had aangetrokken. Ook gaf hij aan dat hij wel hield van vrouwen in leer. Toen de cliënt aangaf geen zin te hebben in de afspraak, pakte de begeleider haar bij haar arm en trok haar mee, terwijl hij zei dat ze op deze manier niet alleen haar eigen tijd, maar ook die van hem aan het verspillen was. Terwijl ze samen wegliepen, zag je dat hij zijn hand op haar onderrug hield. 

Ter afsluiting van de internationale projectweek, presenteerden de projectgroepjes hun bevindingen via Teams. Ook leverden zij een reflectieverslag in waarin werd teruggeblikt op een drietal aspecten: 1. Inhoud van de themaweek en de bevindingen tot welke je met je projectgroep bent gekomen 2. De wijze van samenwerking en communicatie in het internationale projectgroepje en 3. Of, en zo ja in hoeverre het project toegevoegde waarde heeft geboden op jouw ontwikkeling als sociaal werker. 

Het was erg leuk om samen te werken met mensen uit verschillende landen. We konden onze ervaringen van zowel de universiteit als het werk delen. Dit creëerde een veilige ruimte en gaf ons de kans om te vergelijken en de verschillen in de verschillende landen te zien.

Student Social Work, Odisee Brussel, België

Een VIS subsidie
Een VIS subsidie is een vast bedrag van €15.000 per project en is bedoeld om docenten en pedagogen vrij te maken voor de gezamenlijke ontwikkeling (of herziening) van een virtueel internationaal samenwerkingsproject. De ontwikkelingsuren omvatten ook de afstemming met de verschillende partners en de coördinatie van het project. Met de totstandkoming van de VIS themaweek wordt inclusie vergroot, doordat Social Work studenten vanuit Nederland internationale ervaring op kunnen doen. Bovendien worden lokale vraagstukken aan een internationaal perspectief verbonden en werken de studenten aan hun interculturele competenties en taal- en digitale vaardigheden. 

Na de succesvolle afronding van de virtuele internationale themaweek en de positieve feedback van de studenten, is het voornemen om dit project te verankeren in het curriculum zodat het een terugkerend karakter krijgt in het tweede jaar van het Social Work opleidingsprogramma.