Den Haag,
07
mei
2019
|
07:51
Europe/Amsterdam

Waar denken we aan bij herdenken?

Zaterdag was het Dodenherdenking. Voor mij is 4 mei altijd een beetje een gekke dag: mijn broer is jarig, wat vraagt om een feestje, maar om acht uur ’s avonds, is altijd de herdenking. Ondanks de verjaardag van mijn broer hebben we die nooit overgeslagen. Niet toen ik klein was en ook niet nu ik volwassen ben. Als student heb ik als vertegenwoordiger van studentenorganisaties officiële herdenkingen in de stad bijgewoond, als bestuurslid van een politieke partij heb ik ook weleens een krans gelegd namens de lokale afdeling. De stilte van twee minuten is altijd indrukwekkend, als je met heel veel mensen samen komt.

In ons gezin was de oorlog altijd dichtbij
Maar meestal herdenk ik thuis. Voor de TV en dan kijken we naar de plechtigheid op de Dam. Waar denk ik aan die twee minuten? Ik denk aan familie. In mijn stamboom komt alles samen. Er waren familieleden die in de Tweede Wereldoorlog lid werden van de SS en omgekomen zijn aan het front in Rusland. Niet dat daarover gesproken werd, maar als je ouder wordt kom je erachter. Een De Ranitz was collaborateur: hij werkte als waarnemend secretaris generaal op het ministerie van Cultuur tijdens de bezetting. Na de oorlog werd hij veroordeeld. Maar er waren ook familieleden die verzet boden. Mijn grootvader werd als gijzelaar gevangen gezet in St. Michielsgestel.

De familie van mijn moeder werd zwaar getroffen. Haar vader was joods. Vrijwel zijn hele familie is vermoord in Auschwitz en Sobibor. In de Hollandse Schouwburg in Amsterdam vind je hun namen terug. Mijn opa zelf was militair in Indonesië en kwam in een gevangenkamp terecht in Japan. Zijn latere vrouw, mijn oma, zat in een Japans interneringskamp in Indonesië. De halfbroer van mijn moeder werd van zijn eigen moeder en broertje gescheiden omdat hij al twaalf was en kwam in een kamp met andere mannen terecht. Mijn moeder is na de oorlog geboren, in Indonesië, maar heeft de schade die in haar familie voelbaar was – er werd niet over gesproken – altijd gevoeld en meegedragen. Mijn oom kon in Nederland, waarnaar ze terugkeerden na de onafhankelijkheidsoorlog, niet meer aarden en emigreerde naar Amerika. Jaren later vertelde hij mij over zijn ervaringen. In ons gezin was de oorlog dus altijd dichtbij.

Iemand groeten, iemand bedanken, iemand aanmoedigen. Door goed te zijn voor elkaar hoop ik dat we de vrede kunnen bewaren.
Jet de Ranitz, collegevoorzitter Hogeschool Inholland

Gedenken in vrijheid en vrede
Dat geldt niet voor mijn kinderen. Gelukkig maar. Ik ben blij dat zij niet opgroeien met de schaduwen die mijn families getekend hebben. Zij kennen niet het grote zwijgen, de schaamte, de schade, de verwijdering door de verschillende keuzes die mensen hebben gemaakt. Ik ben blij dat de grote trauma’s die in mijn familie aanwezig waren, in mijn generatie hebben kunnen helen. Ik kan mijn familie gedenken in vrijheid en vrede. Ik heb niet anders gekend.

Oorlog en terreur nooit weggeweest
Maar oorlog is niet weg en ook niet lang geleden. Tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië, zagen we verschrikkelijke beelden van mensen in kampen. Wat ik zag leek precies op de beelden van gevangenkampen uit de Tweede Wereldoorlog. Er leek niets veranderd. De zoon van goede vrienden diende als militair in Afghanistan. Het was voor hem niet makkelijk weer te aarden in Nederland. Het heeft hem veel tijd gekost om los te komen van wat hij had meegemaakt. Ik denk ook aan hem op 4 mei en hoe bijzonder het is dat hij bereid was zijn leven te geven voor onze vrijheid en de vrede in een ander land.

Bovendien moeten we constateren dat geweld tegen mensen om wat zij geloven maar al te actueel is. Wellicht geen oorlog in de klassieke definitie, maar wel terreur. In Christchurch keerde zich dat tegen moslims tijdens het gebed. In Sri Lanka tegen christenen, tijdens de Paasdienst. En zeer recent ook in de Verenigde Staten bij een aanslag op een synagoge, waarbij antisemitisme de drijfveer was.

Oorlog en terreur vergroten alles uit, laat ons de extremen van ons mens zijn zien – zowel het kwade als het goede. In mijn dagelijks leven lijkt dat ver weg, maar door aanslagen en het effect dat dit heeft op ons eigen gevoel van veiligheid, komt het toch dichtbij. Onze saamhorigheid en onze vrijheid zijn niet vanzelfsprekend. Ons handelen is niet vrijblijvend. Elke dag maken we keuzes, die bepalend kunnen zijn voor de toekomst. Wel of niet de helpende hand te bieden. Wel of niet iemand het voordeel van de twijfel te geven. Wel of niet op te komen voor de rechten van anderen – anderen die niet zijn zoals jij, niet hetzelfde vinden en niet hetzelfde willen doen, maar die wel het recht hebben op dat andere. Ook als dat op gespannen voet staat met je eigen overtuigingen. Wel of niet gebruik te maken van ons stemrecht, bijvoorbeeld straks voor het Europees Parlement.

Iets kleins maakt soms het verschil
Soms zit het goede doen in iets heel kleins en is de stap helemaal niet groot. Iemand groeten, iemand bedanken, iemand aanmoedigen. Voor mij iets kleins, voor een ander soms het verschil tussen iets en niets, tussen acceptatie en discriminatie, tussen geluk en ongeluk. Geen enkele bestuurder, teamleider of docent weet precies met welke handeling je verschil maakt voor de mensen voor wie je er bent. Op hoop van zegen maken we er het beste van. Achteraf blijkt dat het vaak die kleine dingen zijn, die mensen zich herinneren als waardevol en waar ze je jaren later nog eens voor bedanken.

Daar denk ik ook aan op 4 mei: aan de kleine dingen. Aan wat een mens een goed mens maakt. Een “Mensch”, zoals mijn moeder altijd zei. Of in een spreekwoord dat weliswaar afgezaagd is, maar daarom niet minder waar: wie goed doet, goed ontmoet. Misschien ben ik naïef, maar ik hoop dat daarmee onze samenleving de vrede kan blijven bewaren.

Reacties 1 - 3 (3)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.
Ria De Gooijer
09
May
2019
4 mei is voor ons:de Eerebegraafplaats in Bloemendaal.Daar ligt de opa van mijn man begraven. Hij werd op 15 april 1944 in de duinen doodgeschoten. Opgepakt voor het drukken van illegaal drukwerk op de zolder van het weeshuis in Haarlem. Het Habrakenhof is naar hem vernoemd. In 2010 was mijn zoon op 4 mei in Afghanistan. Nooit meer vergeet ik mijn gevoel in 2010 toen de 2 minuten voorbij waren. Iedereen ging over tot de orde van de dag, maar voor mijn zoon en vele anderen was het toen en nu niet voorbij. Daar sta ik bij stil op 4 mei.
Jacqueline van Rennes
07
May
2019
In stilte gelezen. Waar dacht ik aan?Het zwijgen in familie, maar ook het niet kunnen vragen omdat je ouders er niet meer zijn. Op je 56ste erachter komen dat je vader met de amerikanen tot aan Berlijn gevochten heeft maar daarna ook in Indonesie heeft gevochten. Hoe hij dat beleefd heeft kan ik niet meer vragen. Daar dacht ik aan. Dus niet zwijgen maar vraag aan elkaar,ook naar de kleine dingen. Soms ben je echt te laat. Daar dacht ik aan
Betty de Leeuw-Logtenberg
07
May
2019
Wat een indrukkend persoonlijk verhaal met een mooie boodschap!