Delft,
03
oktober
2019
|
14:16
Europe/Amsterdam

Drones detecteren zieke gewassen beter dan menselijk oog

Startup Applied Drone Innovations gaat verder met resultaten uit HiPerGreen

Drones kunnen zieke gewassen in sierteelt in kassen beter detecteren dan het menselijk oog. Dat blijkt uit het HiPerGreen-project. De startup Applied Drone Innovations (ADI) gaat verder met de geboekte resultaten uit dit onderzoeksproject van Hogeschool Inholland, waarin bedrijven, studenten en (docent)onderzoekers van drie verschillende domeinen (Agri Food Life Sciences, Business Finance en Law, en Techniek, Ontwerpen en Informatica) samenwerken. Vrijdag 27 september werd het slotsymposium voor HiPerGreen gehouden in het World Horti Center in Naaldwijk.

HiPerGreen richt zich op de ontwikkeling van nieuwe hightech toepassingen voor monitoring van siergewassen met behulp van drones. Ziektes kunnen met de drones van ADI in een vroeg stadium gedetecteerd worden. Dat is precies de toegevoegde waarde van de drones in de kassen, vertelt Sheelagh Bouvier die in het HiPerGreen-project onderzoek doet naar marketing. “We registreren de ziekten beter dan een ‘expert human’, het menselijk oog dus.” Zeker bij de orchidee is deze ziektedetectie erg belangrijk, legt Cock Heemskerk, lector Robotica bij Inholland, uit. “Een schimmelinfectie kan 20 procent van de populatie vernietigen. Maar het detecteren van de schimmels is niet zo makkelijk. We hebben vijf verschillende technologieën getest. Maar uiteindelijk bleek visual determination toch het beste.”

Liefde voor de drone
Will Simmonds is één van de oprichters en CEO van ADI. Hij vertelt dat het project begon met de liefde van vier studenten Aeronautical Engineering voor de drone. “We hadden in het begin alleen het idee om iets met drones in kassen te doen, omdat we graag met drones wilden vliegen. Omdat we doorgezet hebben, vonden we een toepassing in het detecteren van ziektes bij hortensia’s.” Het idee van de studenten werd door Inholland in 2016 beloond met de Wij Inholland-award. Lucien Fesselet, oprichter en Chief Technical Officer (CTO) van ADI, omschrijft het leerproces in het HiPerGreen-project als een weg van pieken en dalen. “Het is best lastig om af en toe stil te staan bij het succes. Ik zie het vooral als een proces waarbij we af en toe in de mist zitten omdat we het niet meer weten.”

Netwerk
Inmiddels is ADI een volwassen bedrijf en is het HiPerGreen-project afgerond. ADI heeft 12 mensen in dienst en heeft meer dan 400.000 euro binnengehaald in de vorm van een zachte lening van de Rabobank en een subsidie van NWO. Simmonds: “We kunnen nu 16 maanden vooruit met ons bedrijf zonder dat we een gedeelte van ons bedrijf hebben hoeven weggeven. Daarnaast hopen we dat telers in ons bedrijf willen investeren.” Inholland staat nog steeds achter het project en ADI en helpt de startup waar nodig, vertelt Simmonds. “Een belangrijk voordeel van de hogeschool is het netwerk. Hans Ligtenberg, voormalig (internationaal) docent van de Inholland-opleiding Tuinbouw & Agribusiness, kent iedereen hier in het Westland. Daar hebben we dankbaar gebruik van gemaakt. Hij is als strategisch adviseur bij ons bedrijf betrokken.”

Duurzaamheid
Ziektes kunnen door de monitoring van de gewassen in een vroegtijdig stadium worden herkend en de toepassing van grondstoffen, bestrijdingsmiddelen en reguleerbare omgevingsfactoren kan worden afgestemd op de ideale groeiomstandigheden. Daarmee is HiPerGreen ook een duurzaam project, meent Tom Kearney-Mitchell, biologisch onderzoeker in het HiPerGreen-project. “We kunnen hierdoor het gebruik van insecticiden behoorlijk reduceren. En doordat je meer data verzamelt kun je ook preciezer en dus zuiniger omspringen met licht- en warmtebronnen.”

Multidisciplinair samenwerken
Op technisch, economisch en biologisch vlak heeft het project bijzondere resultaten opgeleverd. Daarnaast is het volgens Heemskerk een belangrijk succes dat het is gelukt om in dit project met 60 studenten en twaalf docenten van drie verschillende domeinen (Agri Food Life Sciences, Business Finance en Law, Techniek, Ontwerpen en Informatica) samen te werken. “Dat is niet vanzelfsprekend. Het is continu zoeken naar de beste matches, want niet alle onderzoekers hebben in dezelfde periode tijd voor een dergelijk onderzoek. Bij de ene studie is juist in het laatste trimester tijd voor stage of onderzoek terwijl de andere studie dat in het eerste trimester heeft.”

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.