Delft,
25
juni
2020
|
11:42
Europe/Amsterdam

Blog: Een burgerboerderij in Midden-Delfland?

Vier vierdejaarsstudenten van de Inholland-opleidingen Tuinbouw & Agribusiness, Food Commerce and Technology en Dier- en Veehouderij hebben een project uitgevoerd met de naam “Potentie van Burgerboerderijen in regio Midden-Delfland”. De studenten deden dit in opdracht van Patrick Huntjens, lector Sociale Innovaties in het Groene Domein bij Inholland en lid van het Voedselfamilies Kennisteam, en Flip van der Eijk van de Coöperatie Burgerboerderijen.

Het doel van Coöperatie Burgerboerderijen (hierna: Burgerboerderijen) is om burgers en boeren op lokaal of regionaal niveau te verbinden en op deze manier te werken aan een gezond maatschappelijk voedselsysteem. De afstand die het meeste voedsel op dit moment aflegt van boer naar bord is lang. Zo lang dat de gemiddelde Nederlander niet meer weet waar zijn voedsel vandaan komt. Burgerboerderijen wil kortere voedselketens, om zo eerlijkere prijzen te creëren. Hiermee kan de boer de kwaliteit van de producten en het behoud van landschap en milieu waarborgen. Een lokaal voedselsysteem kan gestart worden met bijvoorbeeld een melkveehouder, pluimveehouder en akkerbouwer die groenten, fruit, zuivel en eieren kunnen leveren om te voldoen aan de vraag van de burger.

In het rapport van de studenten wordt een advies gegeven aan Burgerboerderijen over hoe een lokaal voedselsysteem in regio Midden-Delfland er uit moet zien om aan te sluiten bij de behoeften van lokale belanghebbenden. De belanghebbenden zijn onderverdeeld in een groep van burgers en een groep van diverse stakeholders. De burgers zijn leden van de Midden-Delfland Vereniging en zij werden bevraagd door middel van een online enquête. De groep stakeholders bestond uit personen van de Gemeente Midden-Delfland, Natuurmonumenten, diverse voedselinitiatieven, LTO-Noord, Vereniging Midden-Delfland, een boer en de opdrachtgevers van dit project. Deze zijn bevraagd tijdens een expertmeeting en tijdens interviews. Aan beide groepen zijn nagenoeg dezelfde onderwerpen met vragen voorgelegd.

De geënquêteerde burger wil:

  • Eerlijke prijzen voor de boer (15%);
  • Lokale boer steunen (15%);
  • Het milieu minder belasten (15%);
  • Meer betalen voor producten uit een lokaal voedselsysteem (96%);
  • Enkel producten afnemen (72%) en daarbij geen zeggenschap over het voedselsysteem;
  • Groente (17%), fruit (14%), zuivel (14%) en eieren (14%) afnemen;
  • Producten afhalen bij een centraal gelegen punt (40%).

Vanuit de groep stakeholders komt ook het belang van de verbinding tussen stad en platteland naar voren. De groep stakeholders geeft aan dat het assortiment producten dat de boer kan leveren afhankelijk is van de bodemsoort en vindt het belangrijk dat seizoensgebonden wordt geproduceerd. Voor producten uit een lokaal/verkort voedselsysteem is bijna heel de groep burgers bereid extra te betalen. De groep stakeholders geeft unaniem aan dat producten waarbij meer aandacht is voor natuur, milieu en biodiversiteit zeker een eerlijke prijs verdienen.

Uit de groep burgers geeft bijna driekwart aan enkel producten te willen afnemen, een kwart zou willen investeren in de boerderij door een financiële bijdrage te geven. Gewenst door zowel burger als boer, is een contactmoment met elkaar in de vorm van enkele open dagen per jaar op de boerderij. De groep stakeholders merkt op dat bij het toegankelijk maken van de boerderij voor burgers, boeren zich wel moeten openstellen hiervoor. Bij de expertmeeting werd duidelijk dat niet alle boeren interesse hebben in burgers die komen helpen op de boerderij. Daarbij moet het contact tussen burger en boer passend zijn bij het karakter van de boer. Transparantie tussen boer en burger vindt de groep stakeholders het belangrijkst en de groep vindt één op één contact met de boer daarvoor de beste optie.

Volgens de groep stakeholders kan een lokaal voedselsysteem het best tot stand komen met burgers die geld inleggen en daarvoor producten van de boer terugkrijgen, of een abonnement afsluiten in ruil voor producten, om daarmee de toetredingsdrempel te verlagen voor burgers om mee te doen. Door met een ingroeimodel te werken kan de participatiegraad steeds verder verhoogd worden tot de hechte verbinding tussen burger en boer die Burgerboerderijen graag ziet. De burgers staan over het algemeen open om te participeren in een lokaal voedselsysteem, omdat dit aansluit bij de waarden die zij belangrijk vinden, waaronder behoud van de natuur en eerlijke prijzen voor de boer. Het adviesrapport geeft verder aanbevelingen over het ingroeimodel, communicatie, financiële mogelijkheden, het betrekken van stakeholders en burgers, en aanbevelingen voor vervolgonderzoek.

Lees hier het verslag dat een groep boeren uit Midden-Delfland bracht aan Burgerboerderij De Eemlandhoeve in Bunschoten-Spakenburg.