Den Haag,
16
maart
2018
|
10:35
Europe/Amsterdam

Tekorten in de zorg? Samen werken aan kwantiteit én kwaliteit!

Leren van elkaar

Om tekorten in de zorg tegen te gaan hebben de leden van de SIGRA (zorg- en welzijninstellingen) gisteren, tijdens de Week van Zorg en Welzijn, in Amsterdam een convenant ondertekend. Ook Inholland committeert zich hieraan: samen gaan we meer hbo-studenten opleiden. We nemen in 2018 meer studenten Verpleegkunde aan en zorgen er samen met de instellingen in de Metropoolregio Amsterdam voor dat er voldoende stageplaatsen zijn en dat de begeleiding aan beide kanten bijdraagt aan succes. Zo moeten we de tekorten het hoofd kunnen bieden.

Maar het stopt niet bij zorgen voor meer instroom. Het gaat niet alleen om kwantiteit, maar juist ook om kwaliteit. Zo zijn er in toenemende mate mbo-opgeleiden die zich, nu hun taken complexer worden, willen bijscholen. Voor hen hebben wij samen met VUmc een geflexibiliseerde deeltijdopleiding Verpleegkunde ontwikkeld. Zij kunnen die opleiding niet alleen naast hun werk volgen. Het mooie is dat de eigen beroepspraktijk en de vragen die zij daar tegenkomen meteen het onderwerp van de studie zijn. 

Deze methodiek geldt natuurlijk niet alleen voor mbo-verpleegkundigen. Onze eigen afgestudeerde hbo’er Rosalind Duppen is ook een mooi voorbeeld. Momenteel werkt ze als intensive care-verpleegkundige in het OLVG in Amsterdam. Haar werk is uitdagend en vraagt veel van haar. Haar bevlogenheid voor het vak en hoe ze omgaat met de dilemma’s die ze tegenkomt op de intensive care, vind ik inspirerend. Rosalind volgt nu de master Advanced Nursing Practice, waarmee zij weer een mooie vervolgstap kan maken.

Brede blik
We proberen natuurlijk zoveel mogelijk eraan bij te dragen dat zorg niet alleen beschikbaar is in het ziekenhuis, maar ook in de wijk. Dichtbij huis en, liever nog, bij je thuis. Dat wordt in deze Week van Zorg en Welzijn nogmaals onderstreept. Er zijn niet alleen méér mensen nodig, maar het is ook nodig dat zorg- en welzijnsprofessionals goed kunnen samenwerken. Vanuit de Inholland-visie en het kenniscentrum De Gezonde Samenleving brengen we de toekomstige zorgprofessionals een brede blik bij. Breed in de zin dat we niet alleen kijken waar er een ‘pleister moet worden geplakt’, maar dat we ook kijken wie degene is aan wie wij hulp verlenen. Wat ben je voor mens, wat drijft je, wat heb je nodig? Daarvoor moet je als professional ook jezelf goed kennen: wat kan ik voor je doen, vanuit mijn expertise? Waarvoor kan ik beter een collega inschakelen? Wat kan er nog meer aan de hand zijn? Kan techniek een hulpmiddel zijn?

Een integrale aanpak
In toenemende mate is het nodig dat we daarvoor bruggen bouwen tussen zorg- en welzijnsprofessionals. Dat begint al op de hogeschool: de opleidingen Verpleegkunde, Social Work en Pedagogiek werken intensief samen. Zij verbinden zich met Sportkunde om een gezonde leefstijl te bevorderen. Zij zoeken samenwerking met een opleiding als Food Commerce & Technology als het over gezonde voeding gaat, of met Informatica om apps te ontwikkelen, met Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek als het om robotica gaat. En met Sociaal Juridische Dienstverlening en HBO-Rechten om de sociaaleconomische problematiek erbij betrekken, bijvoorbeeld op het vlak van schuldhulpverlening. De grote vragen van onze samenleving vragen om een integrale aanpak – in de maatschappij en bij ons op de hogeschool.

 

Jet de Ranitz, collegevoorzitter Hogeschool Inholland
We kijken niet alleen waar er een ‘pleister moet worden geplakt’, maar ook wie degene is aan wie wij hulp verlenen. Wat ben je voor mens, wat drijft je, wat heb je nodig?
Jet de Ranitz, collegevoorzitter Hogeschool Inholland

Het vraagt van de professionals die wij opleiden én van onszelf dat wij ons voortdurend blijven ontwikkelen om kwantitatief en kwalitatief goed aan te sluiten bij wat de arbeidsmarkt nodig heeft.

Blijven leren
Als bestuurder vind ik dat ik zelf ook moet blijven leren. Dat doe ik door me te verdiepen in de resultaten van het onderzoek van onze lectoren, door conferenties bij te wonen en door wat we doen regelmatig te evalueren. Van nevenfuncties leer ik veel: als toezichthouder ervaar ik op een andere manier wat de vraagstukken zijn van de werkgevers die we bedienen. Tenslotte ga ik ook zelf weer naar school. Vorige week nam ik deel aan een cursus ‘Toezicht op kwaliteit’ in de zorg. Dan valt me op dat de principes voor kwaliteitszorg in onderwijs en zorg niet zo heel veel van elkaar verschillen. In beide sectoren draait het erom de bureaucratie terug te dringen. Kunnen we ook met minder toe, als we weten dat we te veel tijd kwijt zijn met vastleggen wat we doen? Wanneer moet je vertrouwen hebben en wanneer moet je handelen op ‘niet-pluis-gevoel’? Hoe zorgen we ervoor dat de gegevens die we verzamelen niet leiden tot controlezucht, maar juist de professional in staat stellen kwaliteit van zorg of onderwijs te leveren? Kunnen we accepteren dat we ongelukken niet kunnen voorkomen – dat falen erbij hoort – en dat het erom gaat de lessen te trekken?

Kortom, we moeten altijd vragen durven blijven stellen. Niet in de laatste plaats aan onszelf. Alleen dan komen we vooruit. En blijven we bescheiden: elke keer kom ik er vooral achter wat ik allemaal nog niet weet. Dat is eigenlijk wel geruststellend: het is nooit af en ik heb altijd wat te doen.

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.