25
mei
2021
|
09:00
Europe/Amsterdam

‘We zorgen voor een plaag van positieve reacties’

Studenten en docenten spreken zich uit tegen online discriminatie

Online discriminatie is niet oké. Met het project #datmeenjeniet spreken studenten van Inholland zich uit. Zoals Noor Mohamed die op Instagram een 'upstander' is geworden. Hulp van docenten is volgens haar altijd welkom, ook in het klaslokaal. “Zeg er iets van als er een zogenaamd grapje wordt gemaakt. Leg uit dat discriminatie geen grap is.” Docent Marjan Laarakker is het daarmee eens. “Veel studenten hebben met discriminatie te maken. Het is toch een schande dat sommigen geen stageplek kunnen vinden?”

In de Community of Practice (CoP) Diversiteit van 11 maart kwamen studenten aan het woord die deelnemen aan het project #datmeenjeniet. In een online paneldiscussie deelden ze hun ervaringen. Ze vertelden hoe ze upstander zijn geworden, reageren op haatdragende opmerkingen, wat daarin de beste manieren zijn en hoe ze elkaar daarin steunen.

Upstander worden
Noor, derdejaarsstudent Leisure & Event Management in Diemen, is een van de betrokken studenten. “Het project #datmeenjeniet is opgezet door de onderzoekslijn Diversiteitsvraagstukken. Ik loop er stage en een onderzoeker daar vroeg of ik me bij het project wilde aansluiten. Ik ben best een uitgesproken persoon, dus de rol van upstander past me wel. En bij #datmeenjeniet sta je er bovendien niet alleen voor.”

Seksisme
“Racisme heb ik persoonlijk online niet meegemaakt”, zegt Noor. “Wel seksisme. Dan reageer ik bijvoorbeeld op iets waar ik het niet mee eens ben en dan krijg je een antwoord als ‘ga jij nu maar weer in de keuken staan’.” Marjan Laarakker, docent Engels bij de opleiding Business Studies in Haarlem, herkent dit. “Ik ben vrouw, heb blond haar en kreeg vroeger geregeld beledigende opmerkingen van mannen.”

Geen stageplek
Marjan is niet veel te vinden op social media, behalve af en toe op Facebook. “Maar ik houd wel mijn ogen en oren open voor wat mijn studenten meemaken. Ik werk ook op het Albeda College in Rotterdam. Veel studenten hebben met discriminatie te maken. Het is toch een schande dat sommigen geen stageplek kunnen vinden? Rotterdam heeft nog meer nationaliteiten dan Amsterdam. Iedereen hoort erbij. Ik kom uit een grote Brabantse boerenfamilie. We aten soms wel met zijn twintigen aan een lange tafel bij opa en oma. En dan kwamen er nog eens drie mee-eten. Iedereen schikte in en we zorgden dat ze allemaal een bord hadden. Zo moet dit ook in deze maatschappij werken. Plek maken voor iedereen.”

Foto: Marjan en Noor

WhatsApp-groep
Hoe kun je als student en docent reageren op online discriminatie? “Met #datmeenjeniet hebben we een WhatsApp-groep”, zegt Noor. “Als iemand van ons wil reageren, dan spreken we af om dat met zijn allen te doen, als een plaag van positieve reacties. Of wanneer een comment van een van ons op Facebook alleen maar negatieve reacties krijgt, proberen we daar allemaal iets positiefs bij te plaatsen. Het is uitleggen waarom een bepaalde opmerking echt niet kan, je bijvoorbeeld het N-woord echt niet kunt gebruiken, en proberen mensen bewust te maken.”

Geen grap
Docenten beseffen lang niet altijd hoe groot de rol is van social media in het dagelijks leven van jongeren. Ze zien daarmee ook niet per se wat het effect is van online discriminatie. “Nu zal je als hbo-student daarmee ook niet zo snel naar een docent toestappen”, zegt Noor. “Maar het is wel heel fijn als een docent oppikt dat er iets aan de hand is. Maak discriminatie klassikaal bespreekbaar. Zeg er iets van als er een zogenaamd grapje wordt gemaakt. Leg uit dat discriminatie geen grap is.”

Voortdurende aandacht
Eigenlijk is #datmeenjeniet geen project met een begin en een einde. Het verdient voortdurende aandacht om het bewustzijn te kweken dat online en offline discriminatie niet oké is. “Gelukkig is er steeds meer aandacht voor”, zegt Noor. Volgens Marjan moeten ook meer docenten zich in het debat mengen. “Spreek je ook uit, doe mee.”