05
oktober
2023
|
09:31
Europe/Amsterdam

‘Wil je een betere toekomst, leer de Nederlandse taal’

Inholland onderzoekt: leefomstandigheden van Oekraïense vluchtelingen in Nederland

Onderzoekers Anna Golub en Alina Stepanenko

Al bijna een jaar lang doen vier Oekraïense vluchtelingen op een werkervaringsplek bij Hogeschool Inholland onderzoek naar de leefomstandigheden van Oekraïners. Vanuit het lectoraat Toegankelijkheid van het Recht onderzoeken associate lector Martin Blaakman en zijn team en vier Oekraïense onderzoekers de toegang tot basisvoorzieningen, zoals kinderopvang, zorg en woonruimte. Maar wat betekent de werkervaringsplek bij Inholland voor de onderzoekers zelf? Hoe ervaren zij de hogeschool en wat is hun persoonlijke verhaal? Alina Stepanenko en Anna Golub zijn beiden zelf jurist en daardoor extra gemotiveerd om aan dit onderzoek mee te werken.

Click here for the English version.

“Ik verwachtte hier maar kort te zijn, dus ik dacht dat het niet nodig was om Nederlands te leren. En met Engels kan ik mij goed redden in Nederland”, vertelt Alina Stepanenko. Door de oorlog in haar land verruilde zij met pijn in haar hart Oekraïne voor Rotterdam. Maar de oorlog duurt langer dan gedacht en nu, een jaar later, spreekt ze al een aardig woordje Nederlands. “Dat is ook het advies van associate lector Martin Blaakman van Inholland”, zegt ze. “Wil je een leuke baan vinden, dan moet je de taal leren.” Een leuke werkervaringsplek heeft ze in ieder geval. Samen met drie andere Oekraïense vrouwen doet ze bij Inholland onderzoek naar de leefomstandigheden van Oekraïners in Nederland.

Je kunt wachten of een nieuw leven opbouwen. Eerst wachtte ik, maar nu doe ik allebei.

Alina Stepanenko
Onderzoeker Anna Golu

Wie betaalt de reiskosten?
Een van de andere vrouwen is Anna Golub. Zij woont met haar twee kinderen in Barendrecht en deelt het huis met een ander gezin. “Dat is niet altijd makkelijk. Zij willen niet in Nederland blijven, maar terug naar Oekraïne. Ze blijven hopen dat de oorlog snel over is. Je ziet dat bij meer mensen. Veel van hen zitten psychisch in de knoop. En het mag hier dan wel veilig zijn, er is geen stabiliteit. Ik woon bijvoorbeeld nu in Barendrecht, maar kan zo maar ineens moeten verhuizen. Deze tijdelijke woonsituatie is heel onzeker en dat maakt dat mensen soms ook terughoudend zijn om werk te zoeken. Dit zie je dan ook terugkomen in het onderzoek dat we doen voor Inholland. Mensen willen heel graag werken, maar wat als ze ineens een heel stuk verder weg moeten wonen? Wie gaat de reiskosten betalen?”

Alina heeft ook geen stabiele woonplek, maar ze heeft wel veel geluk gehad, vertelt ze. “Er is op sociale media een internationale groep voor juristen. Nadat ik had gedeeld waar ik in Oekraïne met mijn dochtertje zat, kreeg ik binnen een dag een reactie van Astrid, een Nederlandse advocate.” Samen met haar moeder, broertje van zeventien en haar toen zeven maanden oude baby, vertrokken ze naar Nederland en woonden ze een half jaar bij Astrid en haar man in Rotterdam. “De eerste dagen hebben zij ons enorm geholpen. Zij gaven ons wat we nodig hadden en hielpen met zaken als de registratie en een bankrekening. Ik ben heel dankbaar dat ze ons een veilige plek boden. Voor het eerst in twee maanden konden we rustig slapen en werden we niet wakker van het luchtalarm.” Voordat haar dochter werd geboren was ze hoofd van een juridische afdeling. “Natuurlijk zou ik weer hetzelfde werk willen doen, maar zonder kennis van het Nederlandse rechtssysteem en goede beheersing van de Nederlandse taal, gaat dat voorlopig niet lukken.” Alina glimlacht kort. “Je kunt wachten of je kunt een nieuw leven opbouwen. In het begin wachtte ik alleen maar. Nu doe ik allebei. Ik bouw een nieuw leven op, maar hoop toch terug te kunnen naar huis.”

Ik ben onderzoeker én iemand die ook de oorlog heeft gezien

Anna Golub

Ik weet wat ik moet zeggen
Ook voor Anna is het leven hier best een puzzel. Ze heeft twee jonge kinderen van drie en vijf jaar en haar man vecht in Oekraïne. “Toen ik aankwam wilde ik gelijk werken, zodat ik geld kon verdienen. Ik kon terecht als docent op een Oekraïense school in Rotterdam, maar als zij niet de opvang voor mijn kinderen hadden geregeld, had ik helemaal niet kunnen werken.” Toen de school sloot wees iemand haar op de vacature voor werkervaringsplekken bij Inholland. “In Oekraïne was ik jurist. De nadruk bij het onderzoek van Inholland naar de leefomstandigheden van Oekraïners in Nederland ligt op toegang tot het rechtssysteem. Dus ik wilde dit heel graag doen.”

Dat Alina en Anna zelf uit Oekraïne komen, draagt in dit geval positief bij aan het onderzoek. “Ik begrijp de situatie en ik begrijp de cultuurverschillen”, legt Anna uit. “Ik ben onderzoeker én iemand die ook de oorlog heeft gezien.” Ze pakt haar telefoon, scrolt door haar foto’s en draait haar telefoon. Ze laat een foto zien van een mooi appartementencomplex dat recentelijk deels is verwoest. “Hier heb ik tien jaar gewoond.” Ze is even stil, slikt en gaat weer verder. “Ik wil Oekraïense mensen helpen. Ik weet wat ik moet zeggen.” “Precies dit is citizens science”, legt Martin uit. “Mensen laten participeren die bepaalde kennis en vaardigheden bezitten die belangrijk zijn voor het onderzoek. Deze Oekraïense vrouwen zitten in dezelfde situatie als de mensen die ze interviewen. Dat zorgt voor extra vertrouwen en daarmee voor meer waardevolle interviews.”

Onderzoeker Alina Stepanenko

Van goede baan naar laagbetaald werk
Een tijdje terug heeft Alina, naast de werkervaringsplek bij Inholland, werk gevonden bij een uitzendbureau in Zwijndrecht. “Omdat mijn moeder op mijn dochtertje past, ben ik nu de kostwinner”, vertelt Alina die blij is dat ze dit werk kan doen. “Ik ben recruiter voor Oekraïners die aan het werk willen en nu merk ik nog meer hoe belangrijk de taal is. Ik spreek veel hoogopgeleide Oekraïners die thuis een goede baan hadden, maar omdat zij geen Engels of Nederlands spreken, komen ze nu vrijwel alleen in aanmerking voor laagbetaald werk.” Onbedoeld voordeel is dat haar werk voor het uitzendbureau extra en waardevolle input oplevert voor het onderzoek, door het contact met landgenoten.

Inmiddels is het eerste deel van het onderzoek bij Inholland afgerond. Er zijn interviews gedaan met Oekraïners waarbij gevraagd is naar de eerste stappen en ervaringen in Nederland. Het gaat dan onder meer over toegang tot medische hulp en scholing, over woonruimte en werk. “Wat opvalt,” vertelt Anna, “is dat ik veel verschillen zie tussen Oekraïners. Opleiding, leeftijd en wel of geen gezin, spelen allemaal een rol. Lang niet iedereen spreekt Engels. Daarnaast zijn veel mensen bang en hebben ze geen netwerk. Vooral mensen die bombardementen hebben meegemaakt, hebben psychische problemen.”

Wat er volgens haar nodig is, is stabiliteit. Dat ze toegang krijgen tot medische hulp waaronder psychologen. Dat ze geld hebben om te kunnen leven, dat kinderen naar school kunnen en dat ze echt voldoende taallessen kunnen volgen in plaats van een keer in de week een uurtje bij een vrijwilliger. Het liefst ziet Anna dat er een duidelijk plan is dat vluchtelingen al gelijk bij binnenkomst in Nederland, stap voor stap helpt en stabiliteit biedt. “Dat er winst te behalen valt, staat buiten kijf”, bevestigt Martin. “Het is belangrijk dat Oekraïners op een volwaardige manier kunnen meedoen in de Nederlandse samenleving en wij denken dat ons onderzoek, waarin ook de nodige aanbevelingen komen, daaraan bijdraagt.”

vlnr Yaroslava Chebanova, Snizhana Savko, Martin Blaakman, Alina Stepanenko en Anna Golu

Veiligheid is nu het belangrijkste
Los van de leefomstandigheden speelt voor velen ook mee dat partners en vaders in Oekraïne zijn achtergebleven. “Ik wil ook het liefst terug naar het leven dat ik had,” Alina slaat haar ogen neer, “maar dat gaat niet meer, zelfs als de oorlog over is. Ik hoop dat we uiteindelijk terug kunnen, maar veiligheid, ook voor onze dochter, is nu het belangrijkste.”

Anna zou het liefst in Nederland blijven. “Ik wil mijn kinderen veiligheid geven en een goede opleiding.” Ook houdt ze van de Nederlandse cultuur. “Mensen zijn open en ik heb leuke contacten in de buurt.”  Maar de onzekerheid en gebrek aan stabiliteit heeft ook op Anna impact. Ze slaapt slecht en het maakt het er niet beter op dat ze haar man soms moeilijk kan bereiken. “Laatst had ik tien dagen geen contact. Maar ik moet sterk zijn. Voor mijn kinderen en voor mijn man. Ik heb gewoon geen keus.”

Meer weten over het onderzoek en de resultaten?
Houd onze kanalen in de gaten voor meer persoonlijke verhalen van Oekraïense vluchtelingen in Nederland. Wil je graag meer weten over de resultaten? Lees hier verder en vraag het onderzoeksrapport aan in Engels, Oekraïens of Nederlands. 

Please note: the research publication will be published in English, Ukrainian and Dutch soon. 

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.