Het klimaat verandert, de zeespiegel stijgt. Media staan er vol mee: de klimaatcrisis. Het perspectief dat ons hierover wordt voorgehouden, is zorgelijk. Sinds enkele jaren is ‘klimaatangst’ een gangbare term geworden in ons land. Klimaatangst is een sterke emotionele reactie op de klimaatcrisis. Mensen met klimaatangst kunnen gevoelens ervaren van angst, stress of machteloosheid, en zich zorgen maken over de gevolgen voor de aarde en de toekomst.
Het kunnen omgaan met gevoelens van ongemak, zoals machteloosheid en ontkenning, betekent dat we beter in staat zijn om met veranderingen om te gaan. Dit vormt het uitgangspunt van dit PD-project van Kim Spierenburg. Zij onderzoekt of en hoe de kunsten mensen helpen om bij ongemak te blijven, er begrip uit te putten, of zelfs een gevoel van urgentie en handelingsvermogen te ontwikkelen. Met de artistieke middelen die we daarvoor inzetten, waaronder animatiefilms, composities en workshops, willen we mensen bewustmaken van gevoelens als machteloosheid, apathie of juist ontkenning.
In dit project ‘Als het water stijgt’ (Engels: As Waters Rise) onderzoeken we hoe klimaatangst zich manifesteert in het dagelijks leven en hoe muziek en film kunnen bijdragen aan het begrijpen van klimaatangst.
In samenwerking met bewoners van Amsterdamse wijken ontwikkelen we nieuwe verhaallijnen over water, identiteit en veerkracht. Het project draagt bij aan innovatieve kunstpraktijken en aan het maatschappelijk debat over klimaatadaptatie.
Door publieksonderzoek en reacties op kunstwerken te combineren met artistiek onderzoek, krijgen we beter inzicht in klimaatangst en vergroten we de analytische kwaliteit van artistiek werk. Dit helpt om enerzijds beter te begrijpen waardoor mensen geraakt worden en anderzijds om kunst beter aan te sluiten bij de beleving.
We hebben artistieke interventies ingezet, waarvan we onderzoeken hoe effectief ze zijn:
De inzichten die we daarbij opdoen, verwerken we direct in nieuwe artistieke producties. We experimenteren bovendien met tekeningen en zines als artistieke analysemethode, ondersteund door artistieke coderingstools. Deze eerste stappen vragen om verdere reflectie en iteratie om artistieke codering verder te verfijnen als analysemethode. Daarnaast reflecteren we op de belichaamde kennis die Kim meebrengt als chronisch zieke kunstenaar met handicaps, en onderzoeken we hoe deze ervaringen zowel haar artistieke praktijk als het bredere veld kunnen verrijken.
De betrokken partners, zoals Sluislab, bieden ruimte en toegang tot netwerken in de wijk. Door deze samenwerking komen artistiek werk, sociaal onderzoek en stedelijke vraagstukken op een praktische manier bij elkaar.
Het onderzoek wordt uitgevoerd onder begeleiding van Joke Hermes, lector Inclusion and the Creative Industries bij Inholland, Wina Smeenk, lector Societal Impact Design en Prof. dr. Liesbet van Zoonen van de Erasmus Universiteit.
"Muziek en film raken waar woorden tekortschieten. Ze openen nieuwe vergezichten op klimaat en identiteit"
Studenten leren in dit project hoe ze maatschappelijke thema’s zoals klimaatverandering kunnen benaderen via kunst en verhalen. Ze werken mee aan artistieke interventies, workshops, lessen en projecten waarin muziek en beeld worden ingezet om klimaatgevoelens bespreekbaar te maken. Daarnaast is er een mastercursus aan het Conservatorium van Amsterdam gericht op musical storytelling.
Voor opleidingen binnen Creative Business en verwante domeinen biedt het project een concreet voorbeeld van hoe je beleving en verbeelding kan aanspreken rondom een complex maatschappelijk thema als kimaatangst. Docenten kunnen dit onderzoek ook gebruiken voor onderwijsvernieuwing of nieuwe samenwerkingen in de stad.
Partners uit kunst, erfgoed en stedelijke ontwikkeling doen mee vanaf de start. Sluislab biedt locatie, netwerken en kennis van buurtinitiatieven. Beeld & Geluid, het Nationaal Archief en het Stadsarchief helpen met toegang tot bestaand materiaal.
Deze partijen denken inhoudelijk mee en helpen de resultaten verder te brengen, bijvoorbeeld via tentoonstellingen, vertoningen of gesprekken in de stad. Het project heeft niet alleen impact op bewoners of deelnemers, maar ook op de manier waarop culturele instellingen omgaan met klimaatverhalen. Die interactie tussen praktijk en onderzoek maakt het project ook relevant buiten het onderwijs.
Publieksreacties laten zien dat mensen zich door angstige en ongemakkelijke emoties heen bewegen. Ze bleven niet in angst hangen en werden ook niet geschokt of overweldigd achtergelaten. Deze eerste uitwisselingen tussen Kims artistieke werk en het publiek – of zij nu kijken, luisteren of op andere manieren contact maken – sturen het onderzoek richting het concept ‘dissonantie’ als een kader om het PD-werk te inspireren en te verdiepen. In de volgende fase van de PD verdiepen we de verkenning van dissonantie, en onderzoeken we hoe dit begrip zich verhoudt tot – en mogelijk wordt verrijkt door – academische discussies over dissonantie en resonantie.
We verwachten dat het project werk oplevert dat zowel binnen de kunsten als binnen het onderzoek bruikbaar is. Er worden korte animatiefilms en muziekstukken gemaakt, bedoeld voor vertoning op festivals in binnen- en buitenland. Tegelijkertijd werkt Kim aan artikelen en een proefschrift over de rol van kunst en participatie in hoe we omgaan met klimaatverandering. We organiseren hier binnen en buiten het hoger onderwijs gesprekken over, in de vorm van publicaties en bijeenkomsten.
Een belangrijk onderdeel van het project is het ontwikkelen van methoden waarmee je op een zinvolle manier met bewoners kunt samenwerken aan sociaal-artistieke projecten. De aanpak wordt getest in Amsterdam, maar is ook toepasbaar in andere steden. Uiteindelijk willen we met het project bijdragen aan een ander soort klimaatverhaal in Nederland; een verhaal dat niet alleen over techniek gaat, maar ook over verbondenheid, verbeelding en omgaan met onzekerheid.
De podcast "Processing Artistic and Design Research" brengt twee PD-kandidaten samen in een gesprek over artistiek en ontwerpend onderzoek, het proces van een onderzoeksproject binnen de context van een derde cyclus in het onderwijs, en de verbanden die we kunnen leggen tussen onderzoek en praktijk.