Tailored Injury Prevention in Adapted Sports (TIPAS)

Dit project is afgerond in 2023.

Lectoraat
Kracht van sport en bewegen
Duur
November 2019 t/m oktober 2023
Locatie
Haarlem
Contact
Leonie te Loo

Het doel van 'TIPAS’

Blessures zijn voor geen enkele sporter leuk, maar als je een fysieke beperking hebt kan een sportblessure extra vervelend zijn. Met dit onderzoek wilden we het aantal blessures in de aangepaste sport verminderen. Dit deden we door een online interventie te ontwikkelen die mensen hun gedrag laat aanpassen als zij klachten hebben. De doelgroep is volwassen sporters met een fysieke beperking (beperking in bewegen), al dan niet uitkomend in competitieverband binnen diverse aangepaste sporten en beweegactiviteiten. Minder blessures betekent minder kosten aan zorg, minder uitval in de sport en hierdoor zijn mensen met een fysieke beperking gemiddeld beter in staat om hun gezondheid te behouden, waar ze ook profijt van hebben in hun dagelijks leven. 

Het doel van TIPAS (Tailored Injury Prevention in Adapted Sports) was:

  1. het doorontwikkelen van de bestaande bewezen interventie van de reguliere sport naar de aangepast sport;
  2. de effectiviteit ervan in de aangepaste sport evalueren, gericht op een toename van blessurepreventief gedrag en het verlagen van het risico op plotselinge en geleidelijke ontstane blessures;
  3. het gebruik van de interventie evalueren onder eindgebruikers om inzicht te krijgen in bevorderende en belemmerende factoren voor effectief gebruik in de dagelijkse praktijk van de aangepast sport.

De interventie is beschikbaar voor wetenschap en praktijk. Implementatie is mogelijk via sportbonden en onderwijs aan professionals in de sport. Uitkomsten kunnen ingezet worden in de begeleiding van mensen met een fysieke beperking naar een actieve leefstijl.

Dit ZonMw-project is uitgevoerd door kennisinstellingen (Amsterdam UMC, Hogeschool Inholland) in samenwerking met diverse partijen zoals Sportpartners (sportbonden, gehandicaptensport Nederland) en revalidatieinstellingen (Reade).

Hoe pakt Inholland dit onderzoek aan?

De onderzoekers doorliepen in dit project een aantal stappen:

  1. We lieten experts en eindgebruikers de reeds bestaande OSTRC-vragenlijst beoordelen en pasten deze aan voor gebruik binnen de aangepaste sport, voor sporters met een fysieke beperking.
  2. We verzamelden gegevens over blessures binnen de aangepaste sport met een prospectief cohort-onderzoek, gebruikmakend van de aangepaste OSTRC-vragenlijst.
  3. We ontwikkelden preventieve adviezen, die aansloten op het blessureprobleem binnen de AS, beschikbare kennis over blessurepreventie en mening van experts.
  4. Via een gerandomiseerde gecontroleerde klinische trial (RCT; N=210; 6 maanden) onderzochten we de effectiviteit van de interventie. Sporters werden random ingedeeld in een interventiegroep (IG) of controlegroep (CG). Alle sporters ontvingen een algemeen blessurepreventief advies aan het begin van het onderzoek. Daarna is hun gezondheid (blessures en ziekte) elke 2 weken gemonitord met de aangepaste OSTRC-vragenlijst. De sporter in de IG kreeg elke 2 weken op basis van zijn gerapporteerde gezondheidsstatus direct online een preventief advies op maat.
  5. De RCT is afgesloten met een procesevaluatie (cross-sectioneel onderzoek) onder eindgebruikers via vragenlijsten en groepsinterviews. Primaire uitkomstmaten zijn blessurepreventief gedrag (mate waarin de preventieve adviezen worden gevolgd) en blessure- incidentie (plotseling en geleidelijk ontstane blessures). Secundaire uitkomstmaten zijn de ernst van de blessures (de impact van blessures op dagelijkse activiteiten) en bevorderende en belemmerende factoren voor effectief gebruik van de interventie in de dagelijkse praktijk.
  6. Implementatie. Tijdens het gehele bovenstaande proces hebben we onderzocht wat relevante determinanten zijn voor duurzame implementatie in de dagelijkse sport praktijk. Dit deden we door middel van interviews met verschillende stakeholders. 

"Blessurepreventie is voor mensen met een fysieke beperking extra belangrijk, omdat een blessure bij hen niet alleen het sporten beïnvloedt, maar ook de activiteiten in het dagelijks leven extra bemoeilijkt of zelfs onmogelijk maakt.”

- Vrij vertaald uit: Br J Sports Med (mei 2015, Vol 49, No 9)

Wat is het belang voor het onderwijs?

Er is weinig bekend over welke blessures er voorkomen bij aangepaste sporters en ook welke blessures er het meeste voorkomen per sport. Dit onderzoek gaat onze studenten van de opleiding Sportkunde, en dan met name de vierdejaarsstudenten met uitstroomprofiel Aangepast sporten, daar meer inzicht in geven. Inzicht in welke barrieres en facilitatoren sporters en trainers ervaren bij het volgen van de interventie, geven ons inzicht in waar we vooral op moeten inzetten bij de begeleiding van een interventie.

Inzicht in of de interventie werkzaam is en waarom wel of niet, kunnen we meenemen in het onderwijs, waar we de studenten leren om interventies te ontwikkelen voor een cliënt. Wat is het gedrag van sporters met een fysieke beperking als ze een blessure hebben? Is dat gedrag bevorderend voor het herstel? En hoe kan je dat beïnvloeden? 

Hoe hebben we het werkveld betrokken?

Het werkveld betrof alle sporters met een fysieke beperking maar ook iedereen die met deze sporters werkt: coaches, trainers, verenigingen, sportbonden. Met de online interventie kunnen blessures verminderd worden. Ook kunnen de barrières en facilitatoren worden meegenomen in de begeleiding.

Wat zijn de resultaten?

In het TIPAS-project richtten we ons op het voorkomen van sportgerelateerde gezondheidsproblemen (blessures en ziekte) bij sporters met een fysieke beperking. Uit het onderzoek bleek dat deze problemen ongeveer drie keer zo vaak voorkomen bij sporters met een fysieke beperking als bij Nederlandse sporters zonder beperking. Dit belemmert niet alleen hun sportdeelname, maar ook hun dagelijks functioneren.

Door middel van literatuuronderzoek, een langlopende monitoringstudie en interviews met sporters en zorgprofessionals hebben we meer inzicht verkregen in de risicofactoren en gevolgen. Daarbij kwamen verschillen in perceptie aan het licht, bijvoorbeeld over wat een blessure precies is. Ook bleek dat een disbalans tussen belasting en belastbaarheid een centrale rol speelt bij het ontstaan van blessures.

Als antwoord hierop hebben we de TIPAS-interventie ontwikkeld: een online, gepersonaliseerd preventieprogramma op basis van wekelijkse gezondheidsmonitoring. In een gerandomiseerde gecontroleerde studie leidde de interventie niet tot een significante daling van de algehele prevalentie van blessures en ziektes. Wel daalde de blessureprevalentie over tijd in de interventiegroep ten opzichte van de controlegroep, en was de ernst van ziektegevallen lager bij sporters die de interventie volgden. De TIPAS-interventie biedt daarmee een veelbelovende en toegankelijke aanpak om sportgerelateerde gezondheidsproblemen bij sporters met een fysieke beperking gerichter te signaleren en de impact ervan te beperken.

Nieuws vanuit TIPAS

Samenwerkingspartners van Hogeschool Inholland

Werk samen met Leonie

Kom in contact en stel je vragen

Telefoon
+31621115544