11
november
2021
|
08:34
Europe/Amsterdam

Hogescholen ontvangen 1 miljoen subsidie voor netwerk systemisch co-design

Brainstormen

Hogeschool Inholland, De Haagse Hogeschool en Hogeschool Utrecht gaan samen met hun werkveldpartners een netwerk voor systemisch co-design opzetten. Op 28 oktober 2021 heeft Regieorgaan SIA hiervoor een SPRONG-subsidie toegekend van 1 miljoen euro. Het is een belangrijke steun om zo met systemisch co-design interdisciplinair en cross-sectoraal complexe maatschappelijke vraagstukken in Nederland aan te pakken.

SPRONG is een subsidieprogramma van Regieorgaan SIA. Het ondersteunt hogescholen om samen te werken in praktijkgericht onderzoek. Hogeschool Inholland, De Haagse Hogeschool en Hogeschool Utrecht hebben het initiatief genomen om met steun van SPRONG gezamenlijk het Expertisenetwerk Systemisch Co-design (ESC) op te zetten. Het ESC wil uitgroeien tot hét (inter)nationaal lerend netwerk voor systemisch co-design. Het netwerk verbindt bestaande living labs en werkveldpartners van de drie hogescholen.

Innovaties voor maatschappelijk verdienvermogen
Het doel van het ESC is om bij te dragen aan het ontwikkelen van concrete betekenisvolle, sociale en technologische innovaties, specifiek gericht op de gezonde, sociale en veilige maatschappij, de circulaire maatschappij en de digitale maatschappij: de focusgebieden van de drie hogescholen. Het ESC sluit daarmee aan op Kennis en Innovatie Agenda (KIA) Maatschappelijk Verdienvermogen. Met deze KIA wil de Nederlandse overheid op zo’n manier grote maatschappelijke uitdagingen aanpakken dat het tegelijk bijdraagt aan het economisch verdienvermogen.

Systemisch co-design als methode
Systemisch co-design is een sleutelmethodologie om maatschappelijke vraagstukken aan te gaan, stelt Wina Smeenk, lector Societal Impact Design bij Hogeschool Inholland en penvoerder van het SPRONG-project. “Bij systemisch co-design werkt een diversiteit aan stakeholders samen. Je gaat echt als partners aan de slag, wat leidt tot een andere manier van, denken, doen en voelen. Dat is essentieel voor complexe uitdagingen rond bijvoorbeeld klimaatverandering, iets wat iedereen persoonlijk raakt en waar we ook met elkaar de schouders onder moeten zetten. Met het ESC willen we de methodiek verder op de kaart zetten, ervaringen opdoen en uitwisselen. Het leidt tot een toolbox met vaste en flexibele componenten voor een multi-stakeholderaanpak die we systemisch co-design noemen.”

Interdisciplinair samenwerken
Volgens Peggy van Schijndel, manager onderzoek en innovatie bij Inholland, sluit het ESC aan op de visie van de hogeschool. “De grote vraagstukken van vandaag en morgen kun je niet monodisciplinair oplossen. Onze studenten willen we daarom voorbereiden op het interdisciplinaire werkveld. We organiseren dat zelf al met crossovers tussen opleidingen en living labs met het werkveld. Dankzij SPRONG kunnen we die koers nog steviger inzetten. We merken in het werkveld nu al een toenemende vraag naar zo’n interdisciplinaire aanpak. Met het ESC vullen we elkaar als hogescholen op dit terrein goed aan om die vraag samen op te pakken.”

Hogescholen leren van elkaar
De SPRONG-groep wordt aangejaagd door een groep van vijf lectoren. Naast penvoerder Wina Smeenk zijn Jürg Thölke (Authentic Leadership) en Guido Stompff (Design Thinking) van Hogeschool Inholland betrokken, Christine De Lille (Innovation Networks) van De Haagse Hogeschool en Remko van der Lugt (Co-Design) van Hogeschool Utrecht. “Ik verwacht dat we veel van elkaar gaan leren”, zegt De Lille. “Samen kunnen we een methode neerzetten om grip te krijgen op interdisciplinair samenwerken, een methode waarmee we de impact voor sociale innovatie kunnen vergroten. Ik hoop dat er een brede groep ontstaat om nog meer kennis te ontwikkelen om maatschappelijke vraagstukken op te pakken.”

Onderling mensen uitwisselen
Van der Lugt signaleert een grote behoefte bij lerende netwerken aan een ondersteunende systematiek om actief te werken aan transitievraagstukken. “Door als SPRONG-groep onze expertise bij elkaar te brengen en daarvan te leren hoop ik dat er een rijk repertoire ontstaat met tools en methoden. Maar ook dat we systemisch co-design scherper kunnen omschrijven zodat organisaties er eerder voor kiezen. En ik hoop dat we als hogescholen onderling structureel mensen uitwisselen voor onze eigen lerende netwerken.”