Rotterdam,
26
juni
2019
|
15:00
Europe/Amsterdam

Lector Patrick Huntjens, Sociale Innovatie in het Groene Domein:

Op weg naar een natuurlijk sociaal contract

De aarde wordt op grote schaal uitgeput, vervuild en vernield. De mens heeft de aarde flink ziek gemaakt. De gevolgen zijn merkbaar, of het nu gaat over voedsel, water, energie, biodiversiteit, gezondheid, veiligheid of sociale cohesie. “Wat nodig is, is een nieuw sociaal contract. Een ‘natuurlijk’ contract met een radicaal andere kijk op de relatie tussen de mens en zijn omgeving”, pleit Patrick Huntjens tijdens zijn lectorale rede. Op 20 juni is hij in Rotterdam officieel benoemd tot lector Sociale Innovatie in het Groene Domein.

Het is een sombere boodschap maar, als we Huntjens mogen geloven, geen reden tot wanhoop. “Er vindt een belangrijke omwenteling plaats. Mensen worden bewuster van de vervuiling en uitputting van onze planeet. Klimaatprotesten, burgerinitiatieven voor collectieve, lokale en duurzame voedsel- en energievoorziening, duurzame banken en supermarkten, kringlooplandbouw… Allemaal ontwikkelingen die we tien jaar geleden niet voor mogelijk hadden gehouden. De huidige manier van hoe we met de aarde omgaan, en vooral onze huidige productie- en consumptiesystemen, heeft zijn houdbaarheidsdatum bereikt. Maar verandering is moeilijk. We zitten vaak vast in oude patronen, in dominante praktijken, beleid en denkwijzen. Toch moet die verandering plaatsvinden; om de aarde bewoonbaar en leefbaar te houden voor toekomstige generaties.”

Van ego- naar eco-bewustzijn
Mensen gaan begrijpen dat zij afhankelijk zijn van elkaar en van het ecosysteem waarin ze leven. Dit is een transitie van ego- naar eco-bewustzijn. “De samenleving vraagt steeds meer om ecologisch verantwoord, economisch gedragen en sociaal verbonden. Met andere woorden: duurzaam, betaalbaar, gezond en leefbaar. We moeten op zoek naar nieuwe en structurele oplossingen die tegemoetkomen aan een maatschappelijke behoefte. Bij sociale innovatie gaat het om de juiste verbinding, het proces van effectieve samenwerking, het kijken over je eigen grenzen heen en cross-over denken, en zo gezamenlijk structurele en duurzame oplossingen bedenken voor collectieve problemen.”

Korte voedselketen
Het stoort Huntjens dat hij in de supermarkt appels uit Chili of een Ghanese ananas kan kopen. “Ze worden per vliegtuig getransporteerd, omdat wij het hele jaar door verse producten uit de hele wereld willen eten. Of de aardappels die we van hier naar Duitsland exporteren, terwijl in tegengestelde richting een vrachtwagen rijdt met Duitse aardappels voor de Nederlandse markt. Dat is niet normaal, toch?” Althans, niet als je naar de gevolgen kijkt om dit voor elkaar te krijgen. Voor een gemiddeld gezin van 4 personen is de CO2-uitstoot door voedselproductie, -transport, -verwerking en - verpakking ongeveer even groot als de CO2-uitstoot door wonen, energie en autogebruik samen. “Bovendien weet je nagenoeg niets over de omstandigheden van de lokale boeren, vissers en andere voedselmakers in deze (verre) landen, hun arbeidsomstandigheden, productiemethoden of hun omgang met natuur- en dierenwelzijn. Door producten uit eigen regio te kopen, bespaar je enorm veel voedselkilometers, en heb je meer inzicht in waar het product vandaan komt. Dat is het idee van de korte voedselketen.”

Eten van eigen bodem
Een groot voordeel van korte lijnen tussen burger en boer is dat boeren een eerlijke prijs kunnen krijgen voor hun product. Het bespaarde geld kunnen ze investeren in landbouw met minder chemische bestrijdingsmiddelen, minder kunstmest, en meer ruimte en betere voeding voor hun dieren. Huntjens: “Het doel van de Zuid-Hollandse Voedselfamilie is om in 2036 80% van het voedsel van eigen bodem te consumeren. Om dat te bereiken, gaan we obstakels tegenkomen. Maar dat is niet erg, ik moet als lector wat te doen houden, toch?” Belangrijker vindt hij het dat we leren van de obstakels, en samen op zoek gaan naar andere, creatieve manieren. “We hebben nog een lange weg te gaan, maar het borrelt en bruist overal.”

Samen het verschil maken
Dat ziet hij ook landelijk gebeuren. Het energieakkoord, klimaatakkoord en recent nog het pensioenakkoord. Het zijn de succesverhalen van het poldermodel, maar toont gelijk ook een aantal minpunten van de Nederlandse variant op het Rijnlands model: een doorgeschoten overlegcultuur, trage besluitvorming, verschuivende doelen en het ontbreken aan ruimte om te excelleren. Huntjens pleit voor een hernieuwd Rijnlands model. “Polderen, prima. Maar de verduurzaming van onze samenleving zal vooral uit de samenleving zelf moeten komen. Door sociale innovatie. Door democratische vernieuwing. Door nieuwe coalities in horizontale netwerken: een coalition of the willing, die het mogelijk maakt om te excelleren. Door maatschappelijke processen zo te reorganiseren dat meer problemen op het niveau van de gemeenschap opgelost kunnen worden. Door samenredzaamheid.”

Versnellen
Als voorbeeld noemt Huntjens de Duurzaamste Kilometer van Nederland. “Dit is een horizontaal innovatienetwerk in Leiden, met als doel om het gebied rondom Station Leiden Centraal en de Schipholweg – waar dagelijks meer dan 70.000 mensen gebruik van maken – vóór 2025 te transformeren in de Duurzaamste Kilometer van Nederland.” Vanuit Inholland kijkt Huntjens naar het grote plaatje maar het begint met kleine stappen. “Elke verandering heeft een begin nodig. Dat noem je het butterfly-effect; een vlinder kan aan de andere kant van de wereld een storm veroorzaken. We gaan verdiepen, verbinden, vernieuwen, en versnellen. Door samen te werken kunnen we het verschil maken. Want de aarde, dat zijn wij.”

Tussen hoop en vrees
“Jouw rede geeft mij een gevoel tussen hoop en vrees. Ik zie verandering in ons handelen en doen maar vraag me af of dat genoeg is”, aldus Drees Peter van den Bosch, van Willem&Drees, die na afloop van de rede de paneldiscussie leidt. “Een transitie gaat niet zonder pijn, dat moeten we accepteren. Maar kan je onder die omstandigheden een nieuw sociaal contract afsluiten?” Volgens boer/filosoof Jan Huijgen ontbreekt het vaak nog aan de sense of urgency. “Er moet nog aardig wat gebeuren, de vraag is of ons systeem in orde is om duurzame doelen te bereiken. Als boeren en burgers samenwerken, raak je ze in hun verantwoordelijkheid. Voedsel verbindt! Maar dat vraagt om een nieuw ontwerp.” Huntjens vult aan dat het generaties kan duren voor het zover is. “Het zou toch mooi zijn als lokaal, duurzaam en zelfvoorzienend verbouwen ons exportproduct wordt.” Dat beaamt Prof. Dr. John Grin, hoogleraar Duurzaamheidstransitie bij de UvA. “Mensen worden steeds minder gelukkig van geld. Als je de markt verandert en waarde toekent aan lokale producten, dan kan je de pijn wegnemen. En vergroot je gelijk de trots op de streek.”

Wethouder Sonja Smit van Midden-Delfland geeft aan dat groen moeilijk te economiseren is. “Daar zijn andere regels voor nodig, en bedrijven die lef tonen om te veranderen.” Een oplossing is co-creëren waar bestaande instituties niet uitkomen, aldus Eelco Fortuijn, directeur Goedewaar en grondlegger Ecokeur. “Zowel op macro- als microniveau en interdisciplinair. Uit de losse initiatieven en lokale voorbeelden kunnen we putten als de economische pijn te groot wordt.” Er is nog een lange weg te gaan maar de weg is hoopvol. En daarover wordt, onder het genot van lokale hapjes en knisperende krekels, nog lang nagepraat.

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.