
Als gevolg van de coronacrisis hebben bijna alle culturele erfgoedinstellingen hun bezoekersaantallen enorm zien dalen; zowel musea als galeries, archieven en bibliotheken. Deze daling had betrekking op alle soorten bezoekers en gebruikers, maar vooral op volwassenen en liep in veel gevallen op tot een daling van 50% of meer. Zelfs na de opheffing van de beperkingen in zomer 2020 keerde het publiek niet onmiddellijk terug, en de verwachtingen voor de toekomst waren niet erg hoopvol.
Instellingen deden hun best om op andere manieren onder de aandacht van het publiek te blijven, met meer of minder succes. De vraag was of dit op een duurzame manier gebeurde en of bepaalde bevolkingsgroepen niet werden buitengesloten. Uit studies bleek dat de pandemie een grote impact had op een doelgroep die toch al als kwetsbaar kan (en zou kunnen) worden beschouwd. Terwijl het vooral voor deze groep belangrijk was om sociale contacten te hebben en contact te houden met culturele locaties, werd dit ernstig bemoeilijkt door de omstandigheden.
Binnen het Erasmus+ project CRISP (Research on Creative, Innovative and Sustainable Practices to get adults (back) in touch with heritage) onderzochten we hoe juist kwetsbare doelgroepen geraakt werden door veranderingen in de erfgoedsector. De pandemie zette de actieve deelname onder druk, maar fungeerde tegelijkertijd als een katalysator voor vernieuwing en experiment. In heel Europa gingen erfgoedinstellingen noodgedwongen op zoek naar nieuwe manieren om betekenisvol contact te houden met hun publiek.
We deden uitgebreid onderzoek naar initiatieven in de cultureel erfgoedsector waarbij de nadruk lag op goede praktijken. Het onderzoek vond volledig online plaats, maar gebruikers, mensen binnen de sector en politieke belanghebbenden werden ook geïnterviewd. Ook is een uitgebreide enquête gehouden onder gebruikers en niet-gebruikers; de onderzoekers waren even geïnteresseerd in praktijken die niet werkten als in die welke wel werkten, want van allebei de groepen konden belangrijke lessen voor de toekomst worden geleerd.
Het CRISP-consortium gebruikte het project om een inventarisatie te maken van benaderingen die wel en niet de voorspelde en gewenste resultaten opleverden bij de aanpak van een kansarme doelgroep. Ko Koens, lector New Urban Tourism: "Onze resultaten zijn voor iedereen beschikbaar gesteld. Uiteindelijk was het ons doel om anderen in staat te stellen met deze resultaten productieve resultaten te bereiken. Wij begonnen niet aan dit project in de veronderstelling dat wij overal een antwoord op konden geven, maar eerder in de verwachting dat wij de basis konden leggen voor verdere ontwikkelingen en initiatieven. Bovendien geloofden wij dat wij het bewustzijn zouden vergroten van de problemen die zich voordeden wanneer volwassenen werden betrokken bij de wereld van het Europees cultureel erfgoed. Wij deden dit omdat wij geloofden dat dit een positief effect kon hebben op de Europese samenleving als geheel. Kennis van elkaar en van elkaars erfgoed blijft van groot belang in een wereld waarin elkaar begrijpen niet vanzelfsprekend is.”
Het project was ook bedoeld om bij te dragen aan een beter en wederzijds begrip van strategieën. De doelgroep was betrokken om te beoordelen welke strategieën wel en welke strategieën niet werkten, en in welke setting. Deze kennis werd gecombineerd met ervaringen die zijn opgedaan in andere relevante projecten, zodat een beter algemeen inzicht ontstond in de huidige en toekomstige benaderingen.
Ko Koens: “We gebruikten de opgedane kennis binnen het project, maar ook daarna, om mogelijkheden te onderzoeken voor langdurige, structurele samenwerking in soortgelijke projecten tussen partners en deelnemende organisaties. Daarbij verbeterden we de communicatie binnen de cultureel-erfgoedsector door middel van nieuwe educatieve materialen en programma's.”
''Erfgoed verwondert, erfgoed roept vragen op, erfgoed zorgt voor discussies, maar erfgoed zorgt vooral voor verbindingen tussen bevolkingsgroepen.''
Onze onderzoekers zijn zeer betrokken bij de minor Cultuurtoerisme van de opleiding Tourism Management (Hogeschool Inholland Rotterdam). Samen met studenten deden we al onderzoek voor het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) naar toerisme en immaterieel erfgoed. Het CRISP-project kon gezien worden als een aanvulling hierop. We coachten groepen studenten om oplossingen te bedenken voor complexe vraagstukken op het gebied van cultuur- en erfgoedtoerisme.
Het onderzoeksproject werd uitgevoerd binnen het Urban Leisure & Tourism Lab Rotterdam waarin onze onderzoekers, docenten, studenten en partners (bedrijfsleven en/of overheidspartijen) samenwerken aan (complexe) maatschappelijke vraagstukken. Toerisme kan een vehikel zijn om de toekomst van cultureel erfgoed te helpen behouden.
Het bezoeken van erfgoedinstellingen via online media was goed toegankelijk voor het publiek dat al op deze manier met informatie omging. Maar hoe zat het met ouderen of mensen met minder technische vaardigheden of mogelijkheden? Hoe inclusief waren deze ontwikkelingen? En hoe zat het met het publiek dat niet of nauwelijks is gekomen en waarvoor de aarzeling of desinteresse al voor de crisis te groot was?
We waren vooral – maar zeker niet uitsluitend – geïnteresseerd in de ervaringen van volwassenen die geconfronteerd werden met economische, sociale of gezondheidsproblemen. CRISP bracht in kaart welke aanpakken effectief waren om deze doelgroepen op een duurzame en betekenisvolle manier te blijven betrekken bij erfgoed.
Veel erfgoedinstellingen experimenteerden met laagdrempelige en innovatieve vormen van publieksbetrokkenheid. Dit leidde tot samenwerkingen met een breed scala aan partners: van kunstenaars, ontwerpers en technologische start-ups tot welzijnsorganisaties, scholen en lokale gemeenschappen. Die kruisbestuiving resulteerde in verrassende en vaak laagdrempelige erfgoedproducten, zoals virtuele tentoonstellingen, podcasts, digitale erfgoedroutes, online lesmateriaal en interactieve socialmediacampagnes.
Vooral kleinere musea, bibliotheken en archieven bleken wendbaar en toonden een groot aanpassingsvermogen; zij ontwikkelden niet alleen nieuwe vaardigheden op het gebied van digitalisering en publiekscommunicatie, maar lieten ook zien dat samenwerking buiten de eigen sector kan leiden tot een verrijking van de erfgoedpraktijk.
Inholland is verheugd deel uit te maken van het CRISP-onderzoeksconsortium, samen met gerenommeerde Europese partners: Quiosq (penvoerder), Plungé Public Libary (Litouwen), Creek Culture (Athene), VisMedNet (Malta) en EduVita (Lecce, Italië).