15
mei
2023
|
06:00
Europe/Amsterdam

Stijging studiesucces door nieuw curriculum Life Science & Chemistry

“Met ons nieuwe curriculum zijn we erin geslaagd om, met behoud van kwaliteit, een stijging van 25% te realiseren in het aantal studiepunten van onze eerstejaarsstudenten. Tegelijkertijd is de stress onder studenten gedaald en hun studieplezier gestegen”, aldus een trotse Bart Pieterse, teamleider Life Sciences & Chemistry bij Hogeschool Inholland. Het nieuwe curriculum van de opleidingen van Life Sciences & Chemistry bevat minder toetsen, heeft een beter verdeeld studieprogramma en biedt studenten meer keuzeruimte om hun studie zelf in te richten. 

Studenten die in 2022 gestart zijn met een van de drie opleidingen van Life Sciences & Chemistry bij Hogeschool Inholland, zijn de eersten die het nieuwe curriculum van de opleidingen volgen. Na driekwart jaar is het nieuwe curriculum al een succes te noemen. Naar verwachting zullen 15 tot 20% meer studenten succesvol doorstromen naar het tweede studiejaar. Niet alleen fijn voor de studenten, maar ook voor het werkveld en de samenleving. Er is namelijk meer dan ooit behoefte aan praktisch opgeleide laboratoriumonderzoekers. “Op dit moment komt de sector echt professionals tekort die hands-on aan de slag gaan. We staan als samenleving voor grote uitdagingen en transities waar juist toegepaste onderzoekers écht het verschil in kunnen maken”, motiveert Anass Znabet, teamleider Life Sciences & Chemistry. 

Minder stress, meer plezier 
Hoe de opleidingen tot het nieuwe curriculum zijn gekomen? “We waren niet tevreden over het studiesucces onder onze eerstejaarsstudenten. Daarnaast wil je dat de opleidingen blijven aansluiten op de laatste ontwikkelingen, zowel vakinhoudelijk als op onderwijs-technisch gebied” vertelt Anass. Het nieuwe curriculum is tot stand gekomen samen met het werkveld en op basis van de behoeften van studenten. “Studie gerelateerde stress onder studenten is een belangrijk thema. Door minder toetsen af te nemen en het studieprogramma beter te verdelen over het studiejaar, is de studiedruk verlaagd. Zónder verlies van kwaliteit van het onderwijs. Het is mooi om te zien dat dit zijn vruchten afwerpt.” Uit de 100-dagen enquête die Hogeschool Inholland afneemt onder eerstejaarsstudenten, blijkt ook dat het studieplezier beduidend is toegenomen ten opzichte van het oude curriculum. 

Unieke gezamenlijke propedeuse 
Wat onveranderd is, maar wel totaal uniek voor hoger laboratoriumonderwijs in Nederland, is de gezamenlijke propedeuse van de drie Life Sciences & Chemistry opleidingen. Studenten Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML), Biotechnologie en Chemie beginnen aan een gezamenlijk eerste jaar. Tijdens dit eerste jaar krijgen ze een solide basis in laboratoriumonderzoek om zich daarna verder te verdiepen in een van de drie richtingen. Anass: “We merken dat studenten Life Sciences interessant en leuk vinden, maar niet precies weten welke opleiding ze willen volgen. Bij ons kunnen ze een jaar lang snuffelen aan de verschillende vakgebieden en maken ze eind jaar één een definitieve keuze. In ongeveer 15% van de gevallen ‘switchen’ studenten van hun initiële keuze. Dit kunnen ze bij ons doen zonder vertraging op te lopen.”  

Anissa en Kamila

Ontdekken wat je leuk vindt 
Dit gold voor Chemiestudent Anissa. Zij schreef zich in voor de opleiding BML, maar aan het einde van haar eerste studiejaar besloot ze verder te gaan met de opleiding Chemie: “Ik wilde altijd in een ziekenhuis werken en mensen helpen, daarom koos ik voor BML. Maar gedurende het eerste jaar merkte ik dat ik moeite had met de theorie en het stampen bij biologievakken, terwijl ik echt een ‘yes-moment’ had als ik een berekening bij chemie goed had.” Hetzelfde gold voor student Kamila: “Het was fijn om zo’n algemeen eerste jaar te hebben en te ervaren wat je leuk vindt en waar je ook goed in bent. Het heeft mij uiteindelijk de kans gegeven om te kunnen switchen van opleiding.” 

Het gemeenschappelijke eerste jaar zorgt ervoor dat studenten kennis maken met ‘collega’s’ uit andere vakgebieden en kennis opdoen buiten hun eigen vakgebied. Bart: “Zo leren studenten al direct ‘elkaars taal’ spreken en begrijpen ze de basis van alle drie de vakgebieden. Dat zijn mooie bijkomstigheden voor hun toekomstige werk.” 

Complexe maatschappelijke vraagstukken 
Een andere grote aanpassing in het curriculum zijn de nieuwe uitstroomrichtingen van de opleidingen. Iedere opleiding biedt de studenten twee uitstroomrichtingen. Deze sluiten aan op de complexe maatschappelijke vraagstukken waar we voor staan op weg naar een duurzame samenleving. 

Chemie voor energietransitie 
Zo is binnen chemie de energietransitie een belangrijk onderwerp.  Anass: “Voor een succesvolle energietransitie hebben we meer nodig dan velden vol met zonnepanelen. Je hebt nieuwe technologieën nodig om nog efficiënter en milieuvriendelijker die zonnepanelen te kunnen maken. Of als je kijkt naar de batterijen in elektrische auto’s; die worden nu nog gemaakt van zeldzame metalen die worden gewonnen onder niet al te beste werkomstandigheden. Nieuwe technologieën moeten ervoor zorgen dat we massaal materialen kunnen ontwikkelen die essentieel zijn voor de energietransitie.” Met de uitstroomrichting Energy & Next Generation Materials specialiseren studenten zich in het maken van stoffen, verbindingen en materialen die hiervoor nodig zijn. 

Klimaatadaptatie en duurzame productie 
Bij de opleiding Biotechnologie kunnen studenten zich onder andere verdiepen in de groene kant van het vakgebied met de specialisatie Groene Biotechnologie. Want hoe maken we onze planten en gewassen resistent tegen ziektes, maar ook tegen veranderende klimaateffecten? Bart: “Een belangrijk thema binnen de groene biotechnologie is klimaatadaptie: hoe zorgen we ervoor dat we toch kunnen overleven onder minder gunstige omstandigheden? Studenten verdiepen zich in het laten groeien van planten bij bijvoorbeeld extreme droogte of juist veel regenval.” De andere uitstroomrichting, Moleculaire en Cellulaire Biotechnologie, verdiept zich in het gebruik van cellen voor duurzame productie, zoals kweekvlees. 

Snelle ontwikkeling van biomedische technieken 
Een belangrijke invloed op biomedisch onderzoek is de opkomst van automatisering en big data. Hierdoor verandert de rol van de laboratoriumonderzoeker steeds meer. Nieuwe medische technologieën volgen elkaar in hoog tempo op en worden steeds nauwkeuriger. “Een mooi voorbeeld van nieuwe en spectaculaire technieken zijn de RNA-vaccins tegen corona. De snelheid waarmee dingen tegenwoordig gecreëerd kunnen worden is heel anders dan een paar jaar geleden” aldus Bart. Maar ook de vergrijzing van onze samenleving is een belangrijk thema. Zo kunnen steeds meer ziektes genezen worden of veranderen van dodelijke ziektes richting meer chronische ziektes met beperkte impact op kwaliteit van leven. Bij BML kiezen studenten uiteindelijk uit de specialisaties Bioresearch of Medische Diagnostiek