Collectief innoveren met Design Thinking en Deep Democracy

Lectoraat

Design Thinking

December 2021 t/m december 2025

Duur

Amsterdam

Locatie

Manon Joosten

Contact

Onderzoek Manon Joosten

Het doel van dit project

Het onderwijs staat voor de uitdaging om jonge mensen voor te bereiden op een toekomst die steeds onvoorspelbaarder en complexer wordt. Grote maatschappelijke en technologische vraagstukken – zoals klimaatverandering, woningnood, toenemende armoede en artificiële intelligentie – vragen niet alleen om nieuwe kennis, maar ook om een fundamentele herziening van de manier waarop we onderwijs inrichten en vernieuwen. Er is daardoor namelijk meer behoefte aan een curriculum dat mee kan bewegen met praktijkvraagstukken en de leerbehoeften van studenten. En aan adaptieve systemen en een cultuur van partnerschap in leren. 

Toch worden complexe onderwijsinnovaties vaak nog top-down benaderd. De verantwoordelijkheid ligt veelal bij een beperkte groep betrokkenen en de samenwerking met het collectief van werkveld, interne collega’s en studenten, blijft meestal beperkt tot een paar feedbackmomenten - als de student überhaupt al een stem heeft in dit proces. Daarmee blijft de rijke kennis van onderwijzend en ondersteunend personeel, studenten en de praktijk onderbenut. 

Literatuur laat zien dat complexe onderwijsvernieuwingen juist gebaat zijn bij een iteratieve, gezamenlijke aanpak, waarin alle betrokkenen actief meedenken, mee-onderzoeken en mede vormgeven: een zogenoemd dynamisch multi-actorperspectief. Dit vraagt om een andere manier van werken, waarbij ‘sensemaking’ – oftewel betekenis geven aan de context – en gedeeld eigenaarschap centraal staan.

In dit onderzoeksproject onderzoeken we hoe we die collectieve, contextgebonden kennis kunnen benutten en ontwikkelen in grootschalige onderwijsvernieuwingen.

Hoe pakt Inholland dit onderzoek aan?

We onderzoeken vanuit het lectoraat Design Thinking in dit project hoe we collectieve, contextgebonden kennis kunnen benutten en ontwikkelen in grootschalige onderwijsvernieuwingen. Dit doen we aan de hand van meerdere casussen die zich in verschillende fasen bevinden:

  • Het leernetwerk Anders Afronden (2021 -2022). Deze casus had als doel andere, impactvolle vormen te ontwikkelen voor het afronden van een studie, ter vervanging van het schrijven van een scriptie.
  • De Inholland pabo (2021 - 2025). Binnen deze casus werken studenten, lerarenopleiders van de hogeschool en uit de praktijk samen om de opleiding opnieuw vorm te geven met als doel de opleiding aantrekkelijker en minder vol te maken, en om de opleiding beter te laten aansluiten op de praktijk.
  • Blended sociaal werk (2025 – 2027). Binnen deze casus werken vier welzijnsorganisaties aan eigen praktijkvraagstukken gericht op het integreren van digitale middelen in hun diensten, zodat zij de inwoners beter kunnen ondersteunen bij hun hulpvraag.
  • Inholland Centrum of Teaching and Learning (2025 – 2028). In deze casus werken we actief mee aan het opzetten van een beweging waarin het CTL voor Inholland-medewerkers een partner wil zijn in leren, ontwikkelen en vernieuwen. 

“Je kan misschien niet iedereen meenemen in het proces en de besluitvorming, maar je kan wel een poging doen ver te komen.” 

- Manon Joosten, onderzoeker 

Wat is het belang voor het onderwijs?

Door onderwijsinnovatie democratischer en meer ontwerpend vorm te geven, benutten we de kennis en ervaring van alle betrokkenen beter binnen en buiten de onderwijsorganisatie. Dit versterkt het collectieve denk- en ontwikkelvermogen van het onderwijs, de praktijk en studenten.

Zo ontstaat een beter ontwerp met meer samenhang tussen wat we willen bereiken en wat we daadwerkelijk realiseren bij de studenten. Het vraagt een investering aan de voorkant, zodat tijdens de uitvoering minder herstel of bijsturing nodig is. Het neveneffect is meer draagvlak en eigenaarschap.

Wat zijn de verwachte resultaten?

Uit de verschillende casussen komen drie terugkerende vraagstukken naar voren: hoe betrek je de juiste mensen bij een onderwijsinnovatieproces? Hoe behoud je hun betrokkenheid gedurende het traject? En hoe benut je hun volledige potentieel?

Hoewel de contexten verschillen, zien we consistente inzichten. Een van de belangrijkste lessen is dat het niet werkt om bijvoorbeeld studenten en docenten te vragen in hun eigen tijd naar jouw activiteit toe te komen. Draai het om: ga in jouw tijd naar hen toe. Investeer in de relatie, niet alleen met aandacht en tijd, maar ook met middelen. Gelijkwaardige samenwerking vraagt ook om eerlijke beloning, vooral richting studenten. Een chocoladereep als bedankje voor iemands komst is leuk, maar echt partnerschap vraagt meer dan dat. Om échte betrokkenheid en gelijkwaardigheid te creëren, kan partnerschap niet leunen op vrije tijd; het vraagt financiële gelijkwaardigheid tussen de actoren.

Daarnaast blijkt dat een uniforme aanpak niet werkt. ‘One size fits none’: elke samenwerking vraagt om een aanpak en communicatie die past bij de specifieke context en mensen. Kleine dingen maken daarbij een groot verschil: van het regelen van toegang tot systemen tot het uitspreken van waardering.

Samenwerken in onderwijsinnovatie vraagt ook om het cultiveren van een veilige, open en gelijkwaardige dialoog. De principes van ‘deep democracy’ – zoals vrijmoedig spreken, het loslaten van het monopolie op de waarheid, en openhartig luisteren – blijken positief bij te dragen aan de kwaliteit van samenwerking en het resultaat. Ze helpen om een teamcultuur te creëren waarin gezegd wordt wat gezegd moet worden.

Toch blijft taal vaak een barrière. Het ontwikkelen van een gezamenlijke taal is essentieel. Daarbij helpt het gebruik van ‘boundary objects’, oftewel visuele hulpmiddelen, zoals canvassen of posters die als gemeenschappelijk referentiepunt kunnen fungeren. Ze helpen gedachtes, wensen, ideeën visueel te maken, waardoor anderen erop voort kunnen bouwen. Zo werken we binnen de Inholland-pabo met Blended Learning Waves. Dit is een canvas met daarop de drie leeromgevingen: praktijk, Inholland en digitale leeromgeving waar leeractiviteiten (digitaal) op geplot kunnen worden over de tijd. Of de expeditiekaart: een dialooginstrument om gezamenlijk te reflecteren op het proces en het resultaat, en op de te nemen vervolgstappen. Het zijn objecten waar men letterlijk om heen kan staan.

Ten slotte vraagt het werken aan complexe onderwijsvernieuwing om ritme, structuur en gezamenlijke reflectie. Als er geen grip kan worden gegeven op de inhoud omdat je dat juist samen aan het vormgeven bent, dan is het goed grip te geven op het proces van handelingen en ontmoetingen. Het creëren van een ritme waarin herhalende activiteiten steeds terugkomen, is helpend om vooruit te komen. Door expliciet aandacht te besteden aan hoe er wordt samengewerkt en geleerd, ontstaat ruimte voor duurzame verandering. Daarbij helpt het om het innovatief vermogen te vergroten door te werken met polariteiten. Is de neiging vooral cognitief te werken, voeg dan affectieve elementen toe. Of voeg iteratieve onderdelen toe als de hoofdwerkmodus lineair is.

Zoek daarin steeds naar de balans tussen wat vernieuwend genoeg is, maar voor je doelgroep net acceptabel is om te proberen (MAYA-principe: Most Advanced, Yet Acceptable). Die balans ontdek je alleen door het uit te proberen en missers te incasseren en van te leren. Echte innovatie vraagt iets van hoofd, hart en handen, en dus van het hele mens-zijn van alle betrokkenen, inclusief van jezelf.

Nieuws over dit project

Samenwerkingspartners van Hogeschool Inholland

De SMD
Versa Welzijn
Buurts
SWOA
2b Learnings
Deen denkt doet

Werk samen met Manon

Kom in contact en stel al je vragen

Telefoon
0611449902