Het beoogde doel van dit onderzoek is het creëren van gelijke stagekansen voor alle Haagse studenten, versnelling en verbinding door een gezamenlijke aanpak en het verstevigen en verduurzamen van het netwerk rondom gelijke onderwijs- en arbeidsmarktkansen in Den Haag.
Inholland ziet dit project als een langlopend transitieproject naar gelijke stagekansen in Den Haag met verschillende fasen.
Fase 1: Ontwerpsessies Haagse aanpak
Deze fase bestaat uit een uitgebreid literatuuronderzoek (context mapping) waar alle beschikbare onderzoeksdata, aanbevelingen en interventies verzameld worden, en daarnaast het organiseren van drie ontwerpsessies samen met verschillende partners vanuit het werkveld (commercieel/ non-profit, groot/ klein (mkb)), het mbo- en hbo-onderwijs (studenten, docenten, onderzoekers en adviseurs), maatschappelijke organisaties en de Gemeente. Deze co-design sessies leveren, naast nog vele andere opbrengsten en connecties, een concreet eindproduct op: het ‘Handboek Haagse aanpak Gelijke stagekansen’, met daarin een reeks concrete interventies.
Fase 2: pilotprojecten
In deze fase krijgen de concepten verzameld in het ‘Handboek Haagse aanpak Gelijke stagekansen’ handen en voeten in drie pilotprojecten, ofwel tracks. De tracks bestaan elk uit een ontwerpteam, met daarin de stakeholders (onderwijs, werkgever en student) vertegenwoordigd, met gedeeld eigenaarschap. Die teams worden begeleid in eenzelfde designproces en komen zo tot een (beter uitgewerkt) concept, prototype en een testfase.
Samen met ontwerpcollectief idiotēs zorgt Inholland voor een zo inclusief mogelijk ontwerpproces samen met, en ten behoeve van, de Haagse stagiair. We werken daarom op basis van mensgericht ontwerp: human centered design. In deze benaderingen staan de behoeften van de student, opleiding/ onderwijsinstelling, werkgever en ambtenaar centraal. We gebruiken hiervoor onder andere de methoden van:
Het feit dat de interventies in co-design zijn ontworpen, vergroot de impact van de oplossingen. Daarnaast bouwen we voort op een breed, divers en actief netwerk van betrokkenen op het snijvlak van onderwijs en arbeidsmarkt. We werken zo incrementeel, via kleine interventies, toe naar een Den Haag waar voor stagediscriminatie geen plek is.
Liever Fleur dan Fatima is een documentaire over stagediscriminatie waarin we tien studenten volgen in hun zoektocht naar een stage. Waar lopen zij tegen aan? Welke rol speelt hun naam en afkomst? Ook spreken deskundigen in de documentaire vanuit hun expertise en ervaringen over dit thema.
Regionieuws tv interviewde Tjitske Lovert, onderzoeker bij het lectoraat Diversiteitsvraagstukken en programma- en communitymanager van de Haagse aanpak én Emre Sahin. Emre is vanaf het begin betrokken bij de Haagse aanpak en vertelt over zijn eigen ervaringen met stagediscriminatie. Samen willen ze het de bewustwording vergroten en verbindingen creëren omdat alle studenten gelijke kansen verdienen!
Hoe ontwikkel je als instelling een effectieve aanpak om stagediscriminatie tegen te gaan? Wat zijn uitdagingen die onderwijsprofessionals tegenkomen en hoe beïnvloedt het maatschappelijk debat over stagediscriminatie hun werk binnen de instelling? Over deze vragen en meer gaat Tjitske Lovert, onderzoeker van het lectoraat Diversiteitsvraagstukken, in gesprek in deze podcastaflevering van Stagediscriminatie onder de loep.
Stagediscriminatie is een belangrijk vraagstuk in de huidige samenleving en het belang voor het onderwijs is groot. Dat studenten die op basis van niet-relevante identiteitsaspecten minder kans hebben op het vinden van een stageplek, betekent dat hun talenten niet gezien en ingezet worden en dat ze belemmerd worden in hun studievoortgang.
Met dit project gaat het onderwijs samen met verschillende partners middels ontwerpend onderzoek concreet aan de slag met interventies om gelijke stagekansen te bevorderen. Specifiek krijgen studenten (zowel mbo als hbo) een belangrijke rol in het onderzoeken en (door)ontwikkelen van de pilots.
Omdat we werken met de methode van co-creatie en ontwerpend onderzoek zijn alle partners binnen de pilotprojecten constant nauw betrokken en mede-eigenaar van de inhoud van het project. Dat geldt naast de verschillende mbo- en hbo-onderwijsinstellingen ook voor het werkveld. Het werkveld bestaat uit verschillende werkgevers met (mogelijke) stageplekken voor mbo- en hbo-studenten. Dit kunnen grote en kleine werkgevers zijn, zowel commercieel als non-profit. De impact voor deze werkgevers kan groot zijn, aangezien zij de interventies ook daadwerkelijk inzetten en testen binnen hun eigen praktijk.
Het onderzoek leidt tot het handboek Haagse aanpak Gelijke stagekansen: een visueel verslag van fase 1 van het project met een beschrijving van het proces en de opbrengsten. Het beschrijft vijftien kansrijke concepten voor gelijke stagekansen in Den Haag.
producten (eind 2022)